Antiquariaat
Geschiedenis der kolonie Suriname
Eén van de belangrijkste boeken over de geschiedenis van Suriname verscheen in 1788, in het Frans, onder de titel Essai historique sur la colonie de Surinam. Het werd geschreven door een gezelschap van geleerde Joodse mannen in Suriname bestaande uit S.H. Brandon, M.P. de Leon, S.J.V. de la Parra en J. de la Parra en David de Ishac Cohen Nassy. Deze Nassy, geboren op de Jodensavanne in 1747, was eigenaar van de koffieplantage Tulpenburg en de belangrijkste auteur van dit boek. In 1776 echter moest hij om schuldeisers te ontlopen naar de Jodensavanne vluchten waar hij secretaris van de Sefardische gemeenschap werd. In 1791 verscheen de Nederlandse vertaling die als titel mee kreeg Geschiedenis der kolonie van Suriname. Voor wie de essentie van Suriname in de achttiende eeuw wil begrijpen, is dit boek een must.
Volgens Nassy telt de stad Paramaribo slechts tweeduizend blanke inwoners, waarvan meer dan de helft Joods is (615 Portugese Joden en 430 Duitse Joden). Daarnaast zijn er zo’n 650 mulatten en ‘vrije negers’ in de stad, terwijl de hoeveelheid slaven circa vijftigduizend bedraagt. Eén van de belangrijkste vragen die men zich bij de bestudering van de geschiedenis van Suriname moet stellen, is hoe het mogelijk was dat zo weinig Europeanen zoveel slaven van Afrikaanse komaf onder de duim konden houden. Dat systeem kon natuurlijk niet alleen maar door repressie en onderdrukking standhouden. Er waren ook Afrikanen die het systeem actief ondersteunden. Zo werd in 1772 het ‘korps der vrygemaakte Negers’ opgericht. Dit korps, zo schrijft Nassy, bestond uit de tweehonderd beste slaven die gekocht waren van alle plantages in de kolonie. Voor een kleine bezoldiging en andere voordelen namen deze vrijgemaakte slaven succesvol deel aan de tochten om tegen de weggelopen slaven te vechten. Nassy, die later zelf de titel van doctor medicinae zou verwerven, vraagt zich af waarom men in Suriname niet meer gebruikt maakt van de grote kennis van geneeskundige planten bij de Afrikanen. Want als deze ‘houten en kruiden’ in handen zouden komen van ervaren geneesheren, zou er een ‘schat voor het menschdom’ van te maken zijn. Rond 1782 keert Nassy weer terug naar Paramaribo waar hij een apotheek begint. In 1806 overlijdt hij en wordt begraven op de Jodensavanne. De Geschiedenis der kolonie van Suriname van Nassy is naast Stedmans Narrative of a five years’ expedition against the revolted negroes of Surinam (1796) het belangrijkste boek over de geschiedenis van Suriname. Het is een uitermate zeldzaam boek. In 2004 brachten de originele Franse editie en de eerste Nederlandse editie bij een veiling bij Sotheby’s in New York gezamenlijk achttienduizend USdollar op.
Carl Haarnack
Geschiedenis der kolonie Suriname. Geheel op nieuw samengesteld door een gezelschap van geleerde Joodsche mannen aldaar. Amsterdam – Harlingen: Allart Van der Plaats, 1791