Kinderellende
Iedere maand vertellen lezers
over een ervaring in hun leven
waar ze tot op de dag van vandaag
spijt van hebben
Samantha (45)
“Ik heb zeven kinderen van zeven verschillende mannen. Je kunt dus zeggen dat ik een wild leven achter de rug heb. Een leven van drank, drugs en vooral heel veel mannen. Die had ik nodig om mijn verslaving te betalen. De eerste keer dat ik zwanger werd, was ik zeventien. Toen gebruikte ik nog geen drugs, dat is pas daarna gekomen. Ik kreeg een meisje. Maar ik kon haar niet verzorgen omdat ik geen geld had en die heb ik toen bij een tante ondergebracht. Later is ze naar een kindertehuis gegaan.
Een paar maanden later ging ik aan de drugs. De eerste keer dat ik gebruikte, was het een blaka djonko, een joint met cocaïne erin. Die kreeg ik van een vriend in de buurt waar ik woonde, op Abra Broki. Ik was uit het huis gezet door mijn ouders toen ik zwanger was en ik ben toen bij hem gaan wonen. Het was, zoals andere mensen dat noemden, een echt drugshol. Ik had mij voorgenomen om zelf nooit drugs te gebruiken, maar op gegeven moment kon ik de verleiding niet weerstaan. Ik voelde mij rot, vooral omdat ik mijn kind had afgestaan. En dus begon ik toch, daarna was er eigenlijk geen houden meer aan.
En toen werd ik weer zwanger, ik weet niet eens van wie. Nu nog steeds niet trouwens. Het was voor mij geen reden om met de drugs te stoppen. Het werd opnieuw een meisje, ze werd geboren met een kleine geestelijke handicap en direct na de bevalling bij mij weggehaald. Ik heb haar nooit meer gezien. Toen interesseerde het mij niet, maar nu vind ik het echt vreselijk dat ik het leven van mijn kind heb verpest door mijn drugsgebruik. Een dag na de bevalling werd ik door het ziekenhuis op straat gezet. Ze wisten dat ik verslaafd was, maar niemand bood mij hulp aan. Als dat wel zo was geweest, was ik misschien eerder op het goede pad gekomen.
In plaats daarvan ging het echt bergafwaarts met mij: in de acht jaren die volgden, werd ik nog vijf keer zwanger, van drie jongens en twee meisjes. Ook deze kinderen zijn gelijk in tehuizen ondergebracht, de meeste heb ik daarna nog maar een paar keer gezien. Na de laatste bevalling ben ik ziek geworden, daardoor kon ik geen kinderen meer krijgen. Anders waren er zeker meer gekomen. Een paar jaar geleden heb ik geprobeerd zelfmoord te plegen, omdat ik nergens terecht kon voor hulp. Ik wist in ieder geval dat ik zo niet verder wilde leven.
Dat was een ommekeer, ik kreeg steun van een kerk en via hen ben ik uiteindelijk ook van mijn verslaving afgekomen. Dat is nu een kleine tien jaar geleden, sindsdien ben ik helemaal clean. En begon ik ook te beseffen wat ik van mijn leven had gemaakt, de kinderen die ik op de wereld heb gezet en in de steek heb gelaten. Ik heb geprobeerd het contact met ze te herstellen, maar vijf van hen wilden mij niet kennen. Slechts twee komen nu heel soms bij mij langs. Ik vind het echt verschrikkelijk dat het zo is gegaan.”