Te dik? Nou en?
Overgewicht voor veel mensen geen probleem
De uitkomsten van het recente gezondheidsonderzoek ‘Langa wan anu gi wan gosontu Sranan’ zijn onthutsend. Ruim zestig procent van de Surinaamse vrouwen en veertig procent van de mannen is te zwaar. Dat dit verstrekkende gevolgen kan hebben voor de gezondheid, weet iedereen. Maar de eet- en leefgewoonten veranderen, vinden velen niet nodig. Sterker nog, zij vinden zichzelf vaak niet te dik of voelen zich er juist prima bij.
Wat is te dik?
Daarover zijn de meningen behoorlijk verdeeld, ook onder deskundigen. Want terwijl in het hierboven aangehaalde onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, met ondersteuning van de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (Paho) de meerderheid van de bevolking als te zwaar wordt aangeduid, blijkt uit soortgelijke enquêtes dat de situatie wat minder somber is. Zo komt de medische faculteit van de Anton de Kom Universiteit uit op zo’n 32 procent te zware vrouwen en achttien procent te zware mannen. Dus waar ligt de lat? Uit alle onderzoeken komt in ieder geval wel naar voren dat dikke Surinamers zichzelf vaak niet te dik vinden. Dat is vreemd, want overgewicht kan immers een bedreiging voor de gezondheid vormen. Een kwart van de bevolking heeft inmiddels een te hoog cholesterolgehalte, twintig procent kampt met een te hoge bloeddruk en ruim vijftien procent lijdt aan suikerziekte. Toch liggen veel dikkerds daar kennelijk niet wakker van.
Met de nek aangekeken
De gemeenschap lijkt zelfs vaak meer moeite met het maatje meer van anderen te hebben dan dikke mensen zelf. Hoewel Scrappy W vorig jaar een hit scoorde met Dikke Vrouwen – en daarmee de acceptatie van deze groep leek toegenomen – worden dikke mensen nog steeds met de nek aangekeken. Waarom is hun (over)gewicht zo’n blok aan andermans been? Samani Vooren en Consuela Raalte zijn twee vlezige dames. Boordevol zelfvertrouwen en beiden met gevoel voor humor. Zij lijken allesbehalve last van hun gewicht te hebben. Toch snappen zij de consternatie rondom overgewicht wel. “Er gaan gezondheidsrisico’s mee gepaard”, geeft Consuela zelfbewust toe. Zij was niet altijd dik: “Ik had vroeger de bijnaam tjolis, omdat ik zo tenger was. Maar vanaf mijn twintigste begon ik dik te worden. Dat komt door verschillende factoren, zoals minder bewegen, meer junkfood eten en het gebruik van de pil.” Consuela is 23 jaar en weegt honderd kilo. “In het begin was ik trots op de toename in gewicht, want ik werd eerst span.” Toen droeg zij opeens 25 kilo aan extra gewicht met zich mee. “Dat werd langzaam aan steeds moeilijker. Je mooie kleren passen je niet meer.” Dan klinkt er bezorgdheid in haar stem: “Als je van large naar extra large gaat… Dat is een beetje weri. Ik hield van korte broeken, maar nu moet ik dus rekening houden met dikke dijen. Bij strakke truitjes moet ik letten op een dikke buik.” Hoewel ze zich weet te behelpen, zijn de opmerkingen van anderen een constante (lees: vervelende) herinnering aan haar gewicht. “Het is lastig als men je aldoor zegt ‘mijn God, je bent dik geworden’, alsof je echt niet meer door de deur kan of zo!” Ze heeft er geen moeite mee dat men haar adviseert op dieet te gaan. “Soms neem ik hun advies mee, maar er zijn ook momenten dat ik hen afsnauw. Je kan me niet elke dag komen zeggen dat ik dik ben geworden, toch?”
Verder lezen? Koop dan de maarteditie van Parbode. Tot eind maart 2014 in de winkel, daarna alleen nog via de redactie.