Uitgekeken
Armand Snijders beoordeelt elke maand een of meer tv-programma’s
Gokken
‘Als je echt niets kan, kun je nog altijd journalist of politicus worden’, zo is mij van jongs af aan ingepeperd. Ik kan niet zoveel, dus koos ik na twaalf ambachten en dertien ongelukken uiteindelijk voor de journalistiek. Ik kan natuurlijk beweren dat ik niet de politiek ben ingegaan omdat ik daarvoor te integer ben, maar dat zou glashard gejokt zijn. Ik betwijfel of ik bestand zou zijn tegen de graaicultuur. Maar goed, ik begon dit stukje met de gevleugelde uitspraak, omdat ik daar een aanvulling op heb: ‘Als je zelfs niet geschikt bent om journalist of politicus worden, kun je nog altijd een lullig gokspelletje op de televisie presenteren’. Dat kan namelijk zelfs de grootste debiel. Niet dat ik daarmee bedoel dat al die jonge dames en heren die hier hun brood mee verdienen, debiel zijn. Integendeel zelfs, ik weet van een paar dat ze een fantastische opleiding achter de rug hebben, maar met hun mooie papiertjes niet zoveel kunnen verdienen als wanneer ze als een soort pratend meubelstuk deel uitmaken van het decor.
Ik heb niet zoveel met gokken. Dat is lastig in een land met pakweg twintig casino’s en een soortgelijk of groter aantal gokspelletjes op de buis. Vroeger was het leven zo simpel, met alleen een Landsloterij waarvan je de loten bij vaak bejaarde vrouwtjes op de hoek van de straat kocht. Nu kun je bij vrijwel iedere omu en speciale kiosken je geld wegbrengen om een flinterdunne kans te hebben wat meer terug te krijgen. ’s Avonds op de buis kun je direct zien of je in de prijzen bent gevallen bij loterijen met namen als Tek’2, Double Tek’2, High5, Quick3, Keno, Megadaily7, Lotto, Lotto-Plus en ga zo maar door. Ze hebben allemaal één ding met elkaar gemeen: de kans dat de beloofde rijkdom u ten deel valt, is vele malen kleiner dan dat u ooit bij een ernstig verkeersongeval betrokken zult zijn. Wat ik natuurlijk niet hoop, ik wil alleen maar aangeven dat u uw geld beter op een spaarrekening kunt zetten dan aan de loterijbazen geven. Want zij zijn uiteindelijk de enige echte ‘gelukkige winnaars iedere dag’. Maar dat gaan die presentatoren u natuurlijk niet vertellen. Zij zijn ingehuurd om u gouden bergen te beloven, de ballen te laten rollen en het moeilijkste van alles, de cijfers voor te lezen. Als ze maar lachen en de spannende slogans van de verschillende gokkerijen, soms wel vijf achter elkaar, met een brede lach de huiskamers in gooien. ‘Blijft u spelen beste kijkers, want spelen is winnen!’ Dat is natuurlijk gelogen, maar kennelijk mag dat.
Ik vraag me wat ze heeft bezield om voor de camera het domste werk in televisieland te doen. Ik kan mij niet voorstellen dat daarmee een kinderdroom in vervulling is gegaan. Als opstapje naar het echte televisiewerk kunnen ze het ook niet beschouwen, want ik ken niemand die is doorgestroomd. Een loterijdame mocht het ooit wel proberen bij Panorama, maar dat werd een complete mislukking: cijfertjes voorlezen is toch heel wat anders dan een gesprek in goede banen leiden.
Als lachende zoutzak, soms met een vreemde handschoen aan die volgens mij gekocht is bij een internetseksshop, hebben ze eigenlijk het minst dankbare werk: tienduizenden gokkende Surinamers avond na avond chagrijnig maken omdat ze weer die jackpot niet hebben gewonnen. Ik zou mij niet meer veilig voelen op straat, er moet toch een keer een idioot zijn die jou als presentator daar hardhandig op aanspreekt.
Nou ja, als ze ooit beseffen dat wat ze nu doen geen gezicht is op hun cv, dan kunnen ze zich altijd nog om laten scholen tot petflessenschepper in de trenzen van, bijvoorbeeld, Paramaribo-Noord. Die hebben we pas echt nodig en het is nuttiger en veel dankbaarder werk dan een misleidend flutspelletje op de televisie aan elkaar te kletsen.