Op de werkvloer
De werkdagen van modeontwerper Don-Guyito Joval (20) beginnen meestal hetzelfde: met een sigaret. “Ik moet echt dat eerste sigaretje van de dag hebben, dan pas kom ik op gang. Na een ontbijt en een bad maak ik mij klaar om naar Lamara te gaan en stof te zoeken, als ik aan opdrachten moet werken. Soms gaat de klant mee om haar mening te geven. Daarna is het direct een ontwerp schetsen en knippen, zodat ik de volgende dag met het stikwerk kan beginnen.”
Hoe ben je aan deze baan gekomen?
“Ik ben nu een jaar fulltime bezig. Het is begonnen als een hobby; als jongen van vier tekende ik al jurken en wist toen al dat ik wat in de mode wilde doen. Ik wilde mij voornamelijk op galajurken richten, omdat ik vind dat de Surinaamse vrouw zich niet goed kleedt op de rode loper. In 2012 heb ik op de modevakschool gezeten en vanaf toen ben ik er serieus aan gaan werken. Ik heb nu zelfs mijn eigen label: Judas’ Kiss. Die naam heb ik gekozen omdat ik weet dat de draagster van mijn jurk complimentjes zal krijgen, maar vaak wordt het op een judas-achtige manier gezegd.”
Wat is het leukste aan je werk?
“Hoe ik een idee in mijn hoofd als schets uitwerk en dan tot leven laat komen in een jurk. Normaal doe ik er twee dagen over om een jurk te maken, maar als ik heel enthousiast ben, kan het binnen vijf uurtjes klaar zijn. Achter elke jurk zit een verhaal, ik zie de vrouw als een karakter daarin. Ik heb bijvoorbeeld een collectie Black Swan gecreëerd. Met veren als accessoires en extreme make-up, zodat de vrouw zich als een koningin voelt. Ik hou van het mysterieuze in fashion.”
Verder lezen kan nog net, in de Parbode van juni…