Balthus Frederik Brashuis
Paramaribo
28/10/1934 – 01/07/2014
Bally, zoals Balthus Brashuis bij de meeste mensen bekend stond, was een markante persoonlijkheid. Op eenvoudige wijze wist hij mensen te interesseren in dat waar hij van overtuigd was. Hij groeide op in een gezin van vier kinderen. Na het overlijden van zijn vader kwam de zorg geheel op de schouders van zijn moeder, een gelovige vrouw.
Bally was door het overlijden van zijn vader emotioneel geraakt en besloot niet verder naar school te gaan. Een oom die aan de huidige Boven-Surinamerivier werkte, nam hem mee. Hij werkte daar drie jaar met hem samen en keerde als jongeman terug naar Paramaribo. Zijn moeder nodigde hem uit voor een kerkdienst, waar hij het besluit nam een toegewijd christelijk leven te leiden.
Bally trouwde in 1967 met Irene Geldorp en ze kregen de zorg voor vijf kinderen. In een verslag over zijn leven beschreef hij wat hierop volgde: ‘Ik leefde een beetje met de Heer, maar was ook bezig met de dingen van de winti-cultus, die verband hielden met de overleveringen van onze voorouders.’
Hij maakte met het bespelen van de drums niet alleen furore in Suriname, maar ook in Afrika, Guyana, Jamaica, Barbados, Trinidad en Nederland. In het eerder genoemde verslag vertelt hij hoe hij op een avond helemaal doldraaide, zijn vrouw niet meer vertrouwde, alles in het huis kapot maakte en naakt vanuit de wijk Tammenga, waar hij woonde, naar het centrum van de stad liep. Hij belandde in het Psychiatrisch Centrum. ‘Op een avond kreeg ik een visioen waarin God tegen mij zei: ‘Als je doorgaat met drum spelen en de dingen van je voorvaderen, laat Ik je hier. Maar als je ermee stopt, dan breng Ik je weer buiten. Dan zul je vrij zijn’. Ik antwoordde: ‘Heer, ik speel niet meer!’ Onder deze titel verscheen ook het boekje waarin hij zijn levensverhaal vertelt.
Bally werd op 1 juli 1975 ontslagen uit het Psychiatrisch Centrum en besloot zich weer tot Christus te bekeren. Hij werd een enthousiast evangelist, die zich via zijn Stichting Woord en Daad op sociaal vlak inzette. Deze stichting verzorgt tot nu toe iedere zaterdag warme maaltijden voor zwervers in en rond de binnenstad van Paramaribo. Daarnaast richtte hij de Mosterdzaad-gemeente op.
Met zijn verschijning in christelijke programma’s op televisie, maakte hij nogal wat tongen los. Hij werd zowel verguisd als gewaardeerd. Bij zijn overlijden schrijft Stuart Rahan: ‘Bally Brashuis was ‘bonuman’ en (later, red.) geestelijk leider van zijn gemeente Mosterdzaad. Zijn zaad is rijk verspreid met steeds een beetje mosterd erbij. In beide hoedanigheden heeft hij zich uitermate ingespannen om waarin hij geloofde en voorstond in volle overtuiging uit te dragen.’
Tijdens de drukbezochte uitvaardienst in de gemeente Mosterdzaad op Geyersvlijt, memoreerden verschillende sprekers hem. Ronald Brashuis, zijn zoon die hem als voorganger in deze kerk opvolgde, herinnert hem in dankbaarheid: “Een sociaal bewogen mens met een speciale visie voor hulp aan armen en sociaal zwakkeren is heengegaan. Hij blijft voor ons een voorbeeld!”