Homo-angst
“Homofilisme wint terrein!” schreeuwde Bert Eersteling vorige maand in een ingezonden brief. Naar aanleiding van een Franse wet die het homohuwelijk legaliseert, vond hij het nodig de Surinaamse samenleving te waarschuwen voor ‘de doelbewuste infiltratie van homofielen in hoge bestuurlijke en wetgevende instituten’. Je hoort hem niet over moordenaars in de regering, je hoort hem niet over kwikvergiftiging van het volk, nee, Eersteling maakt zich er druk over dat sommige mensen in het buitenland, hoewel zij van hetzelfde geslacht zijn, óók een beetje rechtszekerheid willen voor hun partner.
De hele brief werkt voor wie beter weet vooral op de lachspieren, maar helaas zijn zulke uitingen niet helemaal ongevaarlijk. We herinneren ons meteen weer de uitspraken van parlementariër Ronny Asabina, die voorstander was van een ‘anti-homobeleid’ in Suriname, zodat de ‘afwijking’ homoseksualiteit ‘met wortel en tak’ uitgeroeid kon worden.
Gelukkig blijkt de homofobie, net zo min als homofilie, niet besmettelijk. De vereniging Surinaamse Boy’s Scouts maakte vandaag bij monde van hoofdcommissaris Humphrey Schurman duidelijk dat iedereen welkom is, ongeacht etnische achtergrond, geloof of seksuele geaardheid. “Zolang anderen er maar geen last van hebben.” En zo is het maar net. Leven en laten leven, zolang je er geen last van hebt. Daar kunnen aanhangers van bepaalde religieuze stromingen nog wat van leren….