Surinaams vlagvertoon
Hoe moeilijk is het om Surinamer in Nederland te zijn? We waren na een verregend bezoek aan Kwakoe in een Surinaams restaurant neergestreken om nog wat te eten, en het gesprek ging over nationaliteit en loyaliteit. Ik was de enige bakra in het gezelschap, dus terwijl de emoties om mij heen hoog opliepen, concentreerde ik mij zwijgend op mijn zoete aardappelen en steak, die overigens heerlijk smaakten.
Aanleiding voor de discussie was het optreden van de Surinaamse voetballers in het Nederlands elftal, dat eerder deze zomer het Europees Kampioenschap voor spelers onder de 21 jaar winnend had afgesloten. Na de gewonnen finale hadden enkele kampioenen zich met de Surinaamse vlag om de schouders laten huldigen, en dat was niet overal goed gevallen. Ook bondscoach Foppe de Haan had zich kritisch uitgelaten over het vlagvertoon. Hij vond het ongepast.
Mij kon het eerlijk gezegd geen bal schelen. Ik had als liefhebber genoten van het spel van Ryan Babel, Royston Drenthe en Ryan Donk, en wat mij betreft hadden zij na afloop de beker ook mogen ronddragen in een kanariegele pyjama. Ik kon mij de trots in Suriname voorstellen, al moest ik ook even denken aan een documentaire die ik ooit gezien heb over de koele ontvangst van de Suriprofs tijdens een tournee door het moederland. Zullen Babel, Drenthe en Donk ook met boegeroep worden ontvangen als zij ooit aantreden tegen het Surinaams elftal?
In het restaurant vormden zich twee kampen rondom de zoete aardappelen. Het ene kamp was van mening dat de loyaliteit van een Surinamer bij Suriname hoort te liggen, ongeacht de kleur van het paspoort. Tussen de regels door viel ook te beluisteren dat een Surinamer, zelfs als hij of zij in Nederland geboren en getogen is, nooit een volwaardig Nederlander zal zijn. De voorbeelden van groot en klein alledaags racisme vlogen over tafel.
Het andere kamp reageerde vooral met relativerende opmerkingen. Een mens leeft zijn leven waar hij is. Hij wordt geboren waar zijn moeder baart, en dat kan Nickerie zijn of Purmerend. En ook dan kan hij op een gegeven moment besluiten zijn leven voort te zetten in Suriname, Nederland of de Verenigde Staten. Van de alledaagse discriminatie bleken, tot mijn opluchting, ook in Suriname tal van schrijnende voorbeelden te vinden.
Tot een akkoord tussen de partijen kwam het niet. Tegen het einde van de avond zei ik dat ik zou gaan doen wat de blanke neokoloniaal altijd doet, namelijk de rekening betalen. Daar kon gelukkig iedereen om lachen, wat mij bevestigde in mijn vermoeden dat Nederland nog steeds een bescheiden rol kan spelen in het samenbrengen van Surinamers, hoe verschillend zij ook mogen denken over wat het betekent om Surinamer te zijn.
De auteur is journalist bij het Amsterdamse dagblad Het Parool