Slachtoffers huiselijk geweld nemen heft in eigen hand
‘Ik ben een gangster geworden’
De Wet Strafbaarstelling Belaging is eindelijk aangenomen. Voor sommigen echter te laat. De tragedies in de families Nibar en Peroti leverden zeven doden op. Een beroep doen op de drie jaar oude Wet Huiselijk Geweld kan nog steeds niet, wegens het ontbreken van een formuliertje. De roep om preventieve bescherming is onverminderd groot. “Ik moet er zo vandoor om een mes te kopen.”
“Elke druppel water die in de gootsteen valt, maakt me bang.” Schichtig kijkt de 39-jarige Layla om zich heen als zij haar verhaal doet op het politiebureau van Nickerie. Sinds een paar dagen is haar ex-man weer op vrije voeten, nadat Layla aangifte tegen hem had gedaan. “Hij had het gezegd. Als je me eenmaal laat opsluiten, maak ik je dood. Ik weet zeker dat hij zich aan zijn woord houdt.”
Het geluid klinkt van een tikkende hak op de stenen vloer. Zenuwachtig kijkt ze op haar horloge. “De Chinese winkel sluit over tien minuten. Ik moet er zo vandoor om een mes te kopen”, bekent ze, terwijl ze met haar handen een denkbeeldig steekwapen van vijftig centimeter in de lucht tekent. Haar ogen worden waterig. “Gisteravond ging continu mijn autoalarm af. Ik weet zeker dat hij daar rondliep. Hij heeft mijn moeder opgebeld. Gezegd dat hij haar komt neuken. Ik wil niet meer bang zijn, nu wil ik vechten. Als hij vanavond voor mijn deur staat en me bedreigt, steek ik hem neer.” Haar waterig blik verhardt. “Het moet eens gebeuren dat een vrouw een man publiekelijk vermoordt. Dan pas zullen de klootzakken ophouden.”
Politiecommandant Stanley Benschop schraapt zijn keel. “Dat is niet verstandig. Wij zijn er voor je om je te beschermen. Ook mannen zijn trouwens weleens het slachtoffer.” Met een agressieve blik in haar ogen draait Layla zich abrupt naar hem om. “Ja, ik zal de politie bellen als hij er is, maar dan duurt het nog wel even voordat jullie er zijn. Hij kan me dan wel dertig keer hebben neergestoken. Ik neem nu het heft in eigen handen.” Vastbesloten sluit ze haar armen over elkaar.
Bedreigingen
Na jaren geestelijk en fysiek te zijn mishandeld door haar ex-man is Layla op. Ze heeft koorts en knallende hoofdpijn en is ook wat doezelig van de vele pillen die ze elke avond slikt om te kunnen slapen. Nu bedreigingen over de telefoon wel als strafbaar worden gezien, kan Layla beschermd worden. Maar aanname van de wet komt voor Layla, naar eigen zeggen, niet op tijd. “Ik had bescherming nodig toen ik aan hem wilde ontsnappen. Nu is het te laat. Ik ben hard geworden, een echte gangster.”
In een andere kamer op de benedenverdieping van het politiebureau Nickerie is Norma Martodikromo, chef unit Huiselijk Geweld, ondertussen bezig om een ‘dader’ te verhoren. Het vermeende slachtoffer, zijn 21-jarige vrouw, ligt in het ziekenhuis omdat zij heeft geprobeerd zelfmoord te plegen door slaappillen en vergif in te nemen. “We moeten dan altijd weten wat de oorzaak is en of ze wordt mishandeld. Veel vrouwen plegen namelijk zelfmoord om aan hun man te ontsnappen.” Drie politieagenten bekijken de gelaatsuitdrukkingen van de man terwijl hij zijn verhaal doet. “Het is mijn schuld niet, zij is gestoord. Ik word hier heel boos van!” Hij tikt met zijn been heen en weer. “Ik heb haar nog nooit geslagen, ze krijgt alles van mij.” De verhalen van de vrouw zijn het tegenovergestelde van die van de man. “Dit is lastig. Haar zelfmoordpoging kunnen wij hem niet aanrekenen en de verhalen zijn zo tegenstrijdig dat wij niet weten wie de waarheid spreekt.” Na een uur praten geeft Martodikromo het nummer van een dokter. “Uw vrouw moet met de psychiater gaan praten, zorgt u dat ze hulp krijgt?”, draagt ze uiteindelijk aan als oplossing. De man ratelt verder over het onrecht dat zijn vrouw hem aandoet, zonder daadwerkelijk antwoord te geven.
Preventie
Bij een geval als dit heeft de politie, sinds de Nationale Assemblee (DNA) in april eindelijk de Wet Strafbaarstelling Belaging heeft aangenomen, meer handvaten gekregen om op te treden. Door te verbieden iemand herhaaldelijk lastig te vallen of te bedreigen over de telefoon, biedt de wet preventieve bescherming. Ook wanneer er geen sprake is van fysiek geweld kan nu aangifte worden gedaan. Voorheen kon de verdachte maximaal een paar dagen of zelfs luttele uren worden vastgehouden. De belager kan nu rekenen op een forse gevangenisstraf of een aanzienlijke geldboete.
