Politieke intenties
Iedere maand vertellen lezers
over de eerste keer dat zij
een scheve schaats reden
Politieke intenties
Abigail (43)
“Ik heb alles wat mijn hartje begeert: al bijna een kwart eeuw een lieve man die ook mijn jeugdliefde was, drie kinderen, zelfs een schat van een kleinzoon, een eigen huis en een mooie baan. Dus ik had geen enkele reden om te doen wat ik heb gedaan. Ik moest vorig jaar voor mijn werk een paar dagen naar Nickerie. Dat was voor mijn gezin niets bijzonders. Ik ga wel vaker een paar dagen naar de districten, voor overleg en veel vergaderingen. Ik ging nu voor drie dagen. Op de tweede dag viel aan het eind van de middag een afspraak uit. Met mijn collega besloot ik van die gelegenheid gebruik te maken om bij een warung te gaan eten. Terwijl we daar zaten, kwam er een groepje mannen binnen. Ik had het niet zo gauw door, maar het waren bekende politici. Ik ga niet zeggen van welke partij en wie het waren, dat lijkt me niet gepast. Ze aten ook wat en ik zag wel dat eentje steeds naar mij zat te kijken. Na een tijdje kwam hij op mij aflopen en begon een onschuldig praatje te maken. Ik vond het best wel interessant, voelde mij zelfs gevleid. Politici zien wij als mensen die ver van ons af staan. Dus dat zo’n iemand aandacht heeft voor mij, deed mij denk ik wel wat. Toen vroeg hij opeens: ‘Gaan jullie straks gezellig even mee naar ons hotel, dan drinken we nog wat. Want in deze warung verkopen ze geen bier en zo.’ Ik keek naar mijn collega en we hadden allebei zoiets van ‘waarom niet?’ Bovendien zag ik daar geen kwaad in, we waren immers in een groot gezelschap. Mijn intentie was echt niet meer dan wat te drinken en tori te praten. Het laatste wat ik wilde, was een avontuurtje waar ik later spijt van zou hebben. Dat liep echter anders. Eenmaal in Hotel Residence Inn, bleef het niet bij één drankje, het werden er heel veel. Ik weet daarom ook niet meer hoe het precies is gegaan, maar uiteindelijk ben ik mee naar zijn kamer gegaan en toen is het gebeurd. Wat ik nog wel weet, is dat ik de volgende ochtend naast hem in bed wakker werd terwijl hij met zijn vrouw in Paramaribo zat te bellen. Ik voelde me toen echt rot. Natuurlijk heb ik een vreselijk schuldgevoel. Bovendien, wat ik heb gedaan is not me. Maar het is het mij niet waard om het risico te lopen alles te verliezen, door het op te biechten aan mijn man. Elke keer als ik die politicus op televisie zie, en dat is vaak, breekt het zweet mij uit. Het doet mij herinneren aan een avontuurtje dat ik eigenlijk niet wilde.”J