Boeken & Zo, juni 2012
Prinses Ivana
Het verhaal gaat, precies zoals de titel belooft, over een prinses, een strijdbare prinses, althans als het gaat om het kammen van haren.
Een prinses hoort mooi te zijn en dat is Ivana met haar zwart krullend kroeshaar, haar grote bruine ogen, haar prachtige volle lippen en haar chocoladebruine huidje, zacht als fluweel. Dat is nog eens andere koek dan het obligate blanke prinsesje met de obligate blonde haren en de obligate blauwe ogen.
Ivana is dus mooi op haar eigen manier en een eigen wil heeft het meisje ook. Vanaf de koppigheidsperiode weigert ze consequent haar haren te laten kammen. Weg met de kammen en borstels, de kralen en elastiekjes, weg met de kokosolie en de tonkaolie. Ivana loopt rond met ‘kaya kaya’ haren. Haar ouders proberen het meisje op te voeden, maar rustig praten helpt niet, straffen al evenmin. Ivana houdt dapper vol ondanks de sterke druk van haar ouders. Onder het motto ‘if you can’t beat her, join her, kondigt de koning ten einde raad een wet af, de WirWarwet, waarbij alle meisjes tot hun achttiende, de leeftijd des onderscheids, verplicht worden met ongekamde haren rond te lopen, kaya kaya-haren dus. Die wet wordt met spoed weer ingetrokken als er felle protesten komen en het volk, vooral het moedervolk, massaal de straat opgaat met spandoeken en borden met leuzen: ‘haren kammen is ons recht’, ‘wij willen vlechten en zullen daarvoor vechten’ en ‘stré de fu stré’, een leuze die bij sommige ouders misschien nog herinneringen oproepen aan minder sprookjesachtige tijden.
Met onze prinses komt het toch nog ‘goed’, maar daar is, hoe kan het ook anders, wel een prins voor nodig, een lieve prins, een mooie prins, een prins natuurlijk met kwi kwiba. Tot zover.
Het boek is vlot en met humor geschreven. De treffende illustraties zijn van de hand van Gerold Slijngaard. Alleen hadden tekst en tekening beter gescheiden mogen worden. De vlotte jonge lezer heeft geen last van een tekst met op de achtergrond een tekening van een demonstratie of een officiële ontvangst. De wat minder vlotte lezer kan wel degelijk moeite hebben met het onderscheiden van een tekst op getekende achtergrond.
Het verhaal is zeer geschikt om voor te lezen aan kinderen vanaf een jaar of zes, zeven, waarbij hier en daar wel een woord moet worden uitgelegd, ‘mediazaken’ is een dergelijk woord en ‘riskeren’ ook. De jonge lezer kan het verhaal zelfstandig tot zich nemen vanaf eind derde, begin vierde klas.
In het boek is een korte verklarende woordenlijst opgenomen waarin typisch Surinaamse begrippen als gudu en kaya kaya doeltreffend worden uitgelegd. De Henri Frans de Ziel Stichting heeft de uitgave van dit sprookje mede mogelijk gemaakt, waarvoor dank, want het is een nieuwe bijdrage aan de ontwikkeling van sprookjesboeken die voor onze kinderen herkenbaar zijn.
anne huits
Prinses Ivana, het prinsesje dat haar haren niet wilde kammen. Een sprookje, Hilli Arduin, illustraties Gerold Slijngaard, 2012, ISBN 978999147112
Mirafroiti de miereneter
Een mierenetertje mag alleen op stap in het bos en komt er allerlei verschillende dieren tegen. Het verhaaltje is een variant op een bekend kinderboekenthema, ‘zullen we samen vriendjes worden’, maar nu in een Surinaams jasje gestoken. Aardig is dat het ook beschreven is vanuit het gezichtspunt van het dier waar het mierenetertje vriendjes mee zou willen zijn. Zo loopt Mirafroiti langs het aapje en schaamt zich om haar staart die ze te dik vindt. Maar het aapje vraagt zich af of Mirafroiti zonder iets te zeggen langs hem heen loopt omdat hij misschien stinkt en hij ruikt aan zijn teen. Het verhaal is sfeervol geïllustreerd door de zus van de schrijfster, de dieren zijn mooi verbeeld, het oerwoud prachtig van kleur.
