La Providence en de foute jurist
De Nederlandse jurist en ‘bedrijvendokter’ Franc van Boekhold is in eigen land wegens faillissementsfraude veroordeeld. Inmiddels heeft hij zijn vleugels ook uitgeslagen naar Suriname. Strafbare misdrijven zijn tot op heden niet bewezen. Maar de vele problemen die door zijn handelen zijn ontstaan, zijn op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. De andere partijen voelen zich bedrogen en opgelicht. Alles draait om de voormalige plantage La Providence in Brokopondo.
Het begon allemaal in 2001. Rolf Winckel bereikte overeenstemming met zijn aangetrouwde familielid Paul Bueno de Mesquita over de verkoop van een deel van plantage La Providence. Deze plantage in Brokopondo bestond uit twee delen: een helft is van Winckel en zijn zuster, en de andere helft van hun in 1946 overleden tante Hermina. Bueno de Mesquita kocht dus de helft van de plantage; het gedeelte van Winckel. Afgesproken werd dat de koopsom over een periode van tien jaar zou worden voldaan. In de notariële koopovereenkomst werd opgenomen dat de plantage vanaf 2001 in het bezit van Bueno de Mesquita werd gesteld. De overdracht zou pas plaatsvinden na voldoening van de gehele koopsom. Bueno de Mesquita mocht van Winckel, met uitzondering van de aanbetaling, alle termijnbetalingen doen uit de opbrengst van de houtkap door derden in het bewuste gebied. Die opbrengsten vielen echter tegen en er ontstond zodoende een achterstand in betaling. In 2007 kwam Franc van Boekhold voor het eerst in beeld. Zijn ex-vrouw Natascha Haveman, zijn in Suriname wonende goede vriend, makelaar en zakenpartner Ron Kouwenhoven en diens ex-vrouw Georgeta Punga, worden op 27 december van dat jaar zogeheten cessionarissen, dat zijn mensen die een vordering van een ander overnemen. Ze tekenden met Winckel een overeenkomst, waarin ze de overgebleven rechten van Winckel uit de overeenkomst met Bueno de Mesquita kochten en in zijn geheel van hem overnamen. Winckel ontving in ruil daarvoor 100.000 euro. Dat is een normale gang van zaken, dus daar is niets mis mee.
Herstel
De heer Van Boekhold heeft ons vier jaar na publicatie voor de rechtbank gedaagd. Zijn belangrijkste eisen, zoals het niet mogen vermelden van zijn strafrechtelijke veroordeling, het verwijderen van deze publicaties en dat we nooit meer over hem mogen schrijven, zijn door de rechter afgewezen. Wel wees de rechter op het verschil tussen een faillissementsfraudeur en een oplichter. We schreven op onze website dat hij is veroordeeld voor faillissementsfraude en oplichting. Welnu, dat laatste klopt niet, want Van Boekhold heeft weliswaar tien maanden gezeten, maar dat was voor faillissementsfraude, niet voor oplichting. Oplichten is juridisch gesproken wat anders, wisten we niet. Hebben we gerectificeerd. Ten tweede, over het nog in leven zijn van nazaten van de plantage. Er was een doodverklaring, maar die bleek vals, want er leefden nog twee in de Verenigde Staten. De vraag is of Van Boekhold hiervan wist. Volgens getuigen wel, maar de rechtbank oordeelde dat niet vast is komen te staan dat Van Boekhold en zijn kornuiten hiervan wisten. Ook dit hebben we gerectificeerd. Er loopt trouwens in Suriname nog een proces tussen Paul Bueno de Mesquita en Van Boekhold over dit soort zaken. Hoe het afloopt publiceren we in Parbode.