Museum met een duur revo-luchtje
Wie erop zat te wachten weet niemand, maar sinds begin mei beschikt Suriname over een heus Legermuseum, gelegen op het complex van de Memre Buku-kazerne. Het museum is geopend door – hoe kon het ook anders – Desi Bouterse, die op 12 mei sprak van een ‘historische dag’ en zei dat het voor de jongere generaties goed is dat het land voortaan beschikt over een museum dat geheel is gewijd aan de militaire aanwezigheid in Suriname. “Dit is niet alleen goed om te weten waar je staat, maar ook om te weten waar men in de toekomst naartoe wil”, zei hij.
Dat mag hij vinden, maar het zal nog een hele klus worden om mensen naar het museum te trekken. Echt interessant is het namelijk niet, tenzij je liefhebber bent van gekleurde geschiedschrijving en wars bent van enige vorm van interactie. De tentoonstelling is weinig uitdagend, niet onthullend, niet urgent en is in feite niets meer dan een droge verzameling oude spullen die in vitrines zijn uitgestald. Van originaliteit en creativiteit is geen sprake.
De militaire geschiedenis van de jaren tachtig is bovendien geheel beschreven vanuit het perspectief van de toenmalige machthebbers. Een andere zienswijze komt niet aan bod, gênant voor een museum dat 850.000 srd aan gemeenschapsgeld kostte. Vragen over hoe in de ogen van de president het Legermuseum en de rol van het Nationaal Leger in de jaren tachtig samengaan, worden niet beantwoord. De talloze mysteries die rond het leger hangen, worden niet ontrafeld – al zal ook niemand die hoop hebben gekoesterd.
Lees verder in de juli-editie van Parbode. Elke maand Cultuur en Zo!