Er zijn echter ook zaken die beter konden. Als je naar de snuit en het dikke lijf kijkt, is een reuzenmiereneter afgebeeld. Echter de grootte en de kleur zijn van de boommiereneter; mirafroiti is het Surinaamse woord voor boommiereneter. Een miereneter heeft alleen aan de voorpoten klauwen en een kleintje hoeft niet te leren hoe daarmee te lopen. Ook heeft hij een lange kleeftong om miertjes mee uit een hol te halen, maar die tong heeft geen kracht: hij kan er geen diertje mee uit een hol trekken, dat zou hij eerder met zijn sterke grijpstaart doen. Een ander keer komen tekst en beeld niet overeen: is verbeeld dat de pakira niet uit het hol kan omdat hij klem zit, in de tekst kan hij er niet uit omdat de gang is afgesloten met een steen en zand. Ook is het taalgebruik niet altijd correct, zoals in de zin: ‘Van de mieren en houtluizen die moeder voor haar kleintje vangt, wordt ze groot en sterk en leert wat goed voor haar is.’ Vooral omdat op de kaft met rood staat aangegeven dat het boekje een educatief karakter heeft, zou het foutloos moeten zijn. Er hadden ook wat meer leuke wetenswaardigheden in het verhaaltje verwerkt kunnen zijn, zoals hoeveel mieren een mirafroiti per dag eet, of dat het kleintje wel anderhalf jaar door mama op de rug wordt meegedragen.
Achterin het boekje staan suggesties voor wat je nog meer met het boekje kan doen dan lezen en voorlezen. Je kan kinderen het verhaaltje laten navertellen, of ze de dieren laten nadoen, zoals laten waggelen als een miereneter of kronkelen als een slang. Je kan de kinderen ook een kijkdoos laten maken met dieren uit het bos.
Ondanks de onvolkomenheden is het een leuk kinderboekje met een lief verhaal en mooi geïllustreerd. Een boekje waar kinderen zeker van zullen genieten.
Jose Kamps
Mirafroiti de miereneter, Ans Lieveld-Steffens, Pieta Wright-Steffens, 2011, ISBN 978-9991471235
Beste vriend
Hoofdpersoon Samuel Green is een BN’er, een Bekende Nederlander. Hoe hij zo bekend is geworden, maakt het boek overigens niet duidelijk. Samuel is getrouwd met de uit Suriname afkomstige Venus, ze hebben een zoontje: Sammie. Het leven van Samuel bestaat uit televisieoptredens, het bezoeken van premières en vernissages, twitteren, pingen, seksuele uitstapjes, glaasjes champagne drinken, kortom: hier is sprake van een volkomen leeg bestaan. Het boek kabbelt zo wat voort, Samuel heeft uitsluitend oog voor zichzelf en zijn ultieme wens: de uitgave van de glossy SAM. Aandacht voor Venus en Sammie heeft hij niet en Venus keert terug naar Suriname en neemt hun zoontje mee. Zo nu en dan wendt Samuel zich in het boek tot zijn imaginaire beste vriend, waarin hij ontboezemingen uit over zijn relatie met zijn vader (zijn ouders scheidden toen Samuel nog jong was) en met zijn zoon. Als Venus en Sammie even in Nederland zijn om het een en ander te regelen, maakt Samuel daar gebruik van om met Sammie naar Brazilië te vluchten om daar, met behulp van valse papieren, een nieuw leven te beginnen.
De roman heeft een open einde. En dat is helaas niet het enige onbevredigende aan dit boek. Identificatie met de hoofdpersoon wil niet lukken en de stijl van Robert Vuijsje maakt weinig indruk, ondanks hier en daar een niet ongeestige observatie, zoals die van jonge moeders die voor school op hun kinderen staan te wachten: ‘Ze keken naar beneden, daar hielden ze hun telefoons’.
Beste Vriend blijft op z’n best een aardig boekje over een oninteressant leven. Het doet – zonder de daarin gepleegde gruweldaden – enigszins denken aan American Psycho van de Amerikaanse auteur Bret Easton Ellis (1964, Vuijsje is van 1970), inclusief het uitgeven van veel geld, onder andere aan kleding en drankjes, maar mist het verontrustende en de intensiteit van dit boek. Vuijsjes bekendheid is gestoeld op de hype die ontstond na het verschijnen van Alleen maar nette mensen (in 2008), waarin de hoofdpersoon er onomwonden voor uitkomt op donkere vrouwen te vallen. Voor dit boek ontving Vuijsje de Inktaap 2010, de literaire prijs van jongeren in Nederland, Vlaanderen, Curaçao en Suriname; ter promotie van dit boek bezocht hij in dat jaar Suriname. Parbode besteedde destijds aandacht aan dit bezoek onder de kop: ‘gezocht: een negerin.’ Beste Vriend haakt aardig in op de tomeloze wens van (blijkbaar) velen om beroemd te worden (het dondert niet met wat) en de talloze televisieprogramma’s waarin dit verwezenlijkt kan worden. Het wachten blijft op een beter boek over dit op zichzelf wel interessante fenomeen.
Ko van Gemert
Beste vriend, Robert Vuijsje, 2012, Nijgh & Van Ditmar, ISBN 9789038894942