Maar om de preventie te optimaliseren is er ook haast geboden met de uitvoering van de Wet Huiselijk Geweld die al in 2009 is aangenomen. “Deze wet biedt slachtoffers van huiselijk geweld de mogelijkheid om beschermingsbevelen aan te vragen bij de rechter, waarbij verbods- en gebodsbepalingen door de rechter aan de gedaagden worden opgelegd”, legt Carmen Rasam, hoofdofficier van justitie, uit. “Een verbodsbepaling kan bijvoorbeeld zijn dat de gedaagde onder andere verboden wordt zich te bevinden in de echtelijke woning of om in contact te treden met het slachtoffer.”
Een drijvend poppenarmpje herinnert aan de elfjarige Kimberly |
Vertraging
Hoewel de Wet Huiselijk Geweld al drie jaar een feit is, kunnen slachtoffers nog steeds geen beschermingsbevelen aanvragen. Vooral omdat de formulieren daarvoor ontbreken. Rasam: “Het ontwerpen van de formulieren heeft voor heel wat vertraging gezorgd, maar het is noodzakelijk dat de wet goed uitgevoerd wordt en alle randvoorwaarden kloppen. Gesprekken met verschillende actoren die met de uitvoering van deze wet bezig zullen zijn, achten wij noodzakelijk.”
Dat preventieve bescherming nodig is, blijkt uit de tragedies van februari en maart bij de families Nibar en Peroti en de forse stijging van het aantal meldingen van huiselijk geweld. Alleen al in het eerste kwartaal van dit jaar zijn er 27 aangiftes gedaan van huiselijk geweld in Nickerie, tegenover 45 in het gehele vorige jaar. “Op een bevolking van 37.000 inwoners is dit procentueel gezien erg groot”, zegt Benschop. Ook landelijk is er volgens hoofdofficier Rasam een stijging zichtbaar ten opzichte van voorgaande jaren. Benschop vervolgt: “De stijging kan ook veroorzaakt zijn doordat mensen sneller aangifte durven te doen. Er zijn de laatste maanden allerlei workshops opgezet om voorlichting te geven. We rekenen de bestrijding van huiselijk geweld tot de prioriteiten.”
Signalen
Naast het huis van de familie Peroti aan de Theresiaweg in Livorno glinstert onder de hete zon het water in een open afvoerput. Daarin drijft, als een lugubere stille getuige van een bloederig drama, een afgebroken armpje van een pop, waar de elfjarige Kimberly waarschijnlijk nog mee heeft gespeeld. Hoewel Benschop zegt dat signalen uit de samenleving prioriteit krijgen, zijn die volgens buren bij dit drama niet serieus genomen. Maar ook de buren zelf grepen niet in. Totdat het te laat was en de ex-man van de 47-jarige Ursila Peroti zijn vrouw, haar zus Irma Peroti (45) en diens dochtertje Kimberly op gruwelijke wijze om het leven bracht. De andere dochter van Irma, zes jaar oud, bevond zich op het moment ook in het huis, maar bleef ongedeerd.
Een paar maanden eerder had Kimberly een tekening gemaakt op de Sint Jozefschool van zichzelf, haar tante en moeder, badend in het bloed. Daarnaast staat één klein persoon te huilen. Omdat de tekenopdracht luidde dat kinderen hun nachtmerrie moesten tekenen en kinderen wel vaker enge dingen tekenen, werden er geen vragen gesteld. Tot na de moord. Docenten en de directrice van de school, Stephanie Jacott, reageerden geschokt toen bleek dat de tekening tot in de details de werkelijkheid bleek te zijn. “Ik wil de desbetreffende docent niet te kort doen, maar de tekening bleek een visioen”, vertelt Jacott. “Misschien moest het gebeuren, zoals het lot. Hoe kan je het anders verklaren?”
Kimberly gaf, volgens de directrice, geen signalen waaruit kon worden opgemaakt dat zij leed onder huiselijk geweld. “De dag voor de moord was ze wel wat teruggetrokken en stond ze alleen bij het hek. We vroegen toen wat er was, maar ze wilde gewoon even alleen zijn. Dat is niet heel vreemd. Verder was ze altijd heel vrolijk, een serieuze leerling en ze klaagde nooit.”
Verwijten
Verschillende buren van de Peroti’s verklaren: “We hoorden ze altijd schelden, maar dan liepen ze de volgende dag weer samen over straat. We dachten: dat zal dan wel goed zitten. Bemoeien doen we hier niet. Stel je zegt iets en er blijkt niets aan de hand te zijn, dan hebben wij het gedaan.” Dat er niet eerder is ingegrepen, verwijt men de politie. “De politie heeft laks opgetreden. De vrijdag voor de moord had hij haar nog met een dolk bedreigd. Hij heeft één dag gezeten en was daarna weer op vrije voeten. Er moet verandering in komen. Bijvoorbeeld door een contactverbod voor de daders. Ik vind het belachelijk dat iets eerst compleet uit de hand moet lopen, voordat er iets wordt gedaan.” Hoofdofficier Rasam weerspreekt dat: “Bij de politie en op het Openbaar Ministerie is niet bekend dat Ursila Peroti meerdere malen aangifte heeft gedaan.”
Of preventief optreden met de Wet Huiselijk Geweld in de hand snel mogelijk wordt, betwijfelt directrice Jacott. “De politiek treuzelt met belangrijke beslissingen. Tijdens de vergadering over de belagingswet hebben zij zich zelfs ernstig misdragen. Er moet serieuzer mee worden omgegaan, want dit soort tragedies krijgen een structureel karakter.”