Grapje
Elke maand geeft Armand Snijders een gesprek
weer tussen president Bouterse en vicepresident
Ameerali, zoals het gegaan zou kunnen zijn
Grapje
B: ‘Waar zullen we het nu eens over hebben?’
A: ‘Over Dino?’
B: ‘No man, alles wat ik daarover zeg, kan tegen hem gebruikt worden.’
A: ‘De jaarrede dan?’
B: ‘Zo saai. Bijna hetzelfde als vorig jaar en het jaar ervoor: veel dingen beloven die we niet gaan waarmaken.’
A: ‘Waarom beloof je die dingens dan?’
B: ‘Dat doe jij toch ook?’
A: ‘Hoezo dat dan?’
B: ‘Ik had het er gisteravond nog met Ingrid over. Eindelijk een rustig avondje thuis, gezellig op de bank, iets leuks kijken. Maar op prime time zie je alleen maar overheidsprogramma’s. Drie jaar geleden zei je nog dat je paal en perk zou stellen aan die one man shows van bewindslieden. Er zijn er alleen maar meer gekomen.’
A: ‘Je hebt gelijk, maar mijn ministers willen niet naar mij luisteren. Ze zeggen dat ze zoveel voorlichters op hun loonlijst hebben staan, dat ze wel programma’s moeten maken om ze aan het werk te houden.’
B: ‘Kan wel wezen. Maar ondertussen is er niks leuks op teevee.’
A: ‘Je overdrijft, er zijn ook zenders waar af en toe geen propaganda van ons is te zien.’
B: ‘Ja, van die koopprogramma’s, loterijen en opzwepende reli-shows.’
A: ‘Je bent toch een gelovig mens? Dat moet je juist aanspreken.’
B: ‘Niet op prime time als het een beetje knus wordt met het vrouwtje. Kijken naar Wonderen Vandaag verhoogt de stemming niet bepaald. Trouwens, zo gelovig ben ik niet.’
A: ‘Je voelde je maar wat trots toen je onlangs de hand mocht schudden van de paus. Je glunderde helemaal.’
B: ‘Dat deed ik voor de lieve vrede, ik heb niet zoveel met katholieken. Zeker niet na hun commentaar rond de amnestiewet. Maar ja, er zijn ook katholieken in Suriname en dat zijn potentiële kiezers, begrijp je.’
A: ‘Dat was dan een mooi stukje acteerwerk van je in Brazilië. Je leek oprecht blij en lachte breeduit.’
B: ‘Dat kwam omdat ik een binnenpretje had toen ik de hand van de kerkvorst schudde. Ik vroeg mij af of hij met diezelfde hand misschien aan kleine jongetjes heeft gezeten. Grappig toch?’
A: ‘Nou zeg Desi, wat een gedachte! Niet elke witte katholiek is een kleine toli-knijper.’
B: ‘Weet ik wel, maar de gedachte was wel leuk. Pauslief moest eens weten. Haha…’
A: ‘Misschien dacht hij toen hij jou een hand gaf: ‘Zou daar bloed aan zitten?’ Het is een moderne paus, dus hij kan vast googelen.’
B: ‘En hupsakee, daar komt Robert weer om de bocht! Soms vraag ik mij af aan wiens kant je staat. Te pas en te onpas haal je de leugen over wat in de jaren tachtig is gebeurd, uit de kast. Denk je nu echt dat ik…’
A: ‘Nee nee, dat bedoel ik niet!!! Het was een grapje, net zoals dat van die toli-paus van jou.’
B: ‘Nou, ik vind het helemaal geen leuke grap.’
A: ‘Sorry Baas, ik zal het niet meer doen. Laten we het over iets leuks hebben, zoals Carifesta.’
B: ‘Aaahhh, zo juist dacht ik er nog aan om jou te reshuffelen, maar nu ben je weer mijn vriend.’
A: ‘Je kunt mij staatsrechtelijk gezien niet reshuffelen.’
B: ‘Weet ik wel, was ook een grapje.’
A: ‘Haha…’
B: ‘Carifesta was een prachtfeest, toch? Ik heb mij in de regio geweldig op de kaart gezet.’
A: ‘Suriname bedoel je.’
B: ‘Dat ook. En het hele volk houdt van mij, iedereen was blij, zelfs mensen zonder kaartjes.’
A: ‘Daar drinken we op!’
B: ‘Zeker weten, proost! Op de volgende Carifesta in Suriname.’
A: ‘Uhhh, dat gaat nog wel even duren.’
B: ‘Dan verzinnen we ons eigen festival, als we maar kunnen feesten.’
A: ‘Desifesta?’
B: ‘Briljant! Je bent een man naar mijn hart. Doen we!’
A: ‘Dan hebben al die overbodige voorlichters ook weer wat te doen.’
B: ‘Twee vliegen in één klap dus, je hebt het in je om een groot leider te worden. Misschien word je ooit president.’
A: ‘Toe Baas, je laat mij blozen.’
B: ‘Doe maar niet, het was maar een grapje.’