De goud-, fout- en stoutkoorts
Schrijver en columnist RAPPA legt iedere maand de Surinaamse samenleving op de pijnbank
Vroeger had je strikt gescheiden seksen op scholen; op de roomse jongensscholen werd er lesgegeven door mannen, fraters, vaak goeie praters die vakken, zoals scheikunde, wiskunde, biologie en natuurlijk Nederlands en Latijn op en top beheersten, maar ook vaardig waren in het uitdelen van fikse oorvijgen en trappen onder de kont. Toch (of waarschijnlijk: juist mede daardoor) zijn velen die door en onder hun handen gingen, groten in de Surinaamse maatschappij geworden (zie de Brutus-club). De meisjes gingen ook op aparte scholen – vandaag de dag is er (gelukkig of helaas?) maar eentje over – en ook in zedig, over de knie gerokte verpleegsterachtige blauwe schooluniformen waren ze de openbare scholen ver voor. Bij de roomsen kregen de meisjes les van nonnen, ingepakt als pinguïns, precies de traditioneel geklede Arabische vrouwen waar vandaag de dag in westerse landen toch zo veel om te doen is.
Ook deze nonnen wisten van wanten en gaven naast de weesgegroetjes en Ave Maria-zedenpreken ook gedegen les, van rekenen tot handwerken, van hoedenvlechten tot poëzie. Mijn vroegere buurvrouw kon zich een jong nonnetje herinneren, zuster Margaretha, die gelukkig wat meer ‘flexie’ was, dan die ouwere zuurpruimen. Maar op een gegeven moment viel het haar op dat zuster Margaretha vooral ’s ochtends enkele keren haastig de klas uitging. Het bleek dat ‘t nonneke dan boven de wastafel in de leerkrachtenruimte heftig stond te kotsen. Niet lang daarna was zuster Maria Margaretha Magdalena weg, teruggepost naar Noord-Brabant, naar de Heilige Congregatie van Zedige Zusters of hoe haar kloosterorde ook heette. Bij zuster Margaretha was het blijkbaar geen onbevlekte ontvangenis geweest; nee, ze had bevlekt ontvangen, niet van een handsome leerling zoals tegenwoordig, maar van een wat eenzame, ietwat oudere frater die godzijdank niet van jongetjes hield.
Zwanger wordende leerkrachten zijn zo te zien niets nieuws onder de zon van ons onderwijs. Al wordt het niet als een goed voorbeeld beschouwd als je met een buik voor de klas staat. Als vrouw, welteverstaan, want mannen met een buik, hoe groot die ook is, zijn voor de klas wel geaccepteerd. Idem dito in de klas: op een aantal voortgezette dagopleidingen wordt een leerlinge wiens baarmoederlijke zwelling al zichtbaar wordt, met de meeste spoed van school verwijderd, al zou ze nog even haar schooljaar kunnen afmaken. Haar gezegende staat blijkt dan absoluut niet gezegend te zijn en is geen goed voorbeeld. Waarvan? Voor wie? Voor jonge schoolgaande vrouwen, inderdaad! Het goede voorbeeld is: op school doe je ‘het’ misschien wel, maar wee je gebeente als je zwanger raakt!
Toen er dus onlangs in de krant een artikel verscheen dat een jonge leerkracht te Moengo zwanger bleek te zijn van een leerling, sperden velen in de hoofdstad hun ogen wijd open van opperste verbazing en schudden meewarig het hoofd. De leerling-verwekker schoof zijn schot in de roos niet onder de stoelen en tafels van het lokaal. ‘Mi bigi uma o’w set’ mi kon’, oftewel ‘mijn volwassen vrouw zal mijn zaakjes in orde maken,’ liep hij trots rond te bazuinen.
De verbazing onder de zedig levende stadsbevolking werd nog groter toen een assembleelid uit Marowijne in ’s lands vergaderzaal verklaarde dat het verschijnsel van jonge vrouwelijke leerkrachten die verlekkerd zouden zijn door wat oudere jongens uit hun klas, in het binnenland eerder regel dan uitzondering is. En als klap op de vuurpijl verklaarde het hoofd van het Bureau Onderwijs Binnenland dat de samenleving dit toenemende fenomeen niet onder ogen wil zien en dat het verleiden van vooral jongere, vrouwelijke leerkrachten door de oudere jongens in de klas toeneemt. Dit komt niet alleen vanwege hun biceps, triceps, of 3,14-ceps (pi in de wiskunde), maar door het goud dat deze jongemannen in hun vrije tijd op de goudvelden, vaak niet ver van de school, naar boven wassen. En, waar voorheen het BOB vooral jonge leerkrachten moest smeken om zich aan te melden om les te geven in het binnenland, zijn de aanmeldingen tegenwoordig gestegen tot 750. Maar dat komt niet door de goudkoorts, de fout- of de stoutkoorts, maar door een stimuleringsproject van het BOB, aldus het hoofd.
Ja, ja, die stimulans heeft vooral onder de dames goed geholpen…