Boeken & Zo, maart 2012
Een handvol liefdesverhalen
Een bundel van vijf korte verhalen. Het eerste heet ‘Sonya en Ram’, is aardig geschreven en gaat over Indiase immigranten. Verbazingwekkend zijn wel de taalfouten. Meteen op de eerste bladzijde begint het al en op pagina achttien staan er zelfs drie: ‘ze zocht ze zo snel mogelijk de weg… /s’ nachts /… verdeeld in een afdelingen voor mannen en een afdelingen voor vrouwen…’ Daar het taalgebruik verder erg eenvoudig is, verwacht je dat ook het tweede verhaal makkelijk te lezen zal zijn. Echter is de eerste bladzijde van ‘Maanlicht’ zo ingewikkeld dat je het een paar keer moet overlezen, wil je begrijpen waar het over gaat. Het begint zo: ‘Hun gekerfde ruggen glommen nat. Ze waren met honderdduizenden.
Tegen hun gewoonte in hadden ze ook het midden van de rivieren bezet’. Omdat het eerste verhaal zich afspeelde in de plantageperiode, gis je maar dat het over slaven in bootjes gaat. ‘Gestadig bewogen ze voort in het wassende water, sommige afwaarts, anderen opstroom, naar de meren van het bergplateau’. Je vraagt je af hoe twee groepen, in tegengestelde richting, beiden naar boven kunnen gaan? Pas als je onder aan de bladzijde bent, begrijp je dat het over kaaimannen gaat die willen gaan paren. Voor de zekerheid ga je toch maar even terug naar de eerste regel, want had je dat getal dan wel goed gelezen, ‘honderdduizenden kaaimannen’? Zo worstel je je door het verhaal, hoofdlijnen zoekend tussen een overvloed aan sprookjesachtige details. ‘Nimfenliefde’ is gelukkig weer meteen begrijpelijk: nimfen verleiden mannen en hebben er daarna plezier in dat die heren smachtend naar hen blijven uitkijken tot ze er dood bij neervallen. Een enkele keer houdt een nimf werkelijk van een man, zoals in dit verhaal. De nimf doet het keer op keer op keer met haar minnaar, terwijl de anderen nimfen enthousiast aanwijzingen gillen. Je voelt geen enkele erotische prikkeling, net als al die andere keren dat er wordt gepaard in het boek. Helaas voel je ook nergens emoties tussen geliefden die je zouden kunnen ontroeren.
Veel aandacht krijgen de verschillende omgevingen, de sprookjesachtige sferen waarin hoofdpersonen vooral op weg zijn. Zo ook in het vierde verhaal ‘Hoenders Lo’, waarin een ruimteschip uit koers raakt en op een groene planeet landt. Misschien komt het omdat het verhaal een deel is van een groter geheel, maar ook dit is niet gelijk te vatten. ‘De weg door het water’ is een aardige beschrijving van een godsdienstfanaat die in gebroken Nederlands zijn gelovigen naar het eeuwige leven wil voeren.
Alles bij elkaar lijkt de bundel op vijf bijeengeraapte verhalen; een kleurig kaftje eromheen dat prettig in het oog springt: klaar boek.
José Kamps
Een handvol liefdesverhalen, Ismene Krishnadath, 2011, Publishing Services Suriname, ISBN 9789991471297
Liften naar Suriname
Als je, gelokt door de titel, van plan zou zijn dit boek aan te schaffen omdat je veel Suriname-wetenswaardigheden denkt tegen te komen: doe het niet! Daarvoor staat er bedroevend weinig over ons land in. Later meer daarover. Auteur Daan Goppel is een jonge bakra met een droom: al liftend vanuit zijn woonplaats Almere naar Suriname. Daar moet je bewondering voor hebben. Dat wil echter niet zeggen dat zijn ervaringen in boekvorm hadden moeten verschijnen. Daarvoor gaat het teveel over Daan zelf, niet over alle fraaie dingen die hij onderweg had kunnen beschrijven. Na een paar bladzijden, als hij binnen twee dagen al liftend over de weg Lissabon heeft bereikt, ben je zijn persoonlijke beslommeringen spuugzat en heb je geen zin meer om verder te lezen. Liften met Daan zou een toepasselijker titel zijn geweest.
Zelfverzekerd als hij is om zijn einddoel te bereiken, een wereldwijze burger kun je hem absoluut niet noemen. Zijn bier in Portugal wil hij bijvoorbeeld graag in het Engels kunnen bestellen. Als je echt geïnteresseerd bent in andere culturen, doe je de moeite om je een paar simpele woorden van de lokale taal eigen te maken, toch? Vooroordelen zijn hem ook niet vreemd: zo wil hij niet met lesbische bejaarden meevaren als hij dat had gekund. Dus liever discrimineren dan een lift krijgen?
