Brainwave
Parbode-hoofdredacteur Iwan Brave
laat zijn gedachten golven
‘Sorry’
‘Bij deze wordt u uitgenodigd (…) te komen op het Politiebureau Nieuwe Haven, afdeling Recherche Nieuwe Haven (…) teneinde omtrent zekere zaak te worden gehoord.’ Ook redacteur Jade Yorks en uitgever Jaap Hoogendam ontvingen zo een schriftelijke uitnodiging. We hielden er meteen rekening mee dat ‘zekere zaak’ te maken had met het gewelddadige politieoptreden in juni, waarbij vier verdachten dodelijk werden doorzeefd. Aanleiding voor het omslagartikel van onze augustuseditie. We waren geenszins van plan onze bronnen prijs te geven. De rechercheur liet telefonisch doorschemeren dat het inderdaad ‘die case’ betrof. ‘Wordt het een verhoor of een informatief gesprek?’ Het laatste. Dus wel of niet gaan? ‘Gaan, want ze kunnen je per bevel laten halen’, adviseerde een jurist.
Dat ‘informatief gesprek’ duurde maar liefst drie uren en bleek halverwege wel degelijk een verhoor. De overigens beleefde rechercheur maakte achter zijn pc een uitvoerig proces-verbaal op. Hij wilde weten wie allemaal de inhoud van het blad bepalen. Ik bleef keer op keer benadrukken als hoofdredacteur eindverantwoordelijk te zijn. Zoetjes aan werd duidelijk dat het niet ging om onze bronnen in het artikel maar de kritische toonzetting. ‘Zonder recht doorzeefd.’ ‘Wordt politie een moordmachine?’ ‘Die hard.’ ‘Agenten schieten door.’ ‘De hete adem van minister Belfort.’ ‘Platliggen of doorzeefd worden.’ ‘Het o zo verlangde bikkelharde antwoord.’ Van dit alles wilde de rechercheur tekst en uitleg. ‘Dit is duidelijk een verhoor, maar op basis waarvan?’ vroeg ik tussendoor. ‘Ik ga het u straks vertellen. U zit hier niet als verdachte’, verzekerde hij. Maar juist dat maakte het zo orwelliaans onbehaaglijk. Alsof ik verantwoording aflegde bij Big Brother, zonder te weten wat de aanklacht was. We kwamen bij de omslagfoto. Wie was de fotograaf en hoeveel is ervoor betaald? Niet relevant. ‘Nogmaals: ik ben ook eindverantwoordelijk voor het gekozen beeld.’ Het betreft een zwaarbewapend lid van het A-team wiens hoofd veiligheidshalve tot aan zijn kin is weggesneden. Toch is hij vanwege zijn postuur herkend door collega’s en familieleden. ‘Hij voelt zich in zijn veiligheid en die van zijn gezin aangerand, daarom heeft hij hierover een klacht ingediend bij de PG’, rolde dan eindelijk de aap met alle nattigheid uit de mouw. ‘Leden van het A-team mogen niet herkenbaar afgedrukt worden.’ Als dat zo is, waarom gaan ze dan in een parade ongemaskerd de nieuwe minister salueren? Ook de pers was uitgenodigd. Toen is die foto geschoten. Bovendien hebben we de politieman onherkenbaar gemaakt. Dus geen ‘rectificatie’. Desnoods beslist de rechter daarover. Enkele dagen later volgde een ‘aanvullend verhoor’ en kwam een tweede aap uit de mouw. Het A-team wil niet geassocieerd worden met een omstreden shootout waarbij een andere eenheid (‘Faya Blo’) betrokken was. Als vrienden van het betreffende lid denken dat hij direct betrokken was, dan kunnen ook ‘kompanen van de verdachten’ dat en ‘op wraak’ uit zijn. ‘We zijn een kleine samenleving’, benadrukte de rechercheur. Natuurlijk laat dat ons niet onverschillig. Als we kunnen bijdragen aan de veiligheid van politiemensen, dan doen we dat graag. ‘Maar het wordt beslist geen rectificatie, want we hebben zorgvuldig gehandeld.’ Zie het compromis in onze rubriek PS. De rechercheur was zichtbaar tevreden. Hij had er begrip voor dat we ons werk deden. ‘Maar het zijn harde woorden’, zei hij. In de auto overdacht ik dit. Meedogenloze criminaliteit wordt beantwoord met bikkelhard politieoptreden, dat op zijn beurt met ‘harde woorden’ wordt belicht. Het maakt de cirkel rond. Een individuele politieman voelt zich ‘aangerand in zijn veiligheid’. Onbedoeld. Toch zeggen we daarvoor ‘sorry’. Nu maar hopen dat als justitieel onderzoek ‘disproportioneel politieoptreden’ uitwijst, ook de politie ‘sorry’ tegen de nabestaanden zal zeggen. Daar gaat het tenslotte om, vooral in onze kleine samenleving. Dat we ‘sorry’ zeggen als we elkaar bedoeld of onbedoeld hebben gekwetst. Dat ene verzachtende woord, dat mensen weer vergevingsvol nader tot elkaar brengt. Al is het na dertig jaar. Toch.