Onze vrouw in Trinidad
Fidelia Graand-Galon (54) is sinds 2007 ‘onze vrouw’ in Trinidad en Tobago. Ze is van huis uit sociologe en was docent op verschillende middelbare scholen, maar koos uiteindelijk voor de diplomatenwereld.
Dat was voor haar echter geen vanzelfsprekendheid. “In eerste instantie heb ik tot twee keer toe geweigerd toen ik werd gevraagd. Mijn passie ligt bij het vele vrijwilligerswerk dat ik in Suriname doe, bijvoorbeeld voor het Marron Vrouwen Netwerk (MVN). Daarnaast had ik een baan bij de overheid als beleidsmedewerker op het gebied van armoede- en gender gelieerde programma’s en projecten. Maar na lang aandringen heb ik het toch gedaan. Op basis van mijn internationale ervaring werd ik gezien als de juiste kandidaat.”
Spijt van haar beslissing heeft ze niet, al vindt ze het wel jammer dat ze op haar hoede moet zijn. “In mijn vorige baan mocht ik alles zeggen wat ik dacht dat goed was. Als ambassadeur mag je echter niet zeggen wat je denkt, maar moet je zeggen wat de regering zegt. Zo is het nu eenmaal.”
Ze vindt het ook vervelend dat veel mensen op Trinidad Suriname niet kennen. “Ze denken dat ik uit Nigeria kom of zo. Wetenschappers en ondernemers die veel reizen, kennen Suriname wel, maar het gros van de bevolking niet. De enkelen die Suriname wel kennen, denken bovendien dat wij alleen Nederlands spreken. En omdat ze denken dat ze daarom niet met ons kunnen communiceren, willen ze Suriname niet bezoeken. Ik vind dat altijd vervelend, ik moet steeds weer uitleggen dat wij ook Engels spreken.”
Verder lezen? Koop dan de februari-editie van Parbode. Nu in de winkel!