Internetbankieren en het telraam
Iedereen die wel eens een bankgebouw binnenstapt, vooral tegen het einde van de maand, weet waarover ik het heb. Er staan vijftig wachtenden voor u, van alle loketten is er slechts eentje open en wanneer u eindelijk bijna aan de beurt bent, moet de persoon voor u maar liefst zeventien verrichtingen uitvoeren.
Lange tijd leek hier niets tegen te beginnen. De weerloze consument kon enkel kiezen voor de overstap naar een andere bank. Weinig effectief, want de kans was levensgroot dat de situatie daar net zo erg bleek te zijn. Onze banken lijken de overstap naar de 21e eeuw nog niet te hebben gemaakt. Voor bijna elke verrichting, hoe klein ook, moet een formuliertje worden ingevuld, een kopie worden gemaakt van een paspoort of ergens een handtekening op worden gezet. Geen wonder dat de wachtrijen ellenlang zijn. Tot ik dacht de oplossing te hebben gevonden: internetbankieren! ‘Geen ellenlange wachtrijen, snikhete bankgebouwen of overvolle parkings meer’, hoopte ik enthousiast. ‘Voortaan kan ik gewoon thuis op de computer mijn saldo controleren, rekeningen betalen en overmakingen invoeren.’ Met een glimlach gaf ik me op voor de dienst en drie ingevulde formulieren, drie handtekeningen, een stempel en enkele kopieën van mijn paspoort later stond ik weer op straat.
Het aanvankelijke enthousiasme verdween echter als sneeuw voor de zon toen ik enkele dagen later voor de allereerste keer inlogde. Het begin ging nog goed. Een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren, moeilijk is het niet. Maar toen ik dat stadium voorbij was, begon de ellende pas. In plaats van de te verwachten gebruiksvriendelijke startpagina waarop in één oogopslag mijn rekeningsaldo te zien is en overmakingen kunnen worden ingevoerd, stuitte ik op een niet te ontcijferen brij van cijfers en letters. Swiftcodes, routing numbers, standing orders, wire transfers, remitter names… Ligt het aan mij, of is dat Surinaamse internetbankieren alleen maar voorbehouden aan raketgeleerden, econometristen en ingenieurs? Om over de gebruiksvriendelijkheid maar te zwijgen. Wil je een overmaking invoeren, dan lijk je deel te nemen aan een IQ-test van de Harvard University. Minstens dertig lege vakjes moeten worden ingevuld, en wanneer ook maar eentje niet honderd procent correct is – enkel voorletters in plaats van de volledige voornamen – dan is het terug naar af. En terwijl je al bent ingelogd, wordt er wéér gevraagd om je eigen naam en adres in te vullen. Die gegevens zijn toch bij de bank bekend?
Nog erger wordt het wanneer je geld moet overmaken naar een rekening bij een andere bank in Suriname. In zulke gevallen moet je als klant het volledige adres van het hoofdkantoor van pakweg De Surinaamsche Bank of de Hakrinbank invullen. Waarom? Kan het personeel van mijn bank die andere bank anders niet vinden?
Het toppunt is wanneer je om tien uur ‘s avonds een overmaking invoert. In deze tijden van informatietechnologie en een vierentwintiguurseconomie krijg je dan de melding dat de opdracht niet meer kan worden verwerkt, omdat het al te laat is. “Probeert u het morgen nog maar eens”, komt er dan op het scherm. Als je al zo ver komt, want tussendoor moeten ook nog eens diverse veiligheidsvragen – In welke straat bent u opgegroeid? Wat is de naam van uw lievelingshond?” – worden opgelost. Het is een bevestiging van wat ik al lang vermoedde. Alle verrichtingen die je bij het Surinaams internetbankieren doet, worden ergens in een stoffig kantoortje in een bankgebouw uitgeprint, voorzien van stempels en handtekeningen en dan gewoon op de ouderwetse, bureaucratische manier doorgevoerd. Waarschijnlijk nog met een telraam ook. Dan maar liever weer een sok onder het matras.