Met het flesje naar de dokter
Leonoor Wagenaar was vanaf de oprichting tot juni 2008 hoofdredacteur van Parbode. Tijdens de bouw van het inmiddels voltooide cruiseschip Mi Gudu, met haar man René Segerius, schreef ze een column in het Amsterdamse dagblad Het Parool. Voor Parbode pakt ze de pen weer op.
De columns en andere wetenswaardigheden zijn tevens te lezen op www.migudu.net.
Vanachter mijn bureau kijk ik nu uit op een heus blauw zwembad. Maar dat heeft heel wat voeten in aarde gehad. Het spul dat op de vloer en de wanden is gesmeerd, heet Diamond Bright. En als het er echt goed op zit, is het voor de toekomst onderhoudsvrij. Maar ten eerste moest het uit de Verenigde Staten worden geïmporteerd (dus wij ongeduldig vinger trommelend wachten) en ten tweede had de aannemer nog geen ervaring met het product, wat het ook wel ernstig spannend maakte. Vooral gezien de instructie-dvd die door de fabrikant mee was gezonden en die stapsgewijs zó veel enge handelingen met nog engere zuren voorschreef, dat het ons al ging duizelen.)
Eenmaal bevestigd moest er zo snel mogelijk water in, maar dat konden die watertrucks nauwelijks bijbenen, zodat ons bezoek (uitgever en vriend Bas Lubberhuizen plus reisgenoot Ron Hijman) moest volstaan met drijven in een ondiep laagje water (met parmantige buikjes boven het wateroppervlak).
Goed, de volgende dag zat het bad weliswaar vol, maar het was wel angstaanjagend groen – niet blauw, zoals de folder van Diamond Bright ons toch had voorgehouden. Wij met zo’n teststrookje het water controleren: véél te hoog PH-gehalte. Wat te doen? Uiteindelijk kom je dan terecht in de wondere wereld van de zwembadbezitters… ‘Je moet met een flesje naar Chemko op Pad van Wanica gaan, daar testen ze en schrijven je voor wat je moet doen’ sprak vriendin Ria vanuit haar plastic pool te Commewijne.
Dus wij met een literfles groen vocht (bij de dokter maak ik met ochtendurine ook altijd die blunder; steevast hectoliters teveel, klotsend op de achterbank, opdat dokter maar niet tekort komt) naar Chemko, waar we in het laboratorium van professor Prwzlovski met overal borrelende kolven vol geheime chemicaliën onze diagnose kregen: veertien liter zoutzuur in één keer en om het bad schoon te krijgen eerst kopersulfaat en een half uur later aluminiumsulfaat. Dan twintig minuten pomp uitzetten achttien uur wachten om tenslotte met de stofzuiger het gebundelde vuil van de bodem zuigen. Kijk, en daar hadden we een probleem, want die stofzuiger mochten we dus pas na twee weken inzetten omdat dan pas de bodem goed uitgehard zou zijn.
Pfoe. Het heeft al met al twee weken geduurd en nu hebben we het helemaal door: helder blauw water kent voor ons geen geheimen meer. Alleen, nu moeten we zoetjes aan overstappen naar zout in plaats van chloor, dus dat gaat wéér allemaal dyugu dyugu geven. Maar intussen liggen we er elke dag in, hangend, zittend en drijvend op de nieuwe ‘pool noodles’ een soort kleurige worsten van geperst piepschuim, doen we aan dolfijnwerpen of borrelen we op de trap. Alleen braaf baantjes trekken, daar komt het nog niet van. Godzijdank lag de waterrelax-technische infrastructuur (paadjes, een ruim terras) er vrij snel omheen, nu nog de overkapping (diagonaal over het bad en met Italiaans dak over het hele terras).
De vakantiehuisjes zijn nu nagenoeg klaar. En dat komt dan juist op tijd, want die bouwwerkzaamheden hangen ons alle twee danig de keel uit: nooit eens gezellig naar de stad om dat gedroomde gouden badpak te zoeken: nee, gereedschapswinkels of bouwmaterialengiganten afschuimen op zoek messing spanjoletten, koperen schroeven of geschikte keukenblokjes.
Genoeg!
Brasa