Eduardo Galeano: realist en utopist
Een jaar na de dood van de Colombiaanse schrijver Gabriel García Márquez, overleed op 13 april de Uruguayaanse schrijver en journalist Eduardo Galeano op 74-jarige leeftijd aan longkanker. Beiden waren rasvertellers en hanteerden een poëtisch taalgebruik. Het leverde hen het stempel op van ‘magisch-realisme’. Of moet Galeano eerder gezien worden als een realist met een diepgeworteld gevoel voor rechtvaardigheid?
Zowel García Márquez als Galeano koesterden linkse sympathieën. De eerste was dik bevriend met Fidel Castro, wat hem in conflict bracht met de Peruaanse auteur Mario Vargas Llosa, die zich opwierp als verdediger van de westerse democratie en het neoliberale gedachtegoed. Galeano zei zich verre te houden van politieke standpunten en tot geen enkele politieke partij te behoren. Zijn geschriften getuigen wel van een diepgeworteld gevoel voor rechtvaardigheid. Hij sprak zich duidelijk uit tegen uitbuiting, kolonialisme, racisme en mondialisering.
Meer dan iets anders was Galeano een verteller, dichter, journalist en een verzamelaar van anekdotes en historische bronnen: “Ik schrijf omdat ik de prachtige werkelijkheid wil onthullen en ik ontdek de prachtige werkelijkheid precies in het centrum van de afschuwelijke werkelijkheid van Latijns-Amerika”. Deze zin komt uit Het boek der omhelzingen (El libro de los abrazos) uit 1989, waarin hij veel spaarzamer omgaat met woorden dan in zijn meest bekende boek De aderlating van een continent(Las venas abiertas de América Latina) uit 1971. Onlangs zei Galeano over dit boek dat hij het niet kon herlezen: ‘Ik wilde een boek over politieke economie schrijven, maar ik had de kennis er nog niet voor. Dat traditionele linkse proza vind ik nu vreselijk saai’.
Meer lezen over deze Zuid-Amerikaanse schrijver? Koop dan nog snel de juni-editie van Parbode!