‘Afrikaanse’ planten in Suriname
Namen die Marrons gebruiken voor Surinaamse bomen en planten, blijken grotendeels terug te voeren tot plantnamen uit West- Afrika. Dat stellen onderzoekers Tinde van Andel, Sarina Veldman, Paul Maas, Gerard Thijsse en Marcel Eurlings. Zij legden een database aan met 2.400 Surinaamse plantennamen uit zes Marrontalen en het Sranantongo. Die vergeleken ze met plantnamen uit West- en Centraal Afrikaanse talen. Al eerder was bekend dat vanuit Afrika zaden en granen mee naar Suriname waren gebracht. Verschillende Afrikaanse planten, groenten en ook het onkruid dat meekwam, stonden bij de tot slaaf gemaakten bekend onder hun Afrikaanse naam. Ook planten die helemaal niet voorkomen in Afrika kregen een Afrikaanse naam. Dat komt, blijkt nu, omdat de plantensoorten weliswaar verschillen, maar zeventig procent wel tot dezelfde plantenfamilie behoort. Zo groeit de Xylopia aethiopica in Benin, en de verwante soort Xylopia discreta in Suriname. Beide planten dragen geurige vruchtjes die op elkaar lijken. In de Beninese Fon-taal heten ze pechereku, en in Suriname zijn ze bekend als pedreku. Hiervan zijn honderden vergelijkbare voorbeelden, wat volgens de onderzoekers bewijst dat de Marrons bepaalde planten direct herkenden.
Bron: Stemmen van Afrika