De Droom van Pontong 1
Schrijver en columnist RAPPA legt iedere maand de Surinaamse samenleving op de pijnbank
Met een schok werd ik wakker; het was vakantie. Ik moest juist uitslapen, maar nee, een rare, klare droom had mijn nachtrust verstoord. Droomflarden dreven aan mijn innerlijk oog voorbij. Ik zag een grote waterplas met daarop een drijvend gevaarte. Was dat niet de ark van de profeet Noach, zijn naam zijt geheiligd. Die had toch uit tekenen en boodschappen van Boven doorgeseind gekregen dat er een grote Plons (wij zouden zeggen Wan Bigi Tjoebloem) komende was, dus begon hij op het droge een ark te bouwen.
De bewoners uit de buurt lachten die gekke Noach uit; dat gevaarte zou niet eens blijven drijven! Toen openden de hemelsluizen zich en dagen achtereen ‘sibiboesiede’ (oftewel stortregende) het zodanig, dat het water tot boven de bergen steeg. Onbijbelse wetenschappers zeggen: “Zoveel regen? Dat no kang! Het was een meteoor die in zee tjoebloemde en vloedgolven van meer dan zeven kilometer hoogte veroorzaakte, hoger dan inderdaad de meeste gebergten.”
Maar de ark uit mijn droom was niet van boomstammen, maar van metaal, een scalian, en die heette Pontong 1. En de mannen daarop (geen Profeten, maar eerder Roofeten) waren in camouflage en ook in ’t zwart gestoken (men in black) met zware schiettuigen (daga-daga’s) en ze zochten geen meteoren in de lucht, maar onder het water naar dat edele metaal in korrel- en in stofvorm, waar de mensheid sinds de oudheid zo verzot op is. Grote hoeveelheden daarvan waren door de jaren heen via de kreken het Blommenmeer ingespoeld.
De autochtonen uit de buurt, die al die tijd de bouw van de Goudzuig-ark gevolgd hadden, hadden daar geen misbaar over gemaakt. Ze hielpen misschien zelfs mee en/of kregen wat lekkers toegestopt, zoals de nieuwbakken voorzitter-sheriff een Prado (of Prodo)wagen (straks: “Ik zweer dat ik hoegenaamd niets heb beloofd of heb ontvangen om het ambt van pres te verkrijgen”) of zoals de oudbakken voetbalbondvoorzitter met z’n dollar-enveloppe die hij nu moet teruggeven, zo ook met die ‘Nai-keerie’ vreet- en zuipstaf op het commissariaat die zich vijf jaren lang met directiegelden heeft besmeerd. Toen de Pontong 1, een complete fabriek met woonruimte en misschien ook schietbaan, startklaar op het meer dreef, klaar om te zuigen, kregen de tientallen andere illegale pontonnetjes door dat ze de concurrentieslag zouden verliezen en opeens schreeuwde iedereen tot in ‘s lands babbelzaal moord en brand. De grote waterplas zou door de zuigactiviteiten vervuild worden, nu pas, alsof anderen daar niet al jaren in kwik tempo mee bezig waren, zonder een koperen cent aan de belastingspot bij te dragen. En heel vreemd: niemand wist wat van die superponton, wilde geen eigenaarsnamen noemen of kon zich niets herinneren van een vergunning, niet de DC of zijn BO’s, niet de minister van En Haa (heeft deze misschien net als die vorige ook op commando blindelings ten behoeve van ‘connecties’ goudconcessies getekend?). Deze geheimzinnigheid maakte de weg voor allerlei geruchten vrij. En de commandant van de men in black zei: “Mannen, we gaan voor de goede vrede elders zuigen, want als hun opperhoofd weer hierheen komt zwemmen, gaat alleen z’n opper terug. Zij denken dat het binnenland van hun is, wij denken dat ook, dus dan gaan we met gloeiend lood praten.”
Toen zag ik in mijn droom opeens een man met een boek in zijn hand zwaaien en heftig schreeuwen: “Hierin staat dat guy’s s’a gay een ziekte is, ze mogen niet trouwen en kinderen adopteren. Net als bieslesse vrouwen.”
“Keurt je boek dan goed dat guy’s sa no dè gay hun vrouw en hun kinderen in de steek laten en dat goedpraten met: ‘het is bij ons traditie; het komt door die slavernij?’
En het Heilig Boek wordt te pas en te onpas door allerlei oogkleppendenkers geïnterpreteerd. Vroeger zeiden die dat er in de Bijbel bijvoorbeeld zou staan dat de aarde een plat vlak was. “En wie daar anders over dacht, kwam op de brandstapel, later werden dat gaskamers”, schreeuwde een andere stem.
“Maar waarom bestaat het topgedeelte van alle religiën ter wereld alleen uit guy’s en zitten velen daarvan aan jongetjes te frunniken, wat van de kerkleiding geheim moet worden gehouden?” schreeuwde opeens weer een stem.
Toen moet ik wakker zijn geschrokken.