Onze jongeren
Jongeren zijn de toekomst, wordt vaak gezegd. Maar zowel jongeren als volwassenen (en met name politici) lijken dat in Suriname niet altijd door te hebben. en zonder zich bewust te zijn van de capaciteiten van onze jongeren en daar degelijk in te investeren, is voor velen van hen een glorierijke toekomst een utopie.
Na ruim een kwart eeuw Nederland ben ik mij aan het voorbereiden op een definitieve terugkeer naar mijn geboorteland Suriname. over twee jaar is het zover. om niet helemaal in het diepe terecht te komen (Suriname is niet meer het land dat ik ken van 25 jaar geleden), reis ik al een tijdje twee maal per jaar naar mijn geliefde Sranan, zeg maar om de huidige sfeer te proeven. en ik praat vooral heel veel met jongeren, dat is ook mijn werk in Nederland en datgene waarvoor ik ben opgeleid.
Ik logeer altijd bij mijn zusje en haar gezin. Van mijn tienernichtje leer ik veel over hoe Surinaamse jongeren heden ten dage in het leven staan. en ik krijg het gevoel dat ze veel meer op zichzelf zijn aangewezen dan ik in mijn jeugd was. een zelf verkozen isolatie, want ‘buiten’ is er ‘zo weinig te doen’, dus moeten ze zichzelf zien te vermaken. Actief participeren in allerlei zaken wordt nauwelijks gestimuleerd. Niet door de ouders of verzorgers, en al helemaal niet door de school.
Praat je met jongeren op de middelbare scholen, dan beseffen velen dat het onderwijs dat ze krijgen tekort schiet. Dat is veelzeggend. Lessen zijn saai, zeggen ze, ruimte voor discussies is er niet. Dat eerste vinden natuurlijk vele kinderen over de wereld, dat laatste is echter opmerkelijk. op de school van mijn nichtje was het rond de afgelopen verkiezingen zelfs verboden om over politiek te praten, dat zou volgens de directie alleen maar tot problemen leiden. Wie het toch waagde, werd geschorst.
Waarom mogen scholieren niet discussiëren over politiek of over andere actuele zaken, al dan niet onder begeleiding vaneen onderwijsgevende? onderzoek heeft uitgewezen dat discussiëren en het aanhoren en respecteren van meningen van een ander, jongeren tot nadenken zet en de ontwikkeling ten goede komt. en als je je eigen mening niet kunt ventileren omdat je dat tijdens je opvoeding niet mocht doen, dan kun je later problemen krijgen in een wereld die steeds harder wordt.
tijdens mijn laatste bezoek, enkele weken geleden, realiseerde ik mij pas goed hoe slecht het met de algemene kennis van de Surinaamse jongeren is gesteld, toen ik naar de quiz Weet je weetje op televisie keek. een middelbare scholiere, ongetwijfeld zorgvuldig door de schoolleiding geselecteerd om deel te nemen, kreeg de vraag voorgelegd in welk werelddeel Nepal ligt. Schichtig keek ze naar het blad van het katheder waar ze achter stond (dat deed vrijwel elke deelnemer) en zei na verloop van tijd zachtjes en verlegen, op vragende toon: ‘Zuid-Afrika?’ ook op de meest simpele andere vragen kwam van de participanten vaak een verkeerd antwoord. Wat leren ze dan op school?
Mijn oude leerkracht aardrijkskunde in Suriname sprak ik daar later op aan. Hij zuchtte diep en zei: ‘Veel kinderen van tegenwoordig interesseert het niet wat er in de wereld gebeurt. Ze gaan naar school, daarna rechtstreeks naar huis en duiken meteen achter hun Facebook of spelcomputer. Vroeger was dat er allemaal niet, toen lazen ze de krant nog of een boek. Daar hebben ze nu helemaal geen tijd meer voor. Maar daardoor missen ze wel heel veel algemene kennis.’
Poeh, een erg sombere voorstelling van zaken. Nu is het wel zo dat met al die moderne snufjes, de jeugd van nu voldoende om handen heeft om zich te vermaken, vooral binnenshuis. Rij bijvoorbeeld ’s middags of in het weekeinde over de Kwattaweg en kijk in de zijwegen; het is opvallend stil. twintig jaar geleden wemelde het er van de spelende kinderen. Het zal er ook wel mee te maken hebben dat de meeste wegen inmiddels zijn geasfalteerd en daardoor zijn verworden tot racebaan, maar toch. Ga naar de volkswijken en je ziet nog wel wat leven op straat. Daar wonen meer arme gezinnen die geen geld hebben voor computers, smartphones en andere dure apparatuur. Dus