Schietgrage agenten
De hete adem van minister Belfort
Platliggen of doorzeefd worden
Een doorzeefde auto en vier dito, bloederige lijken. Dat was medio juni het zo verlangde bikkelharde antwoord op de steeds brutaler wordende en niets ontziende criminaliteit. Na het gejuich braken al snel kritiek en argwaan los. Was er sprake van een ‘standrechtelijke executie’ van ongewapende, gemakkelijk vindbare verdachten? En verwordt de politie zelf niet tot een moordmachine? “Volgende keer komen we je niet halen, maar schieten we je meteen neer.”
Man en vrouw moeten gekneveld toekijken hoe hun appartement wordt leeggeroofd, even later krijgt zij heet water over zich heen gegooid. Een zwangere vrouw krijgt tijdens een roofoverval harde slagen tegen haar buik. Het personeel van de Landbouwbank in Lelydorp ontvangt rake klappen, terwijl onder bedreiging van zwaar geschut en op klaarlichte dag de kas wordt leeggeroofd. Stroomschokken, vuurwapengeweld, maar ook verkrachtingen: slechts een kleine greep uit het assortiment van gruwelheden waarmee het harder en brutaler worden van de criminaliteit in Suriname – met name in Groot Paramaribo – gepaard gaat. Met het toenemende gekerm van slachtoffers wordt ook de maatschappelijke noodroep om met gelijke of zelfs hardere hand terug te slaan, almaar luider. Minister Martin Misiedjan belooft gouden bergen, maar komt niet verder dan een hoopje oud ijzer. Hij moet plaatsmaken voor Edward Belfort, een bikkel uit de harde praktijk: voormalig lid van het Arrestatie Team en laatstelijk waarnemend onderdirecteur Delinquentenzorg van Justitie en Politie. Alsof het om een ultimatum gaat, roept Belfort richting criminelen: “Als jij je niet aanmeldt, komt de politie je halen met alle haar ten dienste staande middelen. Je bent dus gewaarschuwd.” Maar dat blijkt aan dovemansoren gericht. Roofovervallen en inbraken – al dan niet gepaard met verkrachting – blijven het nieuws domineren. Totdat medio juni een juwelier in de drukbezochte Maretraite Mall op klaarlichte dag met semiautomatische wapens wordt beroofd. Ter afschrikking schieten de daders in meubilair en vloer. Ze maken tien kilo aan goud buit. Dan is de maat vol. Het bikkelharde antwoord van de speciale opsporingseenheid Faya Blo is een totaal doorzeefde auto. Buiten liggen vier eveneens doorzeefde, bloederige lijken. Suriname juicht, want het land is verlost van vier die hard criminelen. Maar zo snel als de politie heeft gehandeld, zo snel breken de nodige kritiek en argwaan los. Sterker: er wordt gesproken van standrechtelijke executie. De mannen blijken ongewapend en zouden – na waarschuwingsschoten – ‘op de vlucht’ zijn neergeschoten, terwijl voorruit en motorkap als een vergiet waren. Ook de schotwonden waren frontaal, hoe dan ‘op de vlucht’? Nog geen 24 uur na het incident verklaart de justitiële driehoek, bestaande uit minister Belfort, procureur-generaal Soebhas Punwasi en waarnemend korpschef Humphrey Tjin Liep Shie, dat het allemaal “binnen de marges van wet en recht” heeft plaatsgevonden. “Want”, aldus Tjin Liep Shie, “we nemen de ernst van de gepleegde misdrijven mee in de afweging of de aanhouding uitgesteld zou moeten worden.”
Het Quick Response Team (QRT) rukt meteen uit met zware shotguns als via het alarmnummer 115 melding wordt gedaan van een misdrijf dat gaande is.
Het Ondersteunings Team (OT) schiet te hulp als blijkt dat tijdens een misdrijf meer politiekracht nodig is, omdat er bijvoorbeeld meerdere (vuurwapen)gevaarlijke verdachten gesignaleerd zijn. Leden komen in burger met kogelvrije vesten waarop ‘politie’ staat en maken ook gebruik van automatische wapens.
Het Arrestatie Team (AT) is een speciaal getrainde eenheid voor opsporing en aanhouding van vuurwapengevaarlijke verdachten, wanneer die eenmaal in beeld zijn gebracht en voortvluchtig zijn. Het team is ook uitgerust om in het binnenland het zware werk te doen.
