Muziek&Zo
‘Hmmmmm, a-ha, a-ha’. Het lijkt wel of tegenwoordig geen liedje meer kan beginnen zonder een paar zwoel geneuride melodietjes, keelklanken of een oproep aan de dj om het volume flink omhoog te draaien. Alsof de artiest eerst wil controleren of de microfoon überhaupt wel aan staat, alvorens zich in het nummer te storten. Ook reggaezangeres Miriam Simone heeft daar een handje van. In slechts twee van de elf nummers op haar nieuwe cd Sranan begint ze direct met haar tekst. Ze mag zich daarmee dan schikken naar een modeverschijnsel, ook de rest van de cd geeft maar weinig blijk van originaliteit. Op een kleine handvol na, verdwijnt het gros van de nummers uit je bewustzijn voordat ze goed en wel zijn ingezet. Sranan, de tweede plaat van de Surinaams-Amsterdamse Simone, is in Jamaica geproduceerd, maar lijkt speciaal voor de Surinaamse markt uitgebracht. Het overgrote deel van de teksten is in het Sranan Tongo. Al is de titel niet erg origineel, toepasselijk is hij dus wel. Op de hoes staart Simone, gekleed in een pantervelletje en met dik aangezette make-up, de aankomende luisteraar eigenwijs aan. Haar naam pronkt in rood, geel en groen naast haar hoofd. Kinky Surinaamse reggae, zou je verwachten. Dat valt dus even tegen wanneer de schijf eenmaal in de speler zit en ‘Mama bere’ de speakers uit glijdt: een nummer over de liefde tussen ouder en kind. Niet het beste nummer om de cd te openen, want juist ballads als deze zijn het zwakke punt van de cd. Dat is vooral te wijten aan de overdaad aan elektronica; synthesiser en elektronische drumpads hebben de overhand, waardoor je gaat zoeken naar de ‘echte’ accoustiek. Simone, die haar carrière begon als achtergrondzangeres bij Postmen, zingt doorgaans goed, maar niet zo goed dat ze dat instrumentale tekort kan compenseren. Nummers als ‘Mi lob you’ (had ik al iets gezegd over originaliteit?) en ‘Mi psa deng watra’ (toch een nummer-éénhit op de SRS) blijven daardoor zielloos. Gelukkig zijn er toch een paar tracks die voldoende scherpe ‘hooks’ hebben om zich in je brein vast te haken, zoals het zacht stuwende ‘Tide neti’ en het verder nogal slepende ‘Im go gi mi’. ‘Sranang’ (in tegenstelling tot de titel van de cd dus met een g op het einde) weet het juiste dampende reggaesfeertje op te roepen. Maar de sterkste track, ‘Dem a chat’ (My business), is misschien wel het enige nummer dat dwingt te luisteren. De stevigste beat heeft Simone bewaard voor het laatste nummer, ‘End up back with you’. Het is een laatste opleving in tempo, helaas niet in overtuigingskracht. Dus, dj: next time pump the music wat meer, en wat eerder up, ‘yo’.
Tom van Moll
Sranan, Miriam Simone, 2013