Ruth Wijdenbosch
‘Ik ben een hele volksvrouw’
Medio december was het een kwart eeuw geleden dat de democratisch gekozen De Nationale Assemblee werd ingesteld. Sindsdien is Ruth Wijdenbosch (65) parlementariër namens NPS/Nieuw Front. Ze is hiermee het langst zittende DNA-lid. Wat was haar motivatie om zitting te nemen? Een terugblik over missies en standvastige keuzes. “Er is een tsunami nodig, wil ik de NPS verlaten.”
Opgegroeid in Zanderij, district Para, als een van de acht kinderen van Reginald Wijdenbosch en Heloïse Wijdenbosch-Weigle. Vader, ooit vooraanstaand en actief kerkraadslid bij de EBG en inmiddels 97, had normen en waarden heel hoog in zijn vaandel. “Wilde je gegarandeerd een pak slaag, dan moest je liegen”, vertelt Ruth Jeanette Wijdenbosch in de bestuurskamer van de NPS op Grun Dyari. “Keek je naar die zweep en dan toch maar liever de waarheid spreken om zo je straf te ontlopen. Je werd beloond voor overgaan, diploma halen en slagen. Wie bleef zitten, moest alleen met de trein naar Zanderij, terwijl mijn vader de rest van de hele ploeg met de auto ophaalde in Lelydorp. Dan gingen we met hem mee en mocht je eten en drinken wat je wilde, om te vieren dat je het jaar je best gedaan hebt.” Over haar moeder praten gaat niet makkelijk. Zij overleed vroeg; begin vijftig was ze. “Dat is voor ons zo’n pijnlijk moment geweest, dat wij heel veel jaren niet over haar hebben gesproken. Heel onterecht, maar we konden het gewoon niet opbrengen. Zij hield de balans tussen dat verschrikkelijk strenge van mijn vader en ons toch de ruimte geven om andere dingen te doen. We moesten vijf ’s morgens al uit huis om met de trein naar school te gaan in Paramaribo. Dan wilde mijn moeder water koken zodat we boven – we hadden een huis op neuten – konden baden. Wie Zanderij kent, weet dat het dan verschrikkelijk koud kan zijn. Maar mijn vader vond: nee, je moet gewoon beneden baden en tegen de kou kunnen. Hárd.” Ze lacht erom. “Ik denk dat die beide tegenwichten me tot een evenwichtig persoon hebben gemaakt. Ik ben zelf ook streng, maar vind van mezelf dat ik heel rechtvaardig en heel realistisch ben.”
Standvastig
Later in Paramaribo bezocht de familie de Immanuel Kerk. “Tot vandaag ben ik nog lid. We zijn vrij standvastig.” Dat kreeg ze ook vanuit huis mee: gedegen keus maken en erachter staan. Toen ze eenmaal koos voor de politiek, zou het voor altijd NPS worden. “Het ging mij toen meer om de persoon die de heer Johan Adolf Pengel was en wat hij allemaal vertegenwoordigde. Hij was een vriend van mijn vader. Er moet een hele tsunami door de Surinamerivier gaan, wil ik de NPS verlaten. Het stuit mij vreselijk tegen de borst dat de uitspraak wordt gedaan dat je in de politiek geen principes moet hebben. Dan wil dat zeggen dat je nergens principes voor hoeft te hebben. Dat vind ik een heel slecht signaal naar de jeugd. Suriname zou er ook anders uitzien als mensen in de politiek ook standvastig waren”, weet Ruth Wijdenbosch zeker. Ze meent dat het moreel verval van de jaren tachtig nog altijd van invloed is. “Er is heel veel kapotgeslagen, toen door de militaire coup: normen en waarden, gezinsstructuren en vriendenkringen zijn kapotgeslagen. Iedereen was min of meer op zichzelf teruggeworpen.” Daarom ging ze de politiek in, voor herstel van rechtsstaat en democratie en eerbiediging van mensenrechten. “Dat is voor mij vanaf 1987 de leidraad. Zonder die basis valt een gemeenschap uit elkaar. Wanneer je volgens dat principe leeft, dan ga je rijkdommen met het volk delen en sijpelt alles door naar beneden. Dat betekent dat die koek niet door de top wordt gehouden, maar gedeeld naar iedereen toe.” Toch is dat na vijftien jaar president Venetiaan voor velen allerminst het geval. Maar dat komt volgens Wijdenbosch niet per se door corruptie. “Ik denk dat de regering te veel naar de economische cijfers gekeken heeft en daardoor geen risico’s heeft genomen om die koek meer naar onderen toe te verdelen. Denk niet dat wanneer bedrijven het goed hebben dat de mensen die daar werken, het ook goed hebben. Zorg ervoor dat jij als regering de verdeler bent van die koek.” Ze wijt de politieke nederlaag van het Nieuw Front mede aan ‘financiële behoudendheid’. “Monetaire stabiliteit is goed. Maar je moet dan ook nagaan hoe die financiële stabiliteit er is bij die grote gezinnen met vijf of zes kinderen, die nog steeds kinderbijslag hadden van drie srd. We hadden de aov nog een keer moeten verhogen en substantieel.”