Faya Blo is een eliteteam van politiemannen, militairen en leden van de Counter Terror Unit (CTU), belast met opsporing en aanhouding ‘most wanted’-criminelen. Formeel staat het onder leiding van het KPS maar in de praktijk blijkt hieromtrent veel ongewis.
Die hard
Door vooral de nadruk te leggen op het die hard-karakter van de bende van ongeveer vijftien leden, probeerde de politie de samenleving ervan te overtuigen dat het gewelddadige ingrijpen noodzakelijk was. Deze bende zou ook de beroving van Savannah Casino, handelsbedrijf Malhoe en de geldtransportwagen van Sociale Zaken en Volkshuisvesting op zijn naam hebben. Volgens de politie reikt de reeks aan overvallen zelfs terug tot 1995. “Deze die hard bende heeft onze gemeenschap al heel lang in een greep van terreur gehouden”, bevestigt Tjin Liep Shie nogmaals aan Parbode in zijn vergaderkamer op het hoofdbureau van het Korps Politie Suriname. “Voorlopig hoeft Suriname niet meer te vrezen voor grote gewelddadige overvallen”, verzekert hij. Maar op veel vragen antwoordt hij met minder zekerheid. De politie schetste het beeld van een periode van vruchteloze opsporing, waarna daar ineens die confrontatie met de vuurwapengevaarlijke bendeleden was. Met kinderlijke eenvoud zijn hun adressen echter via het telefoonboek te achterhalen. Ze blijken er zelfs een modaal familieleven op na te houden. “Hij was elke dag thuis en elke avond tilde hij de kinderen op, want die waren alles voor hem”, vertelt Miriam Rustveld, de weduwe van Jules Goddard (45). Ze ontkent niet dat haar man in het verleden verkeerde dingen gedaan heeft, maar het beeld van ‘bendeleider’, klopt volgens haar absoluut niet. “Hij was niet vuurwapengevaarlijk. Niemand wil het geloven, maar ik heb mijn man nooit met een wapen gezien.” In de wijk Latour woont het gezin met vier kinderen in een fatsoenlijke woning. Het huishouden draait op de inkomsten van het op de bovenverdieping gevestigde ‘Pension Bob’ van tien kamers, dat Goddard van zijn vader erfde, en van de taxiverdiensten van de oudste zoon (22). “Kijk hoe wij leven. Als mijn man een succesvolle crimineel was geweest, had ik het geweten, want dan zouden we niet met schulden leven”, zegt Rustveld. Ze toont een kalender waarop nauwkeurig is bijgehouden hoeveel schulden er nog zijn en het contract waaruit blijkt dat de gezinsauto als onderpand dient voor een lening van twaalfduizend srd bij een ondernemer. De weduwe benadrukt dat Goddard niet altijd een lieverdje was. “In de jaren negentig had hij verkeerde vrienden waardoor hij twee jaar gevangen zat in Opa Doelie. Hij is toen veroordeeld omdat hij de chauffeur van een vluchtvoertuig was”, vertelt ze. Hij verbleef daarna zes jaar bij zijn buitenvrouw aan de Franse kant van de Marowijnerivier, waarna hij uiteindelijk weer bij zijn echtgenote terugkwam en zijn leven wilde beteren. Maar Goddard werd constant door de politie beschuldigd en lastiggevallen, ook voor vergrijpen die hij volgens zijn vrouw onmogelijk gedaan kon hebben. “Voor alle kleine wissewasjes kwam de politie binnenvallen. En het werd steeds gewelddadiger.” Goddard zou meermalen door politiemannen met de dood zijn bedreigd. “Ze zeiden dingen als: ‘Tra lesi wi no kon tik’ yu, ma sut’ yu. Want ala lesi a rechter e gi yu vrijspraak.’” (Een volgende keer komen we je niet halen maar neerschieten. Want die rechter geeft je steeds vrijspraak.) “Ze hebben hun belofte waargemaakt. Ze hebben onschuldige mensen doodgeschoten”, verzucht Rustveld stellig.
