Porno-Sitaldin
Elke maand geeft Armand Snijders een gesprek
weer tussen president Bouterse en vicepresident
Ameerali, zoals het gegaan zou kunnen zijn
Porno-Sitaldin
B: ‘Robert, wat gebeurt er tussen Brunsie en Somo? Die maken er een flinke show van.’
A: ‘Maak je niet druk, het is zoals je zelf zegt maar een show.’
B: ‘Maar ondertussen ondergraven ze wel de illusie dat er eenheid binnen de coalitie is. Wat moet ik met die herrieschoppers? Straks stapt er eentje uit de coalitie omdat die de ander niet meer lust.
A: ‘Wie vertrouw je meer van die twee?”
B: ‘Geen van beiden. I sabi toch. Brunsie kon en kan ik wel schieten, dat heb ik een kwart eeuw geleden zelfs letterlijk geprobeerd. En Paultje is onbetrouwbaar. Maar ik ben bang dat ik binnenkort wel moet kiezen tussen die twee om baas van dit mooie land te blijven.’
A: ‘Maak je geen zorgen, het is maar een spel.’
B: ‘Maar wel een gevaarlijk spel. We hebben te maken hebben met twee veroordeelden. Foute politici dus.’ A: ‘Ik wil niet echt vervelend doen, maar jij bent toch ook veroordeeld?.
B: ‘Op wiens hand ben je nu? Die veroordeling van mij was in Nederland, dat was een politiek proces.’
A: ‘Weet ik. Toen ik nog voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken was, had ik geen problemen met die veroordeling, nu jij mij vicepresident hebt gemaakt, zie ik in dat die veroordeling onterecht was.’
B: ‘Het is maar dat je het weet.’
A: ‘Je hebt trouwens wel grotere zorgen aan je hoofd.’
B: ‘Zoals?’
A: ‘Je minister van Onderwijs bijvoorbeeld.’
B: ‘O ja, porno-Sitaldin!’
A: ‘Die ja. Die wil geen enkele verantwoordelijkheid nemen voor wat haar ambtenaren doen, ze geeft altijd anderen de schuld. Waarom wip je haar niet?’
B: ‘Boi, dat klinkt in dit verband wel erg onsmakelijk. Ik moet er niet aan denken!’
A: ‘Even serieus nou. Het gaat om de toekomst van land en volk, in het bijzonder van onze jeugd.’
B: ‘Je hebt gelijk. Maar als ik haar eruit kieper, gaat Somo weer eisen dat ik Amafo van Sociale Zaken de wacht aanzeg. Dan krijg ik geheid gezeik met Brunsie.’
A: ‘Je zult toch door die zure appel heen moeten. Bovendien is Amafo al drie jaar nergens voor verantwoordelijk, omdat er niets op haar ministerie gebeurt.’
B: ‘Dat heeft voordelen; waar niet gehakt wordt, kunnen geen spaanders vallen.’
A: ‘Kan wel zo zijn, maar waar niet gehakt wordt, worden ook geen resultaten bereikt. En het volk begint te morren dat wij minder doen dan we drie jaar geleden hebben beloofd. Vergeet niet dat er over twee jaar verkiezingen zijn. Ik wil dan graag mijn baantje behouden, het bevalt mij wel.’
B: ‘Ai, ik weet het, het is minder stressvol voor je dan een bedrijfje leiden en opperhoofd spelen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.’
A: ‘Ik ben blij dat je dat begrijpt. Dus wat ga je met Sitaldin en Amafo doen?’
B: ‘Ik uhhh….’
A: ‘Ja?’
B: ‘Uhhh… Ja, ik weet het! Ik ga een speciale commissie installeren!’
A: ‘Oké… Alleen snap ik het nog niet helemaal.’
B: ‘Nou, die commissie gaat evalueren of de ministers hun werk wel goed doen. Alle zeventien, anders valt het teveel op.’
A: ‘Da’s slim.’
B: ‘En dan schrijven ze een mooi rapport waarin staat dat de twee dames er niks van bakken. En dan kan ik ze bedanken voor bewezen diensten.’
A: ‘Maar dan worden Brunsie en Somo boos.’
B: ‘Laat ze, die gaan er toch geen halszaak van maken, ze zitten veel te graag in het machtscentrum. Waarom denk je dat ze zelfs met mij een regering wilden vormen.’
A: ‘Tja, dat was wel een beetje gek.’
B: ‘En ik ontsla ze pas begin augustus; dan is Somo te druk met zijn Javaanse immigratie-gedoe, Brunsie met dollars strooien bij het optreden van Rihanna.’
A: ‘Da’s helemaal slim, zo ken ik je weer.’
B: ‘Wat een vleierij! Maar dank je, want je hebt gelijk. Ik ben immers niet voor niets Baas geworden.’