Totaal kapotgeslagen
Door de militaire coup in 1980, maar nog meer de Decembermoorden, moest ze haar studie rechten voor lange tijd onderbreken omdat de universiteit gesloten was. “In die periode ben ik echt goed gaan nadenken. Het feit dat mensen het niet eens waren dat studenten in opstand kwamen, en dat het neergeslagen werd door moorden. Dat heeft mijn beeld over hoe ik een land en mensen zie, totaal kapotgeslagen. Ik ben toen gaan beseffen wat ik had. Ik studeerde, ik kon keuzes maken, was vrij, kon mijn vrije mening uiten op elk moment. Als ik ’s avonds op straat wilde blijven, dan deed ik dat ook. Als je dat als jonge persoon wordt ontnomen, dan ga je beseffen wat je altijd for granted genomen hebt.” Maar de protesten gingen door, zij het subtiel, want er heerste angst en groot onderling wantrouwen. Gerechtigheid en Vrede, onder leiding van dominee Polanen en later van Ilse Labadie, kwam op. We shall overcome was toen een strijdlied. Later volgden de protestmarsen op straat, waarbij christelijke liederen werden gezongen. “We waren blij dat we een uitlaatklep hadden en dat was de kerk”, zegt Wijdenbosch. Het waren veelal vrouwen die hieraan deelnamen. Als wordt aangekondigd dat politieke partijen weer zijn toegestaan, verkeert Ruth Wijdenbosch in actieve ‘vriendinnenkringen’ in Welgelegen, die besluiten tot oprichting van de NPS-onderafdeling ‘De Nieuwe Horizon’, in augustus 1987. Daarvan is zij sindsdien voorzitter. Ze kan er zelf om lachen. “Het is een eeuwig edict om voorzitter te zijn.” Geregeld werden kleine massameetings gehouden, thuis bij families, en Wijdenbosch viel op binnen de partij. Toch was ze niet de eerste keus om als parlementariër plaats te nemen in de nieuwe Nationale Assemblee, op 14 december dat jaar. Een andere kandidate, Eudia Kramp, was zelfs al gepresenteerd. Maar die woonde nog geen twee jaar in Suriname, zoals grondwettelijk vereist. Wijdenbosch werd alsnog gevraagd. Henck Arron, die ze als haar politieke ‘goeroe’ ziet, zei: ‘We weten dat je baan bij de Hakrinbank heel belangrijk is, maar we hebben je nodig’. Pas na jaren begreep ze dat rond was gegaan dat zij haar baan belangrijker vond. “Maar dat is niet waar. Ik was gevraagd ressortraadslid te worden. Dat heb ik geweigerd, want ik kon veel meer dan ressortraadslid worden. Omdat men mijn populariteit en aanhang al gauw genoeg doorhad, was ik eigenlijk van tevoren uitgeschakeld door dat bericht dat ik geen belangstelling had.”
Partijmangel
Niet dat ze neer kijkt op de functie van ressortraadslid. “Kén je waarde, is altijd mijn standpunt geweest. Mijn uitgangspunt is kennis vergaren en dan niet onder de prijs gaan voor die kennis die je aanbiedt.” Hierdoor kwam ze eens behoorlijk in de partijmangel. In 1997 werd ze voorgedragen door kernen van de afdeling Paramaribo als ondervoorzitter voor het nieuwe hoofdbestuur. Deze voordracht werd niet eens ter sprake gebracht en haar werd slechts een plek ergens onderaan de kandidatenlijst aangeboden. “Ik vond mijn positionering niet in overeenstemming met wat ik kan. Ik heb toen geweigerd om op die lijst te komen van het zittende bestuur. Maar ze wilde zich ook niet mengen in een interne strijd door plaats te nemen op de lijst van de groep Trefpunt 2000. Arron vond haar neutraliteit niet wijselijk en adviseerde haar: ‘Als er strijd gaande is binnen de partij moet je er nooit buiten blijven. Je schakelt jezelf anders zo uit. Of je komt op onze lijst of je gaat op die andere lijst’. Wijdenbosch koos toen een plek op de Trefpuntlijst. Het betekende bijna haar politieke dood. Toch zegt ze over het advies van haar goeroe: “Het was zeer belangrijk, ook voor mijn politieke carrière. Heel veel dyadyavrouwen en dyadyamannen hebben me voor verrotte vis uitgemaakt. Het was een challenge voor me hoe ik me overeind zou houden binnen de partij na alle tumult.” Er waren zelfs pogingen haar buiten de fractievergaderingen te houden. “Maar ik heb dat niet geaccepteerd. Als er een fractievergadering is, dan sluit niemand de deur voor mij; ik hoor erbij, ik blijf erbij en ik doe mee. Dat heeft ook gemaakt dat vele mensen die tegen mij waren, gezien hebben: ‘dit is een echte NPS’er’.”