Afgeluisterd
“Ik ben bang dat mij iets overkomt als ik aan dit artikel meewerk”, zegt de maatschappelijk werker van Goddard. Wel bevestigt die dat Goddard de intentie had op het rechte pad te blijven maar structureel door de politie op de hielen werd gezeten. De maatschappelijk werker zegt over bewijzen te beschikken dat Goddard van veel vergrijpen werd beschuldigd die hij onmogelijk gedaan kon hebben. Bijvoorbeeld omdat hij toen simpelweg niet in het land was. Het kan toeval zijn, maar op het moment dat het woord ‘documenten’ valt, begint de telefoonverbinding te storen. De ruis is dermate luid dat het gesprek onmogelijk verder gevoerd kan worden. Even later proberen we het opnieuw. “Zo weet ik dat ik word afgeluisterd”, is het eerste en laatste dat de hulpverlener dan zegt. Het verhaal van Goddard heeft raakvlakken met dat van Urbian Burleson (33) en Rizza Amzink (25). Amzink, de jongste van de ‘bende’, had een verleden als autodief, maar juweliers en casino’s beroven, dat deed hij beslist niet. Althans, volgens naaste familie. Zijn moeder: “Hij was al zeker zes jaar bezig op het rechte pad. Het was een trotse knaap die van zijn mode en auto’s hield.” Een oom, die hem dagelijks zag: “Rizza liep elke dag vrijelijk over straat. Bijna elke avond was hij buiten bij vrienden bij de carwash aan de Goudenregenstaat.” Dus de politie had ook hem makkelijk kunnen opsporen en oppakken, concludeert de oom. Goudopkoper Burleson was volgens zijn moeder dagelijks bij haar om zijn kinderen op te zoeken. Dit bevestigen ook jongemannen uit de Ramgoelambuurt, met wie hij vaak tori praatte. Bovendien was Burleson elke dag voor het gebouw van de VCB-bank, waar hij op straat goud opkocht. Een alom bekende hosselaar die eens is veroordeeld voor heling van ‘fout goud’. Ook Burleson was dus makkelijk op te sporen. “Ik zou mijn handen niet voor hem in het vuur steken, want hij bleef niet hier en ik ken zijn vrienden niet”, zegt ook zijn moeder eerlijk. “Maar zoals de politie met hem om is gegaan, dat doe je zelfs niet met criminelen.” Het vierde slachtoffer, Errol Harryson, is een verhaal apart. Van hem is niet bekend of hij een crimineel verleden had. Wat ook zijn handel en wandel was, hij werkte voorheen bij het ministerie van Openbare Werken en kluste bij als taxichauffeur. Zijn echtgenote Virginia Harryson-Slijngaard verklaarde zelfs tegenover Radio 10 dat hij niet in de auto zat die door de politie is beschoten. Sterker nog, ze zou hem nog aan de lijn hebben gehad terwijl de actie van Faya Blo al gaande was en de auto al doorzeefd.
Handgranaten
We leggen dit alles voor aan waarnemend korpschef Tjin Liep Shie. “Ik ben niet van alles op de hoogte”, luidt het minder stellig dan op zijn persconferentie. Maar hij blijft erbij dat Goddard een “soort Godfather” was. “Hij was trainer en instructeur in de criminaliteit. Hij trainde anderen die zich later bij de bende hebben aangesloten.” In 1995 was Tjin Liep Shie zelf betrokken bij het Arrestatie Team dat Goddard toen oppakte. De straf die Goddard toen kreeg, heeft hij uitgezeten. Is het niet oneigenlijk om dit verleden aan de bende toe te dichten, waardoor het beeld ontstaat dat de leden al die tijd ongrijpbaar waren? Hierop antwoordt Tjin Liep Shie geprikkeld maar ontwijkend: “In die tijd is Goddard een keer bij een aanhouding aangetroffen met handgranaten op tafel terwijl hij onder een tent zat. Hij was ook vaak onvindbaar wanneer hij verdacht werd van ernstige misdrijven.” Met als doel een antwoord te vinden op de verharde criminaliteit, dreigt de politie in haar methoden door te schieten – soms letterlijk. Het afgelopen anderhalf jaar hebben al minstens vier doorzevingsincidenten plaatsgevonden, waarbij het niet altijd om maatwerk ging. In januari 2011 opende het Ondersteunings Team (OT) met M16’s het vuur op een stilstaand busje bij een service station in Paramaribo-Noord. De eveneens ongewapende verdachte bracht het er wonderbaarlijk, met slechts één kogel in de rug, levend van af. Later bleek dat politie al te makkelijk op het verkeerde been was gezet in een onderlinge