Bewoordingen
Rappa ontleedt op zijn typisch eigen(wijze) manier
bekende en minder bekende woorden
Bewoordingen
Behalve in woord, zijn we ook in geschrift sinds de koloniale tijd danig onze eigen weg opgegaan met die koloniale taal. Wij nemen een Hollands woord, of van God-weet welke afkomst, en we geven er onze eigen betekenis aan. Neem nou het woordje ‘poen’. Een oerdegelijk Hollands woord, betekent ‘geld’. Die ene Hollandse leerkracht, hier drie weken oud, denkende dat hij in een dorp met hutjes zou uitstappen, zei tegen ons op het Lyceum:”Naw, wat sein hier toch grawte hoize. Jullie hebbe veel poen hier.” Tot zijn opperste verbazing lag onze klas het volgende moment dubbel van het gejoel. Die goeie noorderling keek stomverbaasd naar deze reactie. “Heb ik iets fauts gesegt?”, vroeg hij na een minuutje bedeesd. Maikel, de belhamel uit ons midden, zei: “Nee meneer. Maar als u een beetje poen heeft, hoe zou u dat in één woord zeggen?” “Oow, leuk woordspelletje. Naw, dan souw ik po…tje sjegge.” Wel mi boi, bijna barstte het lokaal uit zijn voegen van de hilariteit die toen losbarstte. Het mooie was dat hij dit in de eerste pauze in de lerarenkamer navertelde en dat daar, vooral onder de groep Surinaamse leerkrachten, een soortgelijke reactie volgde. Toen de man hoorde dat met het verkleinwoord van ‘poen’ bij ons een veelal wat jong vrouwelijk geslachtsdeel wordt aangeduid, schaamde hij zich wel even. Wat we ook doen, is dat we met die Nederduitse taal zelf woorden maken. Het was hier toen mode dat er huisfeestjes werden georganiseerd, waar een ieder in geld of in natura aan bijdroeg. Dus we vroegen een van die leuke, jonge, noordelijke leraresjes of ze mee wilde doen met onze ‘bijlegfuif’. Ze keek ons verbaasd aan. “Wat is dat voor iets?” vroeg ze. Na onze uitleg zei ze: “Ow, een Dutch party. Ja, ik doe mee.” Wij nu hoogst verbaasd. Een O.H. (Originele Hollandse) gebruikte een onvervalst Engels woord waarmee een oer-Hollandse neiging werd aangeduid. En wij in den kolonie maakten daar een steengoed Hollands woord voor! Bekend is ook dat dankzij onze taalcreativiteit de ‘pindakaas’ in Nederland wettig gedeponeerd kon worden; de vertaling van het Amerikaanse woord ‘peanut butter’ (pindaboter) stuitte bij de wettige deponering in Nederland op juridische problemen, dat ding was namelijk geen boter. Hoe wij aan dat woord kwamen? De winkelier (omu snesi) sneed van zo een homp een plak af, net als van de kaas, als je dat op je brood wilde. Dus dat!