Sinterklaas en Santa Claus
Schrijver en columnist RAPPA legt iedere maand de Surinaamse samenleving op de pijnbank
Terwijl het zonnig bleef en merkbaar kouder werd, begonnen de winkels in Nederland al midden november steeds meer kerstspullen uit te stallen. In de smalle winkelstraten werden guirlandes van kunstdennenboom geregen met versierselen en lichtjes. Die zouden aangaan als het ultieme westerse koop-jezelf-gekfestijn, oftewel Kerstmis, naderde, eventueel met grijsgedraaide kersttoptunes als achtergrondmuziek. Alles ten behoeve van die o zo heilige kerstsfeer.
Niet zozeer om de geboorte te vieren van de grondlegger van Wereldgodsdienst Number One, die in een Bethlehemse stal ter wereld kwam, met zijn Armeense moeder en de oude joodse timmerman die haar (zij was zwanger geraakt van de Heilige Geest) in huis had genomen. Nee, eerder om de koop-, drink- en eetdrift van de koopkrachtige massa uit de kapitalistische wereld weer eens tot ongezonde proporties op te stuwen.
In Nederland kwamen protesten dat de handel het oerbakrafeest van Sint-Nicolaas dreigde over te slaan ten gunste van dat Amerikaanse merry christmasfeest. Maar zoals die goedheilige veertig jaar geleden de commercie aanwakkerde, lijkt hij dat tegenwoordig steeds minder te doen. Komt dat omdat elk jaar weer een aantal broeders, wiens verre voorouders de verschrikkingen van de slavernij hebben moeten ondergaan, tekeergaat tegen dit Sinterklaasfeest, omdat die helper van die roomse kerkvorst een Moor was die door de onwetende Hollanders als een clown met pikzwarte huid en felrode lippen wordt uitgebeeld? Overigens diezelfde broeders die zelf in vrijheid en vaak met werkloosheidsuitkering of ander sociale overheidssteun naar hun verzorgde oude dag toeleven. Of taant dit Hollands kinderfeest, omdat kerst een bredere groep tot meer inkopen aanzet en de economische toestand in het Koude Kikkerlandje zich er niet meer toe leent om twee keer in de maand december diep in de gezinsgeldbuidel te tasten?
Maar waren het niet de Hollandse landverhuizers die in de koloniale tijd in Amerika het Sinterklaasfeest introduceerden, waarbij Sinterklaas tot Santa Claus werd verbasterd, die zwarte helper teruggepost werd naar Europa en werd vervangen door een slee? En waarbij, dat paard, die schimmel, de prairie werd opgejaagd en door een span rendieren werd vervangen? Gelukkig gooiden die Amerikanen dat bang maken van kinderen (Pieterman zou de stouterds in een zak naar Spanje meenemen) er ook uit. Dat bezorgen van cadeautjes bleef, gelukkig onder een kerstboom in plaats van op of in allerlei ‘geurige’ schoenen. En zo leverden de Hollandse immigranten toch een heel belangrijke bijdrage aan het feest der feesten, middels hun Sint Nicolaas. Maar nu dreigt Santa Claus in Nederland Sinterklaas voorbij te streven.
Ik denk dat net als in Suriname, waar de Sint na een tijdje opgedonderd te zijn geweest, weer als kinderdagsymbool een come back heeft gemaakt (zo te zien omdat wij Surinamers net zo verknocht zijn aan tradities als onze Hollandse kolonisator), de Sint in Nederland zeker zijn intocht zal blijven maken. Maar we leven in een tijd waarin vele tradities sneuvelen, zoals het oude mededelingenbord op een van de Nederlandse treinstations dat vervangen werd door een digitale versie, alsook het laatste dorpspostkantoor in Nederland dat werd gesloten.
In Suriname kennen we geen mededelingenborden in treinstations, omdat we geen treinen kennen. We hadden eens een trein die naar de goudvelden ging en was aangelegd door dezelfde ingenieur die de Afsluitdijk maakte en de Noordoostpolder drooglegde. Zo werd een stad daar naar hem vernoemd (Lelystad) en hier het dorp (Lelydorp, nu uitgegroeid tot de tweede stad in Suriname) alwaar de treinbaan richting binnenlanden ging. Hoewel, nu zou een trambaan tussen Paramaribo en Lelydorp echt wel nodig zijn. Er is echter één probleem: elke keer als die tram zou optrekken, zou de stroom in de omgeving uitvallen, ‘zoveel’ energie hebben we ter beschikking.
En dan te bedenken dat we meer dan veertig jaar terug een gebied zo groot als de provincie Utrecht onder water hebben gezet ten behoeve van een waterkrachtproject. Maar net als Sinterklaas kapoentje hebben we in Sranan nog steeds onze postkantoren. En Santa Claus kennen we als ‘het kerstmannetje’. Maar eten en drinken tijdens kerst, opgedirkt in mooie kleding met de beste kapsels: ja boi, dat is echt ons ding geworden. Alsnog a heppie njiew jier.