Tussen alle bedrijven door ligt Daan op het dek, kijkt Daan naar de lucht, doet Daan een dutje, plus nog tienduizend onbeduidende dingen die Daan heeft gedaan, waarvan hij zelf denkt dat die de lezer interesseren. De ego-reis brengt hem uiteindelijk naar het Caribisch gebied (met weliswaar sporadisch wat aardig beschreven momenten over een dronken kapitein en keiharde Guyanese vissers), om uiteindelijk in Guyana voet aan wal te zetten.
Het slot, wanneer hij Suriname eenmaal heeft bereikt, is voor de lezer één grote teleurstelling. Nog geen vier pagina’s besteedt hij aan het land waar hij zo lang van heeft gedroomd. Een aanzienlijk deel van zijn spaarzame woorden over Suriname gaat op aan zelfverheerlijking, over dat ‘een bruine man’ en diens vrienden hem herkennen omdat de lokale media aandacht aan zijn voltooide reis hebben besteed.
Verder wemelt het van de onjuistheden: de Surinaamse kers en de zuurzak laat hij aan planten groeien en hij komt in de niet bestaande Maretraiteweg. Had hij zich echt ingeleefd, dan zou hij de djogo niet op zijn ordinair-Hollands ‘donkerbruine literfles bier’ hebben genoemd en ter illustratie toch zeker een Suriname-kaartje hebben gebruikt zoals wij dat graag zien: dus met het Tigri-gebied.
Een mooie prestatie van Daan dat hij op bijzondere wijze Suriname heeft bereikt, maar hij had zich de moeite kunnen besparen daar een boek over te schrijven dat geen enkel ander doel dient dan zijn eigen ego te strelen en de lezer te vervelen.
Armand Snijders
Liften naar Suriname, Daan Goppel, 2011, Uitgeverij Hollandia, ISBN 9789064105296
Plantage d’Amour
Clichés en nogmaals clichés. In Plantage d’Amour komt een Creool-se man van Surinaamse komaf terug naar zijn geboorteland. Hij heeft problemen in het buitenland, dus wat doet hij? Een bonuman opzoeken natuurlijk! In deze is het Kenneth Campbell die Suriname bezoekt omdat hij wil weten van wie hij afstamt, of het werkelijk zo is dat zwarte mannen standaard hun vrouw en kinderen in de steek laten en of zwarten echt niet kunnen samenwerken voor een groter doel. Op zijn zoektocht komt hij Nadira Pengel tegen, voor wie hij – hoe kan het ook anders – als een blok valt. Nadira komt net als Kenneth uit Berlijn en even zo toevallig is zij nicht van de Galinka Nkasi (Waldy) van Berlijn: volgens het boek de opperwintipriester die waakt over de geestelijke wereld van de plantage. U ziet waar ik heen wil. Zoveel toevalligheden doen bijna pijn bij het lezen.
De plot is dus flinterdun en de enige, overigens zeer aangename en onverwachte wending in het verhaal is dat Nadira Pengel een goed ontwikkelde zwarte vrouw is en niet gelijk ‘valt’ voor een Euro-Surinamer. Verder is de roman doorspekt met geschiedenisverhalen, die soms een beetje saai aandoen, vooral als de ingewikkelde familiebanden steeds weer uitgelegd worden.
Aangezien er nagenoeg geen verrassende wendingen zijn, moet het boek het vooral hebben van details. En daarin ligt de kracht van Clark Accord. De manier waarop hij het liefdesleven van Maxi Linder beschreef in De Koningin van Paramaribo, de dikke billen van een van de hoofdfiguren in Bingo! en nu de gevoelens van de hoofdpersoon in Plantage D’Amour , allemaal het signatuur van Accord. Dat levert soms prachtige zinnen op waar goed over is nagedacht. Zoals op pagina 91: ‘De hele Creoolse cultuur is gebaseerd op het herdenken van de voorouders. Alleen door de band met onze voorouders levend te houden blijft de Creoolse identiteit behouden’.
Daarom is het jammer dat er toch slordigheden in die finesses zijn geslopen. Een Galinka Nkasi van een plantage is binnen het wintigeloof niet de hoogste spirituele leider, maar de duman, dus degene die de opdrachten van de bonuman uitvoert. De dofo wordt ‘winti-oso’ genoemd en bij een komparsi is de gebruikelijke drum afwezig.
Maar het is het laatste werk van Clark Accord, dat hij schreef toen hij niet op zijn fitst was, dus het zij hem vergeven. En eerlijk is eerlijk; juist door de clichés en doordat de zoektocht van de hoofdpersoon makkelijker gaat dan bij de doorsnee Euro-Surinamer die op zoek is naar genezing en informatie, leest het verhaal lekker door. Niet al te ingewikkeld en ook voor buitenstaanders toegankelijk. De notities aan het eind van het boek tonen aan dat Accord van plan was een vervolg te schrijven hierop. Jammer genoeg zullen wij dat moeten missen; de getalenteerde virtuoos is heengegaan.
Euritha Tjan A Way
Plantage d’Amour, Clark Accord, 2011, Nijgh & Van Ditmar, ISBN 9789038893723