Su Lacht
We hebben ongeveer een jaar geleden in Parbode al eens een boekje van Carlos onder de loep genomen. Ons oordeel was niet mals: het komisch bedoelde werkje was helemaal niet om te lachen. Nu heeft hij Su Lacht op de markt gebracht. Hoewel de karakteristieke slechte tekening op de omslag al doet vermoeden dat dit qua niveau en kwaliteit van hetzelfde laken een pak was, gunden we Carlos toch een tweede kans, in de hoop dat hij zich iets heeft aangetrokken van de kritiek. Maar helaas, het is weer niets.
Carlos heeft het vermogen om teksten neer te pennen die de lezer niet eens verleiden om zelfs maar te glimlachen. Seks en stereotypes van inhalige vrouwen die moeiteloos met iedere man in bed duiken, zijn veelvuldig terugkerende thema’s. Daar houden veel lezers van, dus daar is op zich niets mis mee. Het zijn echter alleen nietszeggende stellingen en holle dialogen van zeer bedenkelijk niveau. Ik zal u twee ‘grappen’ uit het boekje voorhouden, dan begrijpt u wat ik bedoel: Jan, autochtoon uit A’dam zei tegen de Surinaamse Nederlander Henri: “Binnenkort ga ik naar Suriname en ben van plan om veel aandacht te besteden aan Surinaamse vrouwen”. Henri: “als je dat van plan bent heb ik, volgens ingewonnen informaties over Surinaamse vrouwen, maar één advies voor je. Die luidt: Begin maar flink te sparen”.’ Ziet u daar de humor van in? Ik in ieder geval niet. En wat te denken van deze: ‘Schoolmeester Narain is bezig Ortwin, van elf jaar, het rekenen beter bij te brengen.
Schoolmeester Narain: “Stel je voor dat ik vijf jaar en jij vijftien jaar op Santo Boma moeten doorbrengen. Hoeveel is dat samen?”
Ortwin: “Nog steeds vijf jaar Meester. Want ik kan me niet voorstellen dat ik vijftien jaar op Santo Boma zal moeten doorbrengen”.’
Ha ha ha, maar niet heus. En zo gaat het ruim veertig pagina’s lang, voorzien van veel taalkundige fouten. Een aaneenschakeling van grappen die helemaal niet grappig zijn (werkelijk niet één!), afgewisseld met tekeningen die, los van het feit dat ze slecht en nog vaker onduidelijk zijn, ook geen enkele gram humor bevatten. Zelfs mijn zusje, nog niet eens kleuterschoolwaardig, weet betere tekeningen te maken. En brengt mij in ieder geval veel vaker aan het lachen. Carlos Tjin A Tak is hopelijk een pseudoniem, dan kan de persoon die achter die naam schuilt tenminste anoniem en zonder schaamte over straat lopen. Wel vervelend voor de lezers, want die weten nu niet wie ze moeten aanspreken om te zeggen dat zulke rommel niet meer in de winkels mag komen te liggen. Maar ja, Carlos kennende, zal hij zich daar niets van aantrekken. Hij ziet er kennelijk zelfs de humor van in om met zijn onzin op de slachtbank te worden gelegd.
Su Lacht, C.R. Tjin-A-Tak (Carlos), 2014, uitgegeven in eigen beheer, ISBN 978-94-92169-15-0