Bling bling dyugudyugu
Iedere maand vertellen lezers
over een ervaring in hun leven
waar ze tot op de dag van vandaag
spijt van hebben
Andrew (45)
“Vorig jaar is mijn vader overleden. Ik hoorde dat bij toeval pas twee weken later, want ik had al vijftien jaar geen contact met hem of andere familieleden. Toen ik hoorde dat hij dood was, was hij natuurlijk al begraven. Na het overlijden van mijn moeder, in 1998, kreeg ik ruzie met mijn vader. En ook met mijn twee broers en zusje, die zijn kant kozen. Ik heb toen dingen naar zijn hoofd geschreeuwd die ik beter niet had kunnen zeggen en waarvan ik nu nog steeds spijt heb. Bijvoorbeeld dat hij de wens van ma niet respecteerde en dus ook haar niet respecteerde nu ze dood was. Mijn vader hield zielsveel van mijn moeder, ze waren ruim dertig jaar echt heel gelukkig getrouwd. Ik had hem niet moeten lastigvallen met dergelijke futiliteiten, hij was in diepe rouw. Het ging allemaal om sieraden. Niet eens van die dure, maar die voor ons allemaal vooral grote emotionele waarde hadden. Mijn moeder was er gek op en heeft zolang ik mij kan herinneren altijd gezegd dat die na haar dood onder haar vier kinderen verdeeld moesten worden. Ik had verwacht dat dit ook zonder problemen zou gebeuren. Maar ze was nauwelijks 24 uur overleden, of mijn zusje had alle sieraden uit het huis gehaald. Woedend was ik. Maar toen ik mijn vader daar op aansprak, werd hij boos op mij. En met hem ook mijn broers. Na de begrafenis heb ik er nog een keer een opmerking over gemaakt. Dat liep helemaal uit de hand. Ik heb dingen gezegd waar ik achteraf spijt van heb, maar zij scholden mij ook voor vies en vuil uit. Mijn vader en broers hebben mij toen letterlijk van het erf af geschopt. Ik begrijp dat nog steeds niet: als familie hadden we altijd een hechte band en alles was bespreekbaar. Maar kennelijk waren in het verdriet rond het overlijden van ma de lontjes wat korter geworden. Ik heb daarna nog wel een paar keer naar mijn vader gebeld in een poging het bij te leggen. Maar zodra hij mijn stem hoorde, legde hij in mijn oor neer. De laatste keer was een jaar of tien geleden, toen ik vader was geworden. Ik wilde hem vertellen dat hij een kleinkind had. Maar ook toen smeet hij direct de hoorn op de haak. Je hoort vaak over boedelkwesties. Die gaan over huizen en percelen, over zaken die echt veel geld waard zijn. Daar kan ik mij nog wel iets bij voorstellen. Maar in mijn geval ging het over wat bling bling van hooguit een paar duizend srd. Het kan er bij mij nog steeds niet in. Het erge vind ik dat mijn kinderen hun opa nooit hebben gekend. En het onvermogen om het met mijn vader uit te praten, zal de rest van mijn leven aan mij blijven knagen.”