Cultuur&Zo
Jaap Hoogendam houdt de lezers op de hoogte
van interessante ontwikkelingen op cultuurgebied
Tentoonstelling slavenschip Leusden
Deze tentoonstelling van het Scheepvaartmuseum te Amsterdam, met de toepasselijke titel ‘De Zwarte Bladzijde’, vertelt het verhaal van de grootste scheepsramp uit de Nederlandse geschiedenis: de laatste reis van slavenschip Leusden. Vanaf 1 november is deze tentoonstelling in een iets kleinere opstelling ook in Paramaribo te zien. Museumdirecteur Willem Bijleveld: “Met ‘De Zwarte Bladzijde’ hebben wij ervoor gekozen ook de minder glorieuze maritieme historie van Nederland te behandelen. Ik ben er dan ook bijzonder trots op dat een zo moeizaam onderwerp als slavenhandel via onze tentoonstelling in Suriname nog meer mensen kan bereiken, in het land waar het zich afspeelde. Het verhaal van slavenschip Leusden is een stuk geschiedenis dat elke inwoner van Nederland én Suriname zal raken.” De tentoonstelling is gebaseerd op het boek Het slavenschip Leusden van historicus Leo Balai. Van Wikipedia: ‘In haar twintigjarig bestaan heeft de Leusden tien reizen gemaakt van Afrika naar Zuid-Amerika. In totaal vervoerde het schip 6.564 slaven, waarvan een kwart de overtocht niet overleefde. De Leusden fungeerde zowel als vrachtschip naar Afrika als slavenschip naar Zuid-Amerika. Bij aankomst in Afrika werd het vrachtschip omgebouwd tot slavenruim, het zogenaamde koedek’ (Balai, 2011). Maar in 1738 was het gedaan met het slavenschip, toen het in de monding van de Marowijne strandde en zonk, waarbij 702 mensen omkwamen, meer dan ooit op enig ander Nederlands schip. De luiken bleven gesloten, want de bemanning was banger voor bevrijde slaven dan voor het rivierwater. Volgens het persbericht: ‘De tentoonstelling besteedt zowel aandacht aan het verleden als aan het heden, waarbij bezoekers worden uitgedaagd na te denken over de vraag of de slavernij wel echt voorbij is’. En zaakgelastigde Ernst Noorman van de ambassade, die dit project ondersteunde, vervolgt: “De tentoonstelling raakt de inwoners van Suriname én Nederland. Het behandelt een dramatisch hoofdstuk uit ons gezamenlijke verleden. De ambassade vindt het van groot belang het onderwerp slavernij niet onbesproken te laten.” ‘De Zwarte Bladzijde’ is van 1 november 2013 tot en met 31 januari 2014 te bezichtigen in het Surinaams museum in Paramaribo.
Steven Bendanon
We babbelden op de Nola Hatterman Art Academy met de docenten Wilgo Vijfhoven en Rinaldo Klas. Niet alleen bekende, maar ook gerespecteerde kunstenaars. Ze maken Kunst met een grote K. We vertelden dat we de volgende dag op interview zouden gaan bij schilder Steven Bendanon, maar ze kenden hem niet. Hoezo niet? Zagen jullie op de kunstbeurs dan niet zijn prachtige schilderijen? Van de koe die gemolken wordt, met de dikke benen van de boerin eronderuit stekend? En dat intrigerende schilderij van de zittende vrouw voor het raam? Of gaat het in artistieke kringen zo van: ‘kunst is pas kunst als er kunst op staat’? Hoort Steven niet bij de club? Wijzelf vonden dit werk in ieder geval mooi en gingen hem opzoeken. Over vooroordelen gesproken. We worden op Welgedacht A ontvangen door een boomlange man van over de twee meter. Vroeger was hij lijfwacht bij het Kabinet van de President, daarna werkte hij jaren in een casino en nu in de Braziliaanse club Perola. Dan denk je niet meteen aan kunst. Ook het meer dan keurige interieur van zijn woonkamer doet niet denken aan een kunstenaar (“mijn vrouw houdt van netjes”). Totdat Steven met zachte stem over kunst begint te praten, dan kantelt het beeld. Over zijn bewondering voor oude meesters als Rembrandt, Renoir, Benoit en Gabriël. Hoe hij die oude schilderijen in boeken zag. Hoe deze meesters speelden met licht en donker en hoe graag hij zo ook zou willen schilderen: “Sommige mensen denken dat je daar veel talent voor moet hebben, maar het is meer oefening baart kunst”. De laatste uit zijn rijtje oude meesters kenden we trouwens niet. Het blijkt om Gabriël Metsu te gaan, een kunstschilder uit de zeventiende eeuw, die bekend stond om ‘zijn zilveren coloriet, de beheersing