‘Zielige bosnegers’
Het draait in het leven vooral om
Faya (vuur) en Lobi (liefde)
‘Zielige bosnegers’
Ik had onlangs het bijzondere voorrecht om een kleine week te gast te zijn in Saamaka, het Boven-Surinamegebied. Niet als toerist, maar als journalist. Dus zonder gekunstelde dansjes, ook geen thee uit een kopje, voor de rest eten wat er toevallig voorhanden is en slapen in een hangmat in een simpel onderkomen. Ongekend gastvrij ontvangen door de plaatselijke bevolking, die mij deelgenoot maakte van haar leefwereld. Een leefwereld waar stadsmensen (incluis mijzelf) akelig weinig van weten en helaas maar al te vaak niet begrijpend op neerkijken. ‘Die bosnegers’ zijn dom en hebben van civilisatie en vooruitgang maar weinig kaas gegeten, zo wordt door de verwesterde mens vaak beweerd. Stichtingen en andere clubjes in Paramaribo en het buitenland hebben er daarom een sport van gemaakt ‘die arme Marrons’ van alles en nog wat te komen leren. Aangespoord door donoren, zoals ambassades en organisaties van de Verenigde Naties, dienen ze dikke projectvoorstellen in, krijgen vervolgens een zak geld en trekken de jungle in. Dat het vaak nauwelijks resultaat oplevert, is bijzaak. Na afronding van zo’n project dienen ze even enthousiast een nieuw voorstel in, waarna het hele circus opnieuw begint. Wie er vooral beter van worden, zijn de mensen van de donorgelden slurpende organisaties. Die ontvangen vette vergoedingen om hun wijsheden in het bos over te brengen. De lokale bevolking is wel blij met al die aandacht, maar heeft er meestal weinig aan. Zo denken vrouwenbewegingen uit de stad dat ze de plaatselijke vrouwen wel even kunnen leren hoe ze een kostgrondje efficiënt moeten bewerken. Dat doen de mensen van Saamaka al eeuwenlang zonder ooit echt honger te hebben geleden, dus dat is een behoorlijk overbodig project. Het is zoiets als een ervaren fietsenmaker een training banden lappen geven. Of wat te denken van die Duitse deskundige die, uitgenodigd door een ‘belangrijk bedrijf’ in Paramaribo, Saamakamannen kwam leren hoe ze een boom moeten omzagen. De mannen hadden nog maanden napret over de onwetendheid van de ‘deskundige’, die ze heeft gewezen op de valrichting van een boom. Dat die boom uiteindelijk ook een andere kant kan opvallen vanwege lianen en andere jungle-obstakels, hebben ze hem uit beleefdheid maar niet verteld. Zo zijn Saamaka-mensen… Ze vinden het verder wel gezellig, het zorgt voor wat leven in de dorpen. En dus laten ze het waanidee van al die ‘deskundigen’, dat ze hun eigen boontjes niet kunnen doppen, maar bestaan. Slimme mensen weten echter beter.