Klein Belém in Paramaribo
De Jacques Gompertsstraat is natuurlijk niet de enige straat in Paramaribo die in de afgelopen tien, vijftien jaar grondig is veranderd. Er zijn vele andere plekken in de stad die je, als je er jaren niet bent geweest, bij terugkeer niet meer herkent. Zoals de Anamoestraat in Tourtonne 3. Hier echter geen Chinese bedrijvigheid, maar Braziliaanse gezelligheid. Parbode haalde het woordenboek Portugees tevoorschijn en stortte zich in Klein Belém.
Vrouwen in korte jurkjes en diepe decolletés, mannen met korte broeken en op slippers, de geur van vers vlees op de barbecue, luide muziek, winkels en restaurants met Portugese opschriften. Nee, we zijn niet in Brazilië, maar vanuit de Tourtonnelaan de ‘gele brug’ overgestoken en de Anamoestraat ingereden. Een kleine twintig jaar nog een keurige en rustige middenstandsbuurt met een rotishop, Hindostaans supermarktje, barbershop en restaurant, tegenwoordig het centrum voor de Braziliaanse gemeenschap, met goudopkopers, uurtjeshotels en zelfs een casino. Sinds de jaren negentig zijn de Brazilianen langzaam Paramaribo binnen komen stromen. De immigranten waren toen vrijwel uitsluitend goudzoekers, die te horen hadden gekregen dat de binnenlanden van Suriname een soort El Dorado zouden zijn. De goudmijnen in Brazilië werden stuk voor stuk gesloten, vanwege milieuvervuiling en criminaliteit, waardoor de goudzoekers het elders moesten zoeken. Suriname was een ideaal alternatief: goud in het bos en een makkelijk te regelen werkvergunning. Zodoende verhuisden steeds meer Brazilianen naar Paramaribo en kwamen onder andere in en rond de Anamoestraat terecht.
Verder lezen? Koop dan de Parbode. Nog tot eind februari in de winkel, daarna alleen te verkrijgen via de redactie