Groter belang
Na maar liefst drie verkiezingen (1987, 1991, 2000) kon het Front, al dan niet met steun van DA’91 een comfortabele tweederde meerderheid vormen. Iedereen vraagt zich af waarom toen die keren de Grondwet niet aangepast om personen met een crimineel verleden buiten de politiek te houden. “Ik denk dat men vergeet hoe 1987 eruit zag. Wat toen overgenomen is en alle stappen die zijn gezet om de democratie en de rechtsstaat te herstellen, wat het ons gekost heeft omdat allemaal te kunnen doen. En daarnaast dat economisch deel van de puinhoop weer op lijn te brengen. Onze hoofdpijn was op dat moment niet Bouterse elimineren of zorgen dat hij geen politieke macht zou hebben.” Wat 25 jaar geleden begon met een daverende 41 zetels voor het Front, is geslonken naar een schamele veertien. Wijdenbosch vindt dat voormalige Front-partner Paul Somohardjo de NPS schade heeft toegebracht. “Vooral met de grondzaken. Ik denk dat veel gronden naar hem zijn gegaan en naar zijn eigen partijgenoten. De NPS heeft daarvan groot nadeel ondervonden doordat onze mensen nauwelijks aan bod kwamen. Daarmee bedoel ik mensen die net in staat zijn een kravana op te zetten en die met de jaren kunnen uitbreiden, gezinnen en middenstanders. Tenslotte zijn we teruggevallen naar vier zetels en is onze partner VHP even groot gebleven. Voor onze partij is deze terugval een vreselijk pijnpunt. Als er iets is waarvan ik spijt zou kunnen hebben, is het dat wij nooit consequenties hebben verbonden aan harde standpunten die onze fractie heeft ingenomen over grondkwesties. Het heeft tranen binnen de fractie gekost en daarbinnen vreselijk veel problemen gegeven, dat we geen ferm standpunt hebben ingenomen.” Maar steeds was het ‘groter belang’ reden om de coalitie bij elkaar te houden. Ongetwijfeld ook om Bouterse buiten het machtscentrum te houden, wat dus schromelijk is mislukt. Immers, de achterliggende missie was ook een front tegen de exponenten van dictatuur. “Die missie gaat altijd blijven. Ik heb meegemaakt dat mijn vrijheid mij is ontnomen. Aan de jongeren kan ik dat alleen maar vertellen, maar dat gaat buiten hun verbeelding. Ik denk wel dat we onze andere missies te weinig naar buiten toe hebben geprofileerd. We hebben onze campagne gevoerd met dezelfde mensen van 1987. We hebben niet voldoende geluisterd naar vernieuwende ideeën om een campagne op te zetten.” Ook qua verjonging was er te veel behoudendheid, beseft Wijdenbosch. “De doorstroming van jongeren is bij ons niet snel genoeg gekomen, daar ben ik zelf ook debet aan. Tot 2015 moeten we hen klaarstomen en we moeten niet bang zijn om risico’s te nemen met hen.” Wijdenbosch denkt niet dat die verjongingskansen inmiddels verkeken zijn, zich onder meer baserend op haar contact met jongeren, ook via Facebook. “Velen zijn nog zoekende omdat zij normen en waarden nog steeds hoog in hun banier dragen. Ze zijn zoekende naar een politieke partij waarbij ze zich kunnen aansluiten en waar ze ook de vrije ruimte krijgen. Hoe we ons in de komende jaren profileren, zal erg belangrijk zijn, want de jongeren moeten ook geloven dat je hen daadwerkelijk de kans geeft.” Ze wil allerminst beweren dat het moreelbesef van NDP-jongeren klein is. “Nee. Maar ik denk dat velen er gewoon niet over nagedacht hebben en mee zijn gegaan met beloften en mooi praat – ik durf Bouterse niet eens charismatisch te noemen. Krasse taal en een heleboel loze beloften hebben ze ook aangetrokken. Velen beseffen nu dat het slechts een rookgordijn