Grote Ruzie
Pim de la Parra is paradoxaal. Hij is nergens voor
en nergens tegen. Eenvoudige parralogica
Grote Ruzie
Bestelieve lezer en lezeres, laatst kreeg ik tot mijn stomme verbazing Grote Ruzie met een jarenlange vriend, alleen maar omdat hij de mening was toegedaan dat ik hem belachelijk had gemaakt. We zaten op een donderdagavond in het gezelschap van een zestal owru mati’s op het balkon van zijn woning op boiti, toen er tussen ons opeens een woordenwisseling ontstond die je niet meer vriendschappelijk kon noemen. Als vriendenclub waren we overeengekomen om onderwerpen van politieke aard met rust te laten en ons liever bezig te houden met diepgravender kwesties, zoals de eeuwig problematische verhouding tussen mannen en vrouwen. Eerder op die avond had ik beweerd dat het dagelijkse leven in de laatste twee à drie eeuwen voor de meeste mensen zo veeleisend en gecompliceerd is geworden, dat vrouwen en mannen vergeten zijn hoe ze met elkaar moeten vrijen. Mijn vriend, vader van vijf kinderen bij evenveel vrouwen, had zich hier gretig tegen verzet en eigenlijk was hij het die had geprobeerd mij belachelijk te maken, door te zeggen dat iedereen direct kon zien dat ik een muis was, en geen man. Daar konden we allemaal hartelijk om lachen, maar toen ik zei “Wat je zegt, dat ben je zelf, brada”, sprong hij opeens op, kwam voor me staan, en begon me zomaar uit te schelden. Dat ging echt te ver en onze vrienden maanden hem dan ook om zich niet zo opgefokt te gedragen, maar het was alsof hij door een kwade geest was bevangen, alsof er een winti over hem was gekomen. Als een dolleman begon hij rondjes op zijn balkon te lopen en nam een paar forse slokken uit een fles Red Label-whisky, alsof hij zich moed wilde indrinken om mij tot een gevecht uit te dagen. De situatie was volkomen bespottelijk en ik wist me geen raad met mezelf en besloot te zwijgen. Terwijl de anderen hun best deden om hem te kalmeren, raakte hij hierdoor nog meer van de kook en schreeuwde hij dat hij altijd al had geweten dat ik met Stella, een van zijn vijf vrouwen, had gerotzooid. Ik stond perplex, was vastbesloten om op te stappen, maar dan moest er een taxi worden gebeld, want ik was met een van de anderen meegereden en wilde die niet dwingen om nu al weg te gaan. Meewarig keek ik naar mijn mati van vele jaren en schudde mijn hoofd toen ik zag dat hij echt geloofde dat deze Stella hem met mij zou hebben bedrogen, wat toch niet het geval was. Ik stak twee vingers van de rechterhand omhoog en zei: “Ik zweer bij God dat Stella en ik nooit iets met elkaar hebben gehad. Je zei toch zelf dat ik een muis ben, en geen man!” Er werd ongemakkelijk gelachen en toen kwam hij met uitgestrekte rechterhand en een priemende wijsvinger naar me toe: “Verdwijn! Maak dat je wegkomt! Ik wil je nooit meer zien, leugenaar!” Niemand kon meer lachen en hoewel de andere vrienden de avond niet zo wilden laten eindigen, liet ik blijken vastbesloten te zijn en zei dat ik aan de grote weg verderop wel een taxi zou vinden. En liep toen weg, als iemand die zojuist een Grote Nederlaag heeft geleden. Terwijl ik over het zandpad liep in de richting van de Highway, kwamen er vanzelf flitsen van Stella naar boven van meer dan twintig jaar geleden. Opeens moest ik naar adem happen en zag Stella achter het stuur van haar auto terwijl ze mij naar mijn hotel reed in het centrum van Willemstad, Curaçao. En ja, ze heeft me toen voorgesteld met mij mee te gaan naar mijn kamer. En dat heb ik toen afgeslagen, omdat ze de vrouw was van hem, mijn owru mati… Lievebeste lezeres en lezer, ondertussen is de Grote Ruzie tussen mij en deze mati nog niet veranderd. Inmiddels heb ik met alle andere vrienden gebeld, en het ziet ernaar uit dat onze vriendenclub uiteen valt. Er is niets aan te doen. ‘Vreugde bindt; verdriet scheidt’, las ik vandaag op een tegeltje in het woonhuis van een oude tante. Er blijft nog deze vraag over: zou ‘ik’ er misschien toch beter aan hebben gedaan om toen met Stella de sterren van de hemel te hebben geboemst? Dank voor je aandacht en wees gezegend.