Essay
We zijn ons niet altijd bewust van onze angst. Het is immers een gevoel dat je vaak een andere draai kunt geven. Je bent niet angstig, maar slechts voorzichtig bijvoorbeeld. Misschien ook wel realistisch, zoals een mevrouw in Info Act, die het had over kettingdieven. Die angst is vrij concreet. Maar wat te doen met de angst die veel dieper ligt, die het leven van mensen in de ban heeft?
Het was in de tijd dat ik op zoek was naar een geschikte woning, dat ik me daar bewust van werd. Terwijl ik aan vrienden en familie honderduit vertelde over de lichtval op de zachtgele muren van het huis, of de prachtige groenhartboom op het grote erf, moest ik vragen beantwoorden als ‘heeft het dievenijzer’, ‘hebben ze een alarm geplaatst’ of ‘je moet je buren wel kunnen zien hoor’. Dat ik me druk maakte over een boom op mijn erf deed er niet zoveel toe, mijn verlangen om vooral niet de douche van de buren te horen evenmin. Ik werd overspoeld met goedbedoelde adviezen, die allemaal gericht waren op het uitsluiten van alles wat angstige gevoelens in waarheid zou kunnen omzetten.
Onnatuurlijk
Angst lijkt het leven in Suriname voor een substantieel deel te beheersen. De enorme ruimte en de overdosis aan groen waar ons land rijk aan is, blijken reden genoeg voor een bijna onnatuurlijke angst. Het voelt als een beklemmende omhelzing, geen brasa maar een houdgreep.
De eerste twaalf jaar van mijn leven had ik in Nederland op een heel andere manier last van een beklemmende sfeer, dan hier wandelend door Paramaribo. Voor mij was het logisch dat op elkaar gestapelde woningen het straatbeeld bepalen. Mijn vader zei altijd ‘je moet wel ziek worden hier, als je de hele dag opgesloten bent tussen vier muren en geen enkele muur van jou is ’, zoals in het appartement waarin wij toen woonden.
Niet zo vreemd dat in die tijd yogacentra een steeds sterkere aantrekkingskracht uitoefenden op de ingekapselde westerse mens. Het werd duidelijk dat vrijheid een groot goed was. Hoe kon je dat beter ervaren dan door ergens midden in de natuur tot rust komen. Vertaald betekende dat: verstoken van alle westerse gemakken, maar een gezond geheel van lichaam en geest volgens de leer van de meesters uit het Oosten. Nog steeds reizen westerse beklemde geesten af naar Indiase ashrams om aura’s in balans te brengen, angst om te zetten in een liefdesstroom die helend werkt en je geest vrij maakt.
Repressie
Of het afreizen naar Suriname werkelijk een tocht is naar vrijheid? Misschien voor degenen die weer teruggaan na drie weken, of voor bezoekers zonder wortels in dit land. Die prachtige natuur geeft, misschien tot verbazing van de toerist, alles behalve het ‘vrije’ gevoel van een angstloos bestaan.
De natuur is voor velen die hier wonen een ver-van-mijn-bed-show. We komen nog net de savanne in, maar alles wat daar achter schuilt is beangstigend. Dichte bossen zijn angstaanjagend, watergeesten kunnen ons naar beneden trekken, bosgeesten moeten tevreden gestemd worden, om maar niet te spreken over de verschrikkelijke gedierten die het tropisch regenwoud angstaanjagend maken.
Een bakru is ook zo’n welbekende gedaante die ons angst moet inboezemen. Het korte mannetje met het grote hoofd is de ultieme bangmaker om kleine kinderen te dwingen om te baden, te slapen of het eten op te eten dat ze waarschijnlijk vanwege groente of een ander onaantrekkelijk deel uit de voedselschijf met geen mogelijkheid naar binnen kunnen krijgen. “De lange man” (daarmee bedoel ik toch echt een abnormaal lange man, nog langer dan een hoge neutenwoning) en jorka’s worden er ook vaak genoeg bijgehaald.
