Memre
Welsprekendheid zal bij velen als kernbegrip gehanteerd worden als Otmar Rodgers wordt herdacht. De meeste mensen kennen hem als lid van de Nationale Partij Suriname (NPS) en parlementariër. Hij werd in 1972 voor het eerst lid van de toenmalige Staten van Suriname. Frits Frijmersum werd minister en Rodgers nam door opschuiving zijn plaats in de Staten in. Het parlementaire werk heeft hij tot aan de verkiezingen van 2010 – ruim dertig jaar – gedaan. “Hij kende het parlementaire spel als geen ander”, zegt Otmar Buyne, voorzitter van de Adviesraad NPS Nederland. Bij zijn uitvaart zei Jennifer Geerlings-Simons, de huidge voorzitter van het Parlement: “Ik kan rustig zeggen dat van de vijftien jaren die ik tegenover de heer Rodgers heb gezeten, ik door naar hem te kijken, te luisteren en goed te begrijpen waar hij naar toe ging met wat hij deed, veel heb geleerd.” Rodgers was van huis uit onderwijzer. Maar ook als vakbondsman heeft hij zich ingezet. In 2010 besloot hij wat meer op de achtergrond te functioneren. Sommigen vragen zich af of hij toen misschien voor zichzelf al zou hebben ontdekt dat zijn gezondheid wat minder werd. Rodgers heeft in de recente politieke geschiedenis van Suriname steeds een rol mogen vervullen. Zo was hij betrokken bij de voorbereidingen van de onafhankelijkheid. Als ondervoorzitter van de NPS heeft hij voor zijn partij veel kunnen betekenen. Hij had een belangrijk aandeel tijdens de vredesbesprekingen tussen het Nationaal Leger en het Jungle Commando. Ronald Venetiaan, ex-president en ex-voorzitter van de NPS, gaf bij het overlijden aan dat op Rodgers gerekend kon worden: ‘Wanneer het nodig was, wanneer hij het veld werd ingezonden om toch aan tafel te zitten, was hij in staat dat te doen, zonder compromis, zonder de waarden te vergooien, zonder zich over te geven aan wat we zijn gaan noemen de inflatie in de politiek.’ In dagblad de Ware Tijd van 31 augustus 2010, noemt Rodgers het Nederlandse argument om ontwikkelingshulp te parkeren na de verkiezing van Desi Bouterse als president, verachtelijk. Zowel in Suriname als in Nederland zijn er volgens hem mensen die zijn blijven steken in het verleden; Suriname is geen wingewest meer. ‘We waarderen elke hulp, maar niet tegen elke prijs. (…) De houding van ‘wie betaalt die bepaalt’ gaat hier nooit op’. Bij Loge Volharding had hij de hoogste graad bereikt. Tijdens de uitvaartdienst was dat ook zeer manifest. Enkele weken voor zijn verscheiden werd hij in het Sint Vincentius Ziekenhuis opgenomen, waar hij op 3 september op 72-jarige leeftijd overleed. Op de NPSwebsite is kernachtig zijn heengaan weergegeven: ‘De orator valt stil.’