was.” De democratische machtsovername van Bouterse wil niet zeggen dat het na 25 jaar allemaal voor niets is geweest. “Nee”, glimlacht Wijdenbosch zelfverzekerd. Ze wijst op haar inspanningen om Suriname toe te laten treden tot het Internationaal Strafhof met als doel voorkomen dat hier weer ongestraft ernstige schendingen van mensenrechten plaatsvinden. “Waar ik ook naar streefde is onderzoek naar schending van mensenrechten en dat onderzoek loopt.” Als andere missies wijst ze op tal van goede zaken van het Nieuw Front en waarop de huidige regering voortbouwt. De raffinaderij van Staatsolie, de 72 miljoen die is gereserveerd voor de vijfprocentlening aan burgers voor zelfwoningbouw. Geplande bruggen die worden afgebouwd alsmede rehabilitatie van wegen. “Ze zijn verstandig genoeg om dat voort te zetten van wat in die koker zat. We moeten nu wel heel goed opletten, omdat men in de verspilling raakt. Als men van die goede dingen afstapt, zoals president Wijdenbosch destijds heeft gedaan waardoor we teruggevallen zijn, dan zal de missie wel mislukt zijn.”
Elite
Ruth Wijdenbosch kampt ook met het imago van ‘elite’. Zelf stelt ze minstens een ‘halve volksvrouw’ te zijn. “Ik heb mijn mensen op de markt en informatie over wat zich daar afspeelt. Ik ben zeer goed geïnformeerd wat gebeurt in buurten en wijken, waar ik ook geregeld kom. Ik bestrijd dat ik ver van het volk sta. Wanneer we campagne voeren, zijn we bij je aan de deur. Als de campagne voorbij is, dan heb jij ook het recht om anytime te bellen om een afspraak te maken of te praten. Wat dat betreft ben ik een hele volksvrouw.” In 2000 door de Surinaamse Vereniging van Journalisten uitgeroepen tot de ‘meest prominente vrouw’ in de politiek. Een Lifetime Achievement Award voor haar sportprestaties als topbasketbalster en betrokkenheid bij de sport. Ze is nu ondervoorzitter van zowel de DNA als de NPS. Het voorzitterschap van de partij lag nu zelfs voor het oprapen. Maar ze deed het niet. Vanwege haar leeftijd. “Ik vind dat NPS een nieuw gezicht moet hebben met een jongere voorzitter. Capabel, dat is voor mij het draagvlak, man of vrouw en niet 65 jaar. Heel veel vrouwen zouden gelukkig zijn als ik ervoor was gegaan en het zou heel sterk overkomen. Maar ze zouden ook erg teleurgesteld raken als zou blijken dat ik de tijd, die men verwacht, er niet in zou kunnen steken.” Ruth Wijdenbosch wil vooral ook tijd voor zichzelf. “Na 25 jaar mij voor de partij te hebben gegeven, wil ik ruimte geven aan mezelf. Op feestjes en evenementen van de familie is het altijd ‘Ruth de afwezige’. Ik wil nu meer tijd hebben voor mijn familie, vrienden en partner. Daarnaast ben ik in een afbouwfase van mijn politieke carrière.” Maar heeft ze niet al te lang gezeten? “Nee, ik heb niet dat gevoel. Ik wilde wel afhaken in 2010, maar wist ook dat als er een beroep op mij zou worden gedaan, ik geen nee zou zeggen. Deze drie jaren wil ik nog geven aan de partij als ondervoorzitter omdat ik ervan overtuigd ben dat ik met mijn kennis en ervaring een bijdrage kan leveren; en dan houdt het ook echt op.” Ze kijkt allerminst met spanning uit naar wat Nieuw Front-partner VHP een volgende keer zal doen; eventueel uitstappen en toch samen gaan regeren met de NDP. “Voor mij is NPS belangrijk en ik denk dat wij een grote taak hebben om van de vier zetels de partij weer groter te maken. Vanuit eigen kracht kijk ik ernaar en dat alleen maakt dat je partners vindt, anders ben je underdog. En de NPS mag en zal zeker geen underdog zijn.”