Selectief geheugenverlies
Ginny Roos zoekt iedere maand naar het verhaal achter
een rechtszaak en beschrijft, soms met een tikkeltje fantasie,
de aanleiding tot een arrestatie
Hein (34) was altijd zo’n jongen die lak aan iedereen had, zo eentje die zich autoritair opstelde zonder dat hij er weet van had hoe leiding te geven. Als hij een discussie aanging, ging het hem vooral om het kleineren van anderen en niet om het op basis van valide redenen zijn punt te maken. “ik ben een selfmade man, een entrepreneur, niemand kan tegen mij op”, zei hij regelmatig. Zijn vrienden tolereerden zijn gedrag, vooral omdat hij vaak met geld strooide zodra hij wat verdiend had. Dat geld had hij meestal met oplichterij, praatjes, fraude en andere duistere klusjes weten af te troggelen. in december vorig jaar maakte Hein een tripje naar suriname. Hij had gehoord over de geweldige avonturen die anderen hier tijdens hun vakantie hadden beleefd, en besloot het een keer zelf te ervaren. Daar zat hij dan, in de grootste feestperiode van het land, en ging van de ene party naar de andere. in het nachtleven, kort voor zijn vertrek, ontmoette hij iemand die in hem een potentiële zakenpartner zag. Dat streelde niet alleen zijn ego, het wekte zijn nieuwsgierigheid zodanig dat hij na een half jaar wederom in ons tropenland vertoefde. Hein vertelde zijn nieuwe vriend dat hij in suriname was voor bedrijvenonderzoek, omdat hij zich wilde komen vestigen. samen besloten zij een stuk grond te kopen om gezamenlijk een bedrijf op te zetten. Gelukkig, en zo toevallig, bleek zijn mati een makelaar te kennen. Die was bereid 100.000 euro te investeren in hun ondernemingsplan, maar om het geld te kunnen krijgen, moest Hein eerst weer een keer terug naar nederland. “ik vertrouwde hem”, legt Hein de rechter voor. “We zijn beiden ondernemers en hij wilde in mij investeren, dus voor dat geld was ik wel bereid een boodschapje mee te nemen ja. Alleen, ik heb niet onderzocht wat hij me meegaf.” op de vraag of hij werkelijk niet wist dat het pakketje drie kilo cocaïne bevatte, reageert hij ontkennend: “ik ben een sportman, ik heb nooit eerder in mijn leven drugs gezien. ik zou niet weten wat het was.” Hij is de onschuld zelve. Maar dan brengt de rechter hem terug naar het moment waarop hij door de mand viel: “U wist niet dat u verkeerd bezig was? Waarom wees u dan eerst een zwarte koffer aan als die van u? U heeft totaal geen medewerking verleend tijdens het onderzoek. Pas toen via de security uw koffernummer werd achterhaald, bleek dat u de verkeerde had aangewezen. ook toen u moest aangeven waar u verbleef, werd de politie steeds van het kastje naar de muur gestuurd.” Dan herinnert Hein zich opeens zijn trauma. “ik heb last van geheugenverlies. Ziet u, mevrouw de rechter, in nederland was ik eens betrokken bij een zware aanrijding en heb toen een slag aan mijn hoofd gehad, waardoor ik dingen vergeet.” Zonder er al teveel acht op te slaan, vervolgt de rechter haar vragen: “Met wie deed u zaken? Weet u waar deze makelaar te vinden is? Was het niet vreemd dat iemand die u nauwelijks kent, geld aan u wilde geven? Zo gemakkelijk.” Fluitend komen de naam, het telefoonnummer en de woonbuurt van de makelaar eruit. “Meneer, het verbaast me dat u last heeft van geheugenverlies, maar wel het nummer uit het hoofd kent. Echter, toen men het huisonderzoek moest doen, gaf u steeds verkeerde adressen op.” Hein gaat anders staan en denkt na. “Ja, sommige dingen weet ik soms nog wel.” “Maar waar u verbleef, is u totaal ontgaan? in de buurt waarnaar u steeds verwijst, zijn geen appartementencomplexen. De naam van die makelaar verandert ook elke keer.” Dan staren ze elkaar aan. “Weet u, het verbaast me dat uw geheugenverlies zo ernstig is en u toch mag reizen van uw arts in nederland. Dat u zelfs de straat alleen op mag, verbaast mij. is het wel verantwoord om in deze toestand alleen te reizen?” ook daar kan hij zo snel geen zinnig antwoord op bedenken, dus staart hij de rechter aan. “Kunt u mij dan ten minste uitleggen waarom u elke keer uw vertrek hebt verlengd? U kwam in eerste instantie voor twee weken. Echter, een dag voor vertrek bent u gaan verlengen en dat deed u nog een paar keer op het laatste moment.” Dat weet Hein nog wel: “ik ben een zakenman, een entrepreneur. ik wilde mijn zaken goed regelen vóór mijn vertrek.” Met al dat ‘geregel’ zorgde Hein er eigenhandig voor dat hij nóg langer mag blijven. Maar nu in voorarrest, omdat de zaak is uitgesteld.