Bamboe: een ‘plaag’ met potentie
Veel mensen in Suriname zijn vertrouwd met bamboe als werphengel, of ze hebben het voor de sier in de tuin staan; een elegante en duurzame grassoort die zich thuis voelt op Surinaamse bodem. De aanwezigheid van bamboe in het binnenland is regelmatig terug te vinden in de naamgeving, zoals in het Triodorp Kwamalasamutu (‘bamboe op zand’) en de Maramekreek (‘marame’ is het Arowakse woord voor bamboe). Het gewas groeit gemiddeld dertig centimeter per dag. En omdat het zo snel groeit, wordt het vaak als ‘plaag’ ervaren, want wat moet je ermee?
Precies die vraag leidde vier jaar geleden tot de oprichting van stichting Caribamboo, een community-based initiatief van de zussen Sieglien en Astrid Spier, onder het motto ‘Think Bamboo’. “De doorslag voor onze start werd gegeven door de vele bamboebossen die aanwezig zijn in de directe omgeving van Domburg”, vertelt Sieglien. Samen met haar zus Astrid zet ze zich in voor het promoten van bamboe als verantwoord materiaal voor een duurzame toekomst. Dat doen ze via lezingen, trainingen en samenwerkingsprojecten.
Spier: “Als je de waarde en mogelijkheden van iets niet kent, dan kun je het ook niet optimaal benutten. Daarin wilden we verandering brengen. We streven ernaar de verborgen kwaliteiten van bamboe zichtbaar te maken, en het in te zetten voor sociaal-economische verbeteringen hier in Suriname.”
Bamboe worstelt in Suriname ook nog steeds met een imagoprobleem en wordt regelmatig weggezet als een lastige woekeraar of als ‘arme-mensen-hout’. “Maar ook voor Suriname geldt dat bamboe ons kan behoeden voor de vernietiging van het ecosysteem op onze planeet”, zegt Spier.
Alles over bamboe staat in de juli-editie van Parbode!