Lust & Leven
Naam: Carolien Marlet
Leeftijd: 51
Beroep: Psychomotorisch
therapeut bij Medisch
Opvoedkundig Bureau (MOB)
Al zes maal was ze de snelste vrouw bij de Srefidensi Marathon. Wat begon als een grapje – even meedoen met een hardloopwedstrijd – liep uit op een lijst vol overwinningen. Zolang ze haar Nederlandse paspoort aanhoudt, zal ze echter nooit als ‘eerste Surinaamse Vrouw’ finishen. Ondertussen woont en werkt ze al sinds 2005 in Paramaribo, met haar man en zoon. “Je blijft altijd een Nederlander.”
Zit je lekker in je vel?
“Ik zit goed in mijn vel. Op mijn werk loopt het lekker, ik krijg steeds meer klantjes. Ook heb ik vorig jaar weer de marathon gewonnen. Sinds ik ben geëmigreerd, doe ik mee met hardloopwedstrijden. Toen ik mijn eerste tien kilometer won, moest iedereen thuis lachen. ‘Heb je geld gewonnen?!’ Jarenlang won ik alles wat er maar te lopen viel. Dit jaar had ik een goede tegenstandster bij de marathon die lang voor mij liep. Na 28 kilometer ben ik haar voorbij gegaan. Het is namelijk ook een mentaal ding. Hoe ouder je bent, hoe beter het gaat.”
Waar ben je mee bezig?
“Ik werk als psychomotorisch therapeut, de eerste en enige in Suriname. Ik praat en speel met kinderen die emotionele en psychiatrische problemen hebben en probeer zo hun gedrag te manipuleren en stimuleren in een andere richting. Mijn methode is laagdrempelig en kinderen komen graag. Naast mijn werk verzorg ik mijn zoon en ben ik met van alles in en om het huis bezig. Voor mezelf sport ik ook veel. Ik loop drie keer in de week en vaak zwem ik dan nog daarvoor of daarna. Nooit meer dan dat, want ik ben toch wel bang voor blessures.”
Wat wil je absoluut nog doen?
“Ik houd ervan om in het binnenland te mountainbiken. Vorig jaar hebben we met een groep vrouwen bij Moengo een heel leuke tocht gemaakt en geslapen in tenten. Zoiets wil ik dit jaar weer doen. Nog liever zou ik een expeditie naar een berg in het binnenland maken. In juli ga ik de marathon in Rio lopen. De concurrentie is daar veel groter, maar in mijn leeftijdsklasse doe ik het misschien nog niet zo slecht, want er zijn weinig vrouwen boven de vijftig die nog meedoen. Ik ben een ouwe taaie die nog mee kan.”
Wie bewonder je?
“Ik kan niet één persoon noemen, maar ik bewonder mensen die echt ergens voor gaan, of het nou in hun werk is of in het verzorgen van een beest. Mijn moeder in Nederland is nu ernstig ziek en die is zo aan het knokken. Ze blijft dat laatste draadje vasthouden. Als je echt ergens voor gaat, vind ik dat bewonderenswaardig.”
Ga je voor geluk of voor geld?
“Ik ga altijd voor geluk, anders zou ik hier niet naartoe zijn getrokken. Mijn man en ik wilden al een paar jaar in het buitenland gaan wonen en werken en toen we allebei werden ontslagen, dachten we: nu of nooit. We zouden voor twee jaar komen, maar we zitten er inmiddels al acht jaar. De meeste dingen waar ik voor kies, vind ik leuk om te doen. Als mijn werk niet leuk was, zou ik het ook niet kunnen, want je moet geïnteresseerd zijn in het kind. Ik werk ook bijna voor niks; het prijzengeld van de marathon levert meer op!”
Liefde of succes?
“Liefde natuurlijk, en dan denk ik aan liefde in de brede zin van het woord. Ik ben heel erg van mensen om me heen. Ik heb nooit de ambitie gehad om een carrière op te bouwen en heb altijd verschillende leuke baantjes naast elkaar gehad: bij een psychiatrische instelling, als stewardess, in de horeca. Alles bij elkaar had ik genoeg geld, maar het zijn geen echte succesbanen. Als ik had gekozen voor geld, had ik een ander vak moeten kiezen.”
Bang voor de dood?
“Nee, maar ik ben wel bang voor aftakeling. Als ik naar oude mensen kijk, denk ik: oei. Mijn moeder heeft natuurlijk geen behoefte meer een marathon te lopen, maar ze baalt dat ze niet meer snel iets kan pakken, dat ze moe is, dat ze niet meer goed kan horen. Al die dingen beginnen nu al en daar ben ik wel bang voor. Door te trainen hoop ik dat wat tegen te gaan en ik denk dat ik veel fitter ben dan een gemiddelde vijftigjarige.”
Ga je op je sterfbed spijt hebben?
“Het is altijd goed daarover na te denken, want je kunt er nu nog iets aan doen. Van kleine beslissingen heb ik wel eens spijt, maar van belangrijke, grote keuzes niet. Van het naar Suriname trekken heb ik nooit spijt gekregen. Ik heb eigenlijk zoveel verschillende dingen al gedaan: verschillende banen, een kind, een keer geëmigreerd, niet slecht alles bij elkaar.”
Geloof je in leven na de dood?
“Ik ben rooms-katholiek opgevoed, maar denk niet dat we in de hemel komen. Ik geloof niet dat ik na de dood een ander, concreet leven heb, maar ik denk wel dat er íets is. Want ja, wat is niks?”
Hoe zou je herinnerd willen worden?
“Niet alleen als de marathonwinnares van Suriname, maar ook als iemand die bezig is met de mensen om zich heen. Zowel in werk als privé ben ik bezig met mensen, ik zorg vaak voor anderen en ze mogen altijd langskomen.”