Angst wordt wereldwijd gehanteerd als middel om mensen in bedwang te houden en in het ergste geval te onderdrukken. Echter blijkt dit handelen vaak een probaat middel tegen confrontatie met de eigen angst. Die eigen angst is een aantasting van het gevoel van macht, en dat is knap lastig. De angst erkennen zou betekenen dat men de eigen beperkingen van de geest onder ogen moet zien. Zou de tegenhanger van angst, de liefdesstroom, wel makkelijker omarmd kunnen worden en net zo een reikwijdte kunnen hebben als angst dat heeft?
Geknecht
De ruimte, de natuur en de privacy die grote erven en verre buren met zich meebrengen, zou ik volgens velen maar beter kunnen inleveren. Nog nooit werd ik zoveel geconfronteerd met angst. Er heerst angst voor het bos, voor de dieren, voor de mensen. Het ene deel van het volk heeft angst voor het andere deel. Het leven zit aan elkaar met draden van angst. Hoe kan een land dat zich vastzet in zo’n web, groeien? Over de gehele wereld kennen we geknechte samenlevingen. Uit hun midden staan er helden op. Maar hoe vaak biedt die knechting niet de juiste sfeer voor de verrijzenis van de foute held?
Mij valt die geknechte samenleving niet alleen op door de met alles rekening houdende, voorzichtige communicatie binnen onze samenleving. De sfeer die het fysieke Suriname oproept, beneemt me vaak de adem; de huizen van Paramaribo die zich in een te strakke omhelzing geforceerd afschermen van alle ruimte.
Ster
Tijdens mijn vele reizen naar het binnenland valt mij het tegengestelde op. Daar is de traditionele architectuur van inheemse huizen afgestemd op de omgeving. Uit het boek Wapono pakoro, over traditionele inheemse bouwstijlen in het zuiden van Suriname, blijkt dat de omgeving de bouwstijl van de woning bepaalt, in functionele verhouding tot het leven in de natuur. In het dorp Kwamalasamutu liep ik eens samen met een van de bewoners ‘s avonds laat het donkere pad af richting mijn eigen slaapplek. Toen ik hem vroeg of hij nooit angst voelt voor het bos, of wat daaruit zou kunnen stappen, keek hij omhoog en vervolgens mijn richting op. “Als het dier verschijnt, zal ik er naar kijken.” Hij wees me daarop een ster aan, die terstond achter de bomen verdween. Angst in de ogen aankijken, vereist waarschijnlijk een natuurlijke eenheid van de mens en zijn omgeving, een pure liefde voor de grond waarop hij woont en de natuur die het verlengde van hemzelf is; zoals de inheemsen die aan deze grond verbonden zijn dat ervaren.
Triomf
Als angst het tegenovergestelde van liefde is, dan ontbreekt er in Suriname veel liefde. ‘Liefde overwint’, is een bekend spreekwoord, maar vanuit een angstpositie liefde ontwikkelen, blijkt een moeilijke opgave te zijn. Zal het lukken om iets te vinden dat zwaarder weegt dan angst?
In De Dikke Van Dale staat angst omschreven als een gevoelstoestand van beklemming, onzekerheid en vertwijfeling. Heeft die beklemming iets te maken met de natuur, of met de mensen die hier geen eenheid voelen met de grond waarop zij wonen? Hebben wij niet onze eigen townships gecreëerd, een leven in een leven waarin durf streng beveiligd wordt?
Ahmed Kathrada, strijder in Zuid-Afrika tegen apartheid, verwoordt de overwinning van angst als volgt: ‘Wij zijn geen slachtoffers. Wij staan voor de triomf van de menselijke kracht, van wijsheid van karakter en geest tegenover het beperkte verstand en de kleingeestigheid. De triomf van moed en vastberadenheid boven menselijke breekbaarheid en zwakheid.’ De tekst staat gekerfd in een zuil die de toegang tot de steiger voor de tocht naar Robbeneiland bewaakt.
Essentieel is dus de vraag of onze samenleving er één is van groots karakter en een sterke geest. Het zou van moed getuigen indien we uit de houdgreep durven los te breken om onze grond en de natuur een warme brasa te geven. Misschien dat we dan in staat zullen zijn onze verwarrende kunstmatige structuren los te laten en de natuurlijke tekens te voelen en te volgen. Die triomf heeft geen helden nodig die je dat vertellen, behalve de held in jezelf, die tegen zichzelf kan zeggen ‘welkom thuis’. Brasa!