Helpende studiegidsen
Het studeerklimaat in Nederland wordt steeds killer. Veel Surinaamse studenten blijken slecht voorbereid en komen daardoor in grote problemen. Ananta Khemradj en Joshua Bendter schieten te hulp. Met hun stichting Stukadoro gidsen zij scholieren al vóór vertrek.
“Ik werd voor de leeuwen geworpen. Min twintig graden bij aankomst op Schiphol, vijf keer verhuizen, van studie switchen en maar hopen dat mijn visum werd verlengd als er weer eens een brief op de mat lag van de Immigratiedienst”, verhaalt Brigitte Bakrude (29). Op haar twintigste vertrok Bakrude naar Nederland, waar ze nog nooit was geweest. Ze woonde bij familie en moest vijf keer verhuizen. Vanuit Almere, de Bijlmer, Eindhoven en daarna Veldhoven moest ze iedere dag op en neer naar Utrecht. In de winter was het ook geen pretje, toen ze plots een keer op school moest blijven slapen omdat de treinen niet meer reden. En gezellig mee stappen zat er meestal niet in. “Ik moest alle riemen strak, extra strak, trekken om rond te komen. Ik voelde mij een buitenbeentje, niemand bekommerde zich echt om mij op de hogeschool.” Dit mag zich dan tien jaar geleden hebben afgespeeld, het studeerklimaat in Nederland is er niet beter op geworden. Sterker: een nieuwe maatregel, de ‘langstudeerboete’, maakt de situatie nog grimmiger. Een ware nachtmerrie met name voor Surinaamse studenten, want die lopen door aanpassingsproblemen en verkeerde studiekeuzes al snel een jaar vertraging op. Wie nu meer dan één jaar vertraging oploopt, staat een boete van ruim drieduizend euro te wachten.
Inschrijven Eindexamenleerlingen kunnen zich via internet inschrijven voor een studie. Dit moeten ze zelfstandig doen, behalve als ze aanvullende formulieren nodig hebben van school. Daarnaast moeten ze contact opnemen met de admission office van de hogeschool of universiteit, die de studenten registeert. >>> |
Visa Een Surinaamse student heeft een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) nodig om Nederland in te komen. Meestal regelt de onderwijsinstelling dit visum als er contact is opgenomen met de admission office. Een MVV aanvragen kost driehonderd euro. Ook moeten studenten aantonen dat ze iedere maand, voor tenminste één jaar, 794,69 euro tot hun beschikking hebben. Dit is het bedrag wat de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) als norm heeft gesteld om van te kunnen leven als student. >>> |
Borg De onderwijsinstelling, die het visum aanvraagt, wil hiervoor een borg van meestal rond de tienduizend euro. Dit bedrag zal ook als bewijs gelden voor het maandelijkse normbedrag van de IND. De kosten van het eerste studiejaar (collegegeld en MVV) worden ervan afgetrokken en de rest geeft de school terug. Een student moet dus ongeveer tienduizend euro hebben of familie die garant wil staan. Na aankomst in Nederland moet een verblijfsvergunning regulier (VVR) worden aangevraagd. Dit geschiedt weer via de onderwijsinstelling. Hier komen geen verdere kosten bij kijken behalve na een jaar, bij verlenging van het visum. >>> |
Overleven In Nederland heeft de Surinaamse student geen recht op een OV-kaart (waarmee je gratis van het openbaar vervoer gebruik kan maken), studiefinanciering of een lening bij het ministerie van Onderwijs. Werken mag slechts tien uur per week of drie volledige zomermaanden (juni, juli en augustus). De werkgever moet een tewerkstellingsvergunning aanvragen en dat is veel rompslomp. Daarom zijn er maar weinig werkgevers die dit doen en zal het lastig zijn om werk te vinden. |
Actie
Toen de langstudeerboete werd ingesteld, was voor Ananta Khemradj (22) en Joshua Bendter (22), die in Nederland studeren, de maat vol. Het was tijd om in actie te komen. Stichting Stukadoro werd opgericht. Het doel: voortaan moeten Surinaamse studenten op de hoogte zijn van alle maatregels en zo voorkomen dat ze in de problemen raken. Met een Nederlands paspoort op zak ondervinden beiden zelf weinig problemen. Samen met zijn vrienden studeerde Bendter aan de Hogeschool van Rotterdam. Hij deed een verkorte bachelorstudie. Zijn eerste jaar verliep uitstekend. “Ik had mijn kop in het zand en ging alleen maar door en door”, vertelt Bendter. “Maar toen ik om mij heen keek, zag ik mijn vrienden allemaal achterblijven. ‘Hoe kan dat’, vroeg ik mij af.” Bendter werd peercoach, iemand die eerstejaars studenten kan helpen. Daarna sloot hij zich aan bij mentoraat Makandra, een hulpgroep voor Surinaamse studenten, waar hij uiteindelijk voorzitter van was. Khemradj studeerde aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Ook zij maakte mee dat een goede vriendin in de problemen kwam. “Ik kan zoveel werken als ik wil, zij mag wettelijk maximaal tien uur per week werken. En haar eventuele werkgevers moeten een vergunning aanvragen, wat ze liever niet doen. Het is dus lastig voor haar om goed werk te vinden.” Al gauw werd ze bestuurslid van de Vereniging Surinaamse Studenten Amsterdam. Maar beiden wilden meer doen.