financiële dispuut tussen vermeend ‘slachtoffer’ en ‘overvaller’. Meer dan eens liep het net goed af met totaal onschuldigen. Zoals met een toerist in de Keizerstraat, die tijdens de aanhouding in juni 2011 van een ‘most wanted’ hardhandig op de grond werd gegooid en meerdere geweren op zich gericht kreeg. Ook Inheemse muzikanten uit Nederland konden in januari navertellen hoe zij ‘per abuis’ beschoten werden tijdens een nachtelijke achtervolging door politiemannen in burger en vervolgens zwaar werden mishandeld. Het KPS zelf houdt het aantal schietincidenten van zijn agenten niet bij. Als reden geeft de persafdeling aan dat die statistieken ‘niet interessant’ voor het korps zijn. Tjin Liep Sjie zegt niet te weten van de praktijk dat agenten en leden van speciale eenheden meer dan eens ‘verdachten’ met de nodige krachttermen de dood beloven. “Dat is mij niet bekend. Als dat zo zou zijn, dan zou dat geen professionele houding zijn.” Toch zijn het geluiden die steeds hoorbaar zijn onder burgers in de getto’s – zij het verdacht of onschuldig – na het zoveelste incident waarbij excessief politiegeweld wordt toegepast. Ook de buurtkameraden van goudopkoper Burleson kunnen erover meepraten. “Laatst schoot een politieagent op een schooljongen van vijftien”, vertelt een van hen. “De agent zag hem aan voor iemand die wat gestolen zou hebben bij de supermarkt, maar het bleek toch iemand anders te zijn. Hier kleineren ze je als een hond. Ze proberen het niet eerst uit te zoeken, maar schieten gelijk als ze je van iets verdenken.”
Buitensporig
Nu in één keer vier doden zijn gevallen, zijn niet alleen bij betrokken families en vriendenkringen vragen en twijfels gerezen over wat ‘standrechtelijke executies’ bij politieoptredens genoemd worden. “Ik erger mij als ik naar die verklaringen kijk. De politie gebruikt kronkelingen in haar redeneringen die niet stroken met internationale regels”, zegt Robert Hewitt, voorzitter van de mensenrechtenorganisatie Allied Collective, die besloten heeft de Surinaamse staat aan te klagen bij het Inter-Amerikaans Hof voor Mensenrechten wegens vermoedelijke ‘standrechtelijke executie’. Hewitt: “Er is een resolutie van de Verenigde Naties die precies omschrijft aan welke regels de politie zich moeten houden. In het verdrag van Wenen wordt in artikelen 26 en 27 omschreven dat niemand nationale wetgeving als excuus mag gebruiken om zich niet aan hogere internationale wetten te houden. Internationale verdragen staan nu eenmaal boven de nationale wet.” Ook een ingewijde wapendeskundige die anoniem wenst te blijven, zegt: “Er klopt helemaal niks aan de verklaringen van de politie.” Afgaand op de kogelgaten, vindt hij de inslagen en uitgangen te netjes voor een bewegend voertuig. Hiermee insinueert hij dat de auto, nadat de verdachten al doodgeschoten waren, alsnog doorzeefd werd. Verder beweert hij: “Er wordt gezegd dat op het voertuig is geschoten terwijl die jongens erin zaten, maar er is in de auto geen enkele bloedvlek gevonden.” Volgens deze ingewijde zijn de jongens doelbewust in het vizier genomen.
Platliggen
Volgens Tjin Liep Shie mag de politie schieten als een ‘vuurwapengevaarlijke’ verdachte eenmaal opgespoord is. Dus: “De mensen die weten dat ze van dit soort erge feiten worden verdacht, moeten gelijk platliggen en de handen omhoog steken. Als ze uit de auto waren gestapt en gelijk plat waren gaan liggen of hun handen omhoog hadden gedaan, dan was er helemaal niet geschoten.” Daarom waarschuwt Tjin Liep Shie een ieder die omgaat met anderen van wie hij weet heeft dat ze iets op hun kerfstok hebben. Maar hij belooft: “We hebben hiermee zeer zeker geen trend ingezet die de dagelijkse praktijk gaat worden. Die garantie kan ik de gemeenschap geven.” De waarnemend korpschef weet nu ook zeker dat met het oprollen van deze die hard bende het “aantal overvallen vele malen lager zal zijn”. Het is nu afwachten in hoeverre de doortastende aanpak van Faya Blo afschrikwekkend genoeg is en of daardoor andere criminelen zich alsnog vrijwillig zullen aanmelden bij Belfort, dan wel goudeerlijk worden.