Tot hier en wél verder
Ik verbaas me vaak over hoe Surinamers durven te djaffen hoe schoon we zijn. Bakra’s zijn vies, Chinezen zijn vies. En wij zijn schoon. Echt? Dezelfde persoon die zijn auto zo liefdevol poetst en de laatste zandkorrel zorgvuldig uit de mat klopt, veegt het vuil daarna achteloos op de straat. Goedgekapte mensen met kindertjes in gladgestreken kleertjes kieperen zonder enige gêne de lege portiebakken uit het raam van hun glimmende wagens. Wat is dat?
Een goede vriend, tevens milieuspecialist, legde het me uit. Mensen trekken onbewust heel scherpe grenzen tot waar zij vinden dat ze ergens op aangesproken kunnen worden. Dus: ík moet er goed uitzien, en mijn partner, mijn kinderen, mijn huis en mijn erf. Daarbuiten (de berm, de straat, de binnenstad, het bos) is niet van mij. Dus als het daar vuil is, hey, dat is niet mijn probleem.
Eigenlijk is dat met een heleboel dingen zo. Toen ik nog fulltime wereldverbeteraar was, zei mijn vader af en toe vermoeid: “Zorg nou maar gewoon voor je eigen cirkel. Dat is al moeilijk genoeg”. Dat is natuurlijk ook zo. Maar dat is ook wel direct het probleem. Als ik alleen naar mijn eigen cirkel kijk, dan zet ik mijn vuilniszak lekker bij de buurman op de berm. Dan bouw ik een bordeel in een buurt waar mijn familie niet woont. Dan laat ik het kwik stromen in een rivier waar mijn mensen niet uit drinken. Mijn cirkel: tot hier en niet verder.
Op Saramacca, waar mijn vader een buitenplaats heeft, ging ik groente kopen bij de buren. Toen het meisje me gedienstig de tajerblad uit het kraampje aanreikte, schreeuwde haar moeder ineens: “Nee toch Sharma, is toch meesters dochter! Ga tajerblad voor haar achter het huis halen!” Als buur hoorde ik bij de eigen cirkel en maakte ik aanspraak op de onbespoten groente voor eigen gebruik. Als buiten-cirkelaar zou ik de groente voor de markt hebben gekocht; nog nat en glanzend van de bestrijdingsmiddelen. Nu is het een hele lieve buurvrouw, ook lief voor de kinderen en zo. En dat maakte me ineens weer heel duidelijk dat mensen bereid zijn buiten de cirkel over lijken te gaan om de eigen cirkel veilig te stellen. Staat u er eens bij stil buiten hoeveel cirkels u staat. Dan zult u met me eens zijn dat we, om samen te overleven, allemaal onze cirkel groter moeten maken: tot hier en wél verder!