Toen & Nu
Suriname telt honderden oude gebouwen
met een mooie geschiedenis
De bakstenen sluis bij Nieuw Amsterdam 1925 – 2012
De rustieke sfeer en de mooie natuur in het gebied Nieuw Amsterdam worden verpest voor en dóór de ‘liefhebbers’ ervan. Lege flesjes, blikjes en etensresten liggen in het gras als stille getuigen van gezellige avonden. Afgezien van enkele toeristen, wat scholieren en een medewerker van een visverwerkingsbedrijf die af en aan loopt met een kruiwagen om vissenkoppen in de rivier te dumpen, is het er stil. Sluiswachter Jimmy Kartokromo (50) is al sinds 1996 belast met de taak om Nieuw Amsterdam te beschermen tegen het rivierwater. Hij kijkt met zichtbare pijn in zijn hart naar de slordigheid van de mensen die Nieuw Amsterdam bezoeken. “In de weekenden komen rond vier uur veel mensen hierheen en dan maak ik een praatje met bezoekers. Ik vraag ze altijd vriendelijk om hun vuil niet op de grond te gooien. Ze zeggen nee, maar ze doen het toch.” De bakstenen sluis, die uitkijkt op de samenvloeiing van de Suriname- en de Commewijnerivier, is al sinds 1781 in gebruik. Kartokromo’s werk is qua inspanning afwisselend. “Bij droge tijd is het rustig, maar tijdens regentijd ben ik er dag en nacht mee bezig”, vertelt hij. Zijn werkdag hangt af van het getij. Na zestien jaar als sluiswachter gewerkt te hebben, kent hij de getijden op zijn duim. Er klinkt een vleugje trots in zijn stem wanneer hij vertelt dat hij niet steeds hoeft te gaan kijken, maar wéét dat het nu vloed is.
Voorheen was waterbeheersing voor Nieuw Amsterdam slechts een bijzaak. De sluis werd gebruikt om het fort te beschermen tegen ongewenst bezoek. Als er indringers op het terrein wilden komen om het fort aan te vallen, werd de sluis opengegooid. Het gebied liep onder water, waardoor de indringers werden verrast. Vanuit de bunkers werden ze dan beschoten voordat ze de kans hadden om dichterbij te komen. Sluiswachter was vooral in de jaren dat Kartokromo eraan begon een ondankbaar beroep. Voor dat gangbare magere salaris van vijftig gulden kwam geen inwoner van Nieuw Amsterdam zijn bed uit. “Maar ik was het zo zat dat wanneer er op vrijdagmiddag een overstroming was, men tot maandag moest wachten totdat de sluizen open werden gemaakt, omdat deze op slot werden gezet. Ondertussen waren we allemaal onder water gelopen. Toen besloot ik om zelf sluiswachter te worden.” Deze maatschappelijke daadkracht heeft Kartokromo niet van een vreemde; ook zijn vader beheerde tot diens dood in 2002 een sluis in Nieuw Amsterdam. De laatste jaren werpt het harde werken zijn vruchten af en verdient Kartokromo een redelijk salaris. Hij heeft zich onder andere hard gemaakt voor het renoveren van de sluisdeur, die na een kleine tweehonderd jaar gebruikt te zijn geweest bijna uit elkaar viel. “Ik doe veel moeite, maar het behoud van Nieuw Amsterdam valt of staat met de mentaliteit van de bezoekers.”