De universiteiten in Amsterdam en Rotterdam komen veel in aanraking met de problematiek en bieden ook begeleiding aan. Maar het is moeilijk om veel studenten te bereiken en daarom is het tijd voor een andere aanpak, vinden Bendter en Khemradj. ‘Het is mooi om ze in Nederland te helpen maar je moet het hier doen’, luidde hun conclusie. De beste aanpak is, volgens hen, eindexamenleerlingen op de middelbare school al te trainen vóórdat ze vertrekken. “In Nederland komt een enkeling opdagen bij een voorlichtingsdag, hier heb je er honderden bij elkaar”, licht Khemradj toe.
Begin maart gaven ze de eerste trainingen op het Arthur A. Hoogendoorn Atheneum en het Ewald P. Meyer Lyceum in Paramaribo. Een proeftraject. Eindexamenleerlingen die al zeker wisten dat ze naar Nederland wilden, kregen drie dagen training. Ook was er een voorlichtingsdag over het studieaanbod in Nederland voor alle middelbare scholieren. Tijdens de trainingen leggen Khemradj en Bendter uit hoe de inschrijving precies verloopt, wat de studenten nodig hebben en geven ze motivatietraining. Daarnaast besteedt Stukadoro aandacht aan de Nederlandse mentaliteit. Studenten die namelijk nog nooit in Nederland zijn geweest, schrikken van de gang van zaken bij aankomst. Gevolg: ze kloppen pas met hun problemen aan voor hulp wanneer het de spuigaten uitloopt en raken geïsoleerd. “Wij willen ze de tools geven om zich in die situaties te redden. Je moet je kunnen manoeuvreren in het systeem en ze moeten leren communiceren wanneer er moeilijkheden zijn”, aldus Bendter.
Het duo houdt zich ook bezig met het politieke debat in Nederland. Maar omdat het lang duurt voordat daar iets wordt besloten, namen ze het besluit om de leerlingen in Suriname weerbaar te maken. “We willen niet per se een uitzonderingspositie. We kunnen rekening houden met de situatie en de scholieren voorbereiden”, zegt Bendter. Gelukkig is er wel altijd een uitzondering gemaakt voor Surinamers wat betreft de hoogte van het collegegeld. Surinaamse studenten betalen namelijk, net als Europese, wettelijk collegegeld in plaats van instellingscollegegeld. Zolang die regeling gehandhaafd blijft, scheelt dit ieder jaar duizenden euro’s voor een student.
Dat is mooi meegenomen maar voor de rest blijft het uitzoeken geblazen. Bakrude weet daar alles van.
Dreigbrieven
“Soms leek de Immigratiedienst wel een soort ontmoedigingsbeleid te voeren”, vertelt ze. “Ik was altijd bang dat mijn visum niet meer verlengd werd. Je krijgt al die brieven, dat lijken wel dreigbrieven. ‘U heeft nog zoveel dagen’, stond er dan op. Terwijl ik de overheid niets kostte. En dan waren ze zo formeel geschreven dat ik niet wist wat ik precies moest doen.” Bakrude denkt dat een betere voorbereiding zoals Stukadoro aanbiedt, goed zou hebben geholpen. “Ik moest van studie veranderen, dat was misschien niet nodig geweest als ik hier alles al had kunnen uitzoeken. En ik had mij sneller kunnen aanpassen als ik van tevoren had geweten hoe het handelt en wandelt in Nederland.” Ook Rose Simson, onderdirecteur van de bovenbouw van het Arthur A. Hoogendoorn Atheneum, juicht de trainingen van Stukadoro toe. “Het gaf de leerlingen veel structuur. Eindelijk zagen ze rolmodellen die precies konden uitleggen hoe de inschrijving verloopt en waar je aan moet denken”, vertelt Simson enthousiast over de eerste workshops. Jaarlijks komen leerlingen bij haar met problemen. Meestal gaat het over de inschrijving die ze zelfstandig via internet moeten doen. In eerste instantie snappen scholieren de sites niet en kunnen ze de juiste informatie niet vinden. Daarna krijgen ze soms geen reactie en weten ze niet wat ze moeten doen. Als puntje bij paaltje komt dan kunnen ze de telefoonnummers van toelatingsfunctionarissen niet vinden. “Het is vooral erg onduidelijk”, zegt Simson. “Het komt er soms op neer dat een leerling geweigerd wordt omdat er nog een formulier ontbreekt.” Een heel verschil met de Amerikaanse inschrijving. Daar loopt het via het zogenoemde Common Application Form, waarop aangegeven staat wie, de decaan of docent, welke formulieren wanneer moet inleveren en welke al aangekomen zijn. “Dat is een stuk beter, ik zou willen dat het ook zo is bij de Nederlandse inschrijvingen.” Via Stukadoro hoopt Simson beter contact te krijgen met scholen in Nederland en hier meer duidelijkheid over te krijgen.
Win-winsituatie
Het proeftraject wordt gesteund door de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool Rotterdam. In juli komt Stukadoro terug om vervolgtrainingen te geven en nog meer voorlichtingsdagen te organiseren. Het liefst wil de stichting samenwerken met het Surinaamse bedrijfsleven om zo beurzen te creëren. Bendter: “Dat zou een win-winsituatie zijn. Dan weten we welke studies nuttig zijn voor Suriname, in welke sectoren we mensen kunnen gebruiken. Aan de andere kant komen studenten misschien terug om hier te werken.” Uiteindelijk willen ze zich richten op alle Surinaamse studenten die waar dan ook in het buitenland gaan studeren. “Wij willen leerlingen vooral stimuleren om te gaan en hopen dat ze zich niet tegen laten houden door maatregels. We willen ze voorbereiden op een periode waarin ze alles uit de kast kunnen halen. ‘Prepare for succes’ is niet voor niets onze slogan.”