van lichtinval’ (Wikipedia). Inderdaad, het spelen met licht en donker, waar Steven het over had. Dus je bent autodidact? Nooit een kunstopleiding gehad? “Dat klopt. Ik ben twintig jaar geleden begonnen met schilderen op ijsen worstwagens, toen op bussen en later graphics op muren. Die commerciële dingen hebben meestal felle kleuren, maar ik wilde dat niet steeds. Daarom ging ik donkerder schilderen, krotwoningen en zo. Maar inderdaad, ik ben in de reclamewereld begonnen, maar bewonderde al die tijd de oude meesters. Zo is het gegaan.” Mijn eerste tentoonstelling was in 1995 met naaktschilderijen. “Er kwam een mevrouw van boven de vijftig kijken en ze liet een paar tranen lopen bij het kijken naar Naakt 2. Ze draalde zo lang voor mijn werk, dat ik met haar ging praten. Die vrouw heeft me verder geholpen. Zij inspireerde mij door te gaan met schilderen, omdat ik nooit dacht dat mijn werk iemand zo zou kunnen ontroeren. Als kunstenaar is dat de grootste beloning die je kan krijgen. Zoals Bob Marley zei: ‘Muziek moet je laten lachen of laten huilen’. Kunst is als muziek, het moet je in ieder geval ontroeren. “Toen ik jong was had ik deze ambitie niet. Kunst was toen maar een klein deel van mijn bestaan, want er was te veel te beleven om me helemaal als kunstenaar te vestigen, maar nu ik bijna 45 ben, wil ik me meer aan kunst gaan wijden. Het gaat ook om de legacy, ik wil toch iets achterlaten. Ik voel me nu vrij kunstenaar, want ik maak wat ik voel, maar ik vind dat ik niet altijd een boodschap hoef te hebben. De kijker moet zelf invulling geven aan wat hij erin ziet of voelt. Als je het een label geeft, ontneem je de kijker zijn imagination. Als mensen zichzelf terugvinden in mijn werk en enkele minuten genieten, zonder er iets voor hoeven te betalen, dan ben ik tevreden. Precies zoals ikzelf geïnspireerd werd door de oude meesters, het meest door Benoit trouwens, omdat hij hier naar toe kwam en taferelen van oud Suriname schilderde.” Dus je hebt geen echte thema’s? “Ik wil gewoon mooie dingen maken. Je kan wel een negatieve situatie uitbeelden, maar als je die weer ziet, word je herinnerd aan dat negatieve. Veel kunstenaars werken zo, maar het spreekt me niet aan. Ik ben een optimistisch mens, richt me op positieve dingen, want er is al zoveel ellende op de wereld. Ik hou van idyllische taferelen en ik probeer er Surinaamse dingen in te zetten. Mijn kunst heeft niet altijd een motief, ik hoef niet steeds wat te vertellen, maar toch is het een uiting van mijn diepere gevoelens. Ik heb in mei mijn moeder verloren en merkte toen dat mijn schilderijen de sombere kant op gingen. Maar rond Carifesta leefde ik weer op en maakte ik dansende vrouwen.” “Omdat ik geen kunstopleiding heb, mag ik blij zijn dat ik mee mag doen met de kunstbeurs. Bij de vorige beurs had ik werk ingeleverd, maar werd ik later opgebeld ‘dat het niet was wat het wezen moest’, dat het niet expowaardig was. Ik heb de afgelopen jaren wel vijf keer mee gedaan met de kunstbeurs, daarom vond ik het een beetje raar dat ik vorig jaar niet in de selectie viel. Deze keer kon ik wel meedoen. Maar goed, het hoeft ook niet elke keer.” Lig je al bij Readytex in de kunstgalerie? “Nee, nog niet, ik sta op de wachtlijst.” Steven Bendanon lijkt vrede te hebben met zijn positie. Hij werkt rustig door, maar: “het zou wel goed zijn als er door kunstorganisaties meer aandacht wordt besteed aan de kleine kunstenaar, die vaak niet aan bod komt. Er loopt veel talent rond. Men doet er vaak geestig over, dat je ervoor geboren moet zijn, blablabla, maar het eist alleen passie en een beetje intelligentie. Ik denk heel eenvoudig aan ‘oefening baart kunst’, maar we leven in een wereld waarin de economie meestal wint van traditie, waardoor de kleine man steeds weer op deze muur stuit. Niet dat kunstorganisaties hun werk niet goed doen hoor, maar de kleine kunstenaar moet zijn werk meer kunnen laten zien. Dat zou automatisch de kwaliteit verhogen. We pronken steeds met dezelfde kunstenaars, die altijd met het zelfde opdraven, omdat het verkoopt. Kunst in Suriname blijft daardoor hetzelfde.” (steveorlan@hotmail.com)