Politiek moet op de schop
Als de recente verkiezingen ons iets hebben geleerd, dan is het dat het volgende keer allemaal anders en beter moet. Er dient vooral paal en perk gesteld te worden aan de wijze waarop campagne wordt gevoerd en de partij met de best gevulde buidel maar zonder al teveel principes de meeste stemmers trekt. Om nog maar te zwijgen van de uiterst onaangename toon waarop politici elkaar proberen zwart te maken. Maar dat is niet het enige.
Laten we beginnen met een ogenschijnlijk nieuw fenomeen dat bij de verkiezingen opdook: artiesten, andere notabelen en bedrijven die openlijk (een meestal paarse) kleur bekenden. Neem nu Damaru, die de grootste NDP-aanhanger is geworden, dat op allerlei podia van de daken schreeuwde en zelf mede-organisator was van een show, speciaal bestemd voor paarse geloofsgenoten. Het mag uiteraard, maar of het verstandig is, is weer een tweede. Als objectieve muziekliefhebber kijk en luister je toch bewust of onbewust met respectievelijk andere ogen en oren naar hem. En fervente VHP-ers die een evenement organiseren, zullen zich in de toekomst een paar keer achter de oren krabben voordat ze onze geliefde zanger inhuren.
Nog vreemder was de steunbetuiging van Combé Markt, die zelfs een wandelmars ter ere van de NDP en Desi Bouterse organiseerde. Natuurlijk was de opkomst massaal, alle deelnemers kregen na afloop een gratis pakket ter waarde van honderd srd. Over wat de leiding van het winkelbedrijf heeft bezield, doen verschillende verhalen de ronde. De meest voor de hand liggende is dat het bedrijf nog vele miljoenen srd’s tegoed heeft van lanti voor geleverde producten, dat het water ze tot aan de lippen staat. De knieval voor paars zou de betalingen moeten bespoedigen, al wordt dat door de directie steevast ontkend. Ook deze liefdesverklaring voor de NDP kan echter gevolgen hebben, er zijn trouwe klanten, waaronder nabestaanden van de slachtoffers van de decembermoorden, die zich hebben voorgenomen om nooit meer een voet in Combé Markt te zetten.
Veel kiezers heeft het echter niet gestoord. Maar er zullen maar weinig mensen zijn geweest die niet met plaatsvervangende schaamte de schandalige optredens van sommige politici hebben gadegeslagen. De één strooide met geld tijdens massameetings, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is, anderen schroomden niet om tegenstanders voor vies en vuil uit te maken, te beschuldigen van strafbare feiten en te kleineren. Wat ontbrak, was de inhoud.
Teken van zwakte
Aan verkiezingsdebatten was geen gebrek, dat is een opsteker. Met uitzondering van Carl Breeveld (DOE) lieten de echte kopstukken zoals Santokhi, Bouterse, Somohardjo, Brunswijk, Rusland en Waterberg zich daar niet zien. Zij durfden waarschijnlijk de discussies niet aan en stuurden met wisselend succes de mindere goden van hun partij. Dat was een veeg teken van zwakte. Niet dat V7 niet debatteerde, maar dat gebeurde met alleen de zes leiders van de aangesloten partijen, die braaf en op wijze toon de voorgekauwde vragen vanuit het publiek kundig beantwoordden. Ruimte voor discussie was er niet, maar dat was ook niet nodig met alleen maar trouwe aanhangers in de zaal.
De ongeleide projectielen vlogen ons tijdens de campagnes om de oren, met Rashied Doekhie (NDP) als nucleaire knaller. De meest arrogante politicus van ons land is in al die jaren dat hij in De Nationale Assemblee zit alleen opgevallen door zijn driftige schreeuwpartijen en natuurlijk zijn knokpartij met Paul Somohardjo en Ronnie Brunswijk. We dachten dat hij het niet bonter kon maken, maar in de aanloop naar de verkiezingen bewees hij ons ongelijk. Vooral zijn opmerking dat aanhangers van ABOP gestenigd moeten worden, sloeg alles.
Inmiddels is binnen de NDP wel doorgedrongen dat Doekhie volledig is doorgeslagen. Hij wordt ook verantwoordelijk gehouden voor het zetelverlies in Nickerie. En dus gaan er stemmen binnen de partij op om hem in de nabije toekomst het veld te laten ruimen. Niemand zal daar rouwig om zijn.
Rotte vis
Op de tweede plaats van politieke raddraaiers staat met stip Sheilendra Girjasing (V7/VHP), die zonder te blozen week in week uit op zondag via Apintie-televisie iedereen die hem niet zinde voor rotte vis uitmaakte, maar zelf moord en brand schreeuwde als hij zelf, al dan niet terecht, door zijn tegenstanders op de hak werd genomen. Het is een raadsel waarom de VHP hem opnieuw verkiesbaar heeft gesteld in Commewijne; enkele maanden geleden veegde hij nog de vloer aan met delen van zijn eigen partij, wat naar de buitenwereld de indruk wekte dat er binnen de oranje partij absoluut geen sprake was van de zo gepropageerde eenheid.
Helaas voor het land zijn Doekhie en Girjasing allebei herkozen, waardoor we nog vijf jaar met hun gebral worden opgescheept. Ook mindere goden, die de afgelopen regeerperiode helemaal niet zijn opgevallen omdat ze als volksvertegenwoordiger totaal niets hebben gepresteerd, mogen vreemd genoeg nogmaals vijf jaar niets doen. Als voorbeeld noemen we Rudolf Zeeman (V7/BEP), die in de Parbode-editie van twee maanden geleden de predikaten ‘erbarmelijk, beschamend, armzalig en bedroevend’ kreeg toegedicht. ‘De enige die beter is geworden van zijn verkiezing, is Zeeman zelf’, schreven we toen. Maar kennelijk wisten 1.285 kiezers in Sipaliwini dat niet toen ze op 25 mei naar de stembus gingen. Hij kreeg aanmerkelijk meer stemmen dan lijsttrekker Thea Huur, die daardoor buiten de parlementsboot viel. Zuur voor Huur en waarschijnlijk ook voor de binnenlandbewoners.
Maar niet iedere wanpresteerder haalde voldoende zetels om terug te keren in het parlement. Winston Jessurun, die met DA91 jarenlang wist mee te liften op het succes van andere partijen in de combinaties waar de partij deel van uitmaakte, kan zich vanaf nu weer volledig richten op zijn eigenlijke vakgebied, de plastische chirurgie. Hopelijk voor DA91 is zijn smartelijke politieke nederlaag voor hem reden om de voorzittershamer in te leveren en over te dragen, dan heeft de partij misschien nog kans om in 2020 een come back te maken.
Jessurun zag kort voor de verkiezingen waarschijnlijk zelf de bui ook al hangen, anders valt zijn valse uitval richting Carl Breeveld (zie pagina 32) niet te verklaren. Een opponent aanvallen omdat die gewoon zijn werk heeft gedaan terwijl je zelf maandenlang om te pesten de parlementsvergaderingen hebt geboycot, is schandalig. Jessurun heeft nu in ieder geval voldoende tijd om daar eens over na te denken.
Ethische code Partijen zouden er in de toekomst verstandig aan doen kandidaten voor te dragen die het allesbehalve positieve imago van onze bestuurders nog verder omlaag halen. En uit eigen wil een ethische code moeten opstellen, die vervolgens ook strikt wordt nageleefd. Als dat eerder was gebeurd, dan waren Doekhie en Girjasing allang via een zijdeur afgevoerd van het politieke toneel.
Ook moet in de wet worden opgenomen dat de bezittingen van parlementariërs en andere bestuurders voor hun aantreden worden vastgelegd en na afloop van een zittingsperiode opnieuw tegen het licht worden gehouden. Niks geen gezeur over privacy, ze zijn immers verantwoordelijk voor gelden en bezittingen van de belastingbetaler. Daar horen ze met hun tengels van af te blijven en op die manier komen corruptie en diefstal eerder aan het licht. Mochten er twijfels of verdenkingen zijn, dan dienen die ook serieus te worden onderzocht en niet in de overvolle beerput vol schandalen te worden gegooid. De beerput die er voor gezorgd heeft dat onder meer oudminister Ramon Abrahams (NDP) nu ongeschonden maar als aangeschoten wild van zijn rijkdommen kan genieten.
Wil je kunnen praten van schone politiek, dan zal eerst die smerige beerput tot op de bodem grondig gereinigd moeten worden.
Meer zetels dan stemmen
En dan is er nog ons kiesstelsel. Het blijft natuurlijk vreemd dat de NDP bijna 45 procent van de kiezers achter zich krijgt maar toch een meerderheid in De Nationale Assemblee weet te bemachtigen. Het is geen nieuws dat dit een gevolg is van het districtenstelsel, dat er voor zorgt dat een stem van een Coroniaan of een binnenlandbewoner veel zwaarder weegt dan die van kiezers in Paramaribo. Enerzijds is dat begrijpelijk, het stelt het stemvolk in de dunbevolkte districten in staat om ook invloed uit te kunnen oefenen op wie ze in de landelijke leiding willen hebben. Maar eerlijk is het niet en de roep om een rechtvaardiger systeem, waarbij iedere Surinamer een even grote inbreng heeft, klinkt al jaren.
Het is een steeds weer terugkerende discussie, die waarschijnlijk nooit tot een bevredigend einde zal worden gebracht. Want voor het wijzigen van de Kieswet is een meerderheid in het parlement nodig. Maar de regerende partijen zullen daar nooit aan meewerken, zij hebben immers het machtscentrum bereikt dankzij het oneerlijke systeem.
Ook de gang van zaken bij de verkiezingen zelf vereist in de toekomst alle aandacht. De amateuristische toestanden bij het tellen en hertellen van de stemmen, vooral in Paramaribo, was bijna lachwekkend. Dozen vol ingevulde stembiletten waren ‘even zoek’ of niet goed verzegeld, dus het regende klachten van alle politieke partijen. Dat had allemaal veel professioneler gekund.
Er dient nog heel wat te veranderen voordat we kunnen zeggen dat de verkiezingen echt ergens over gaan en een honderd procent eerlijk verloop hebben met alleen maar kandidaten die een schone lei hebben. Politici hebben vijf jaar om die veranderingen daadwerkelijk door te voeren. Dus aan tijd is geen gebrek. Nu moet alleen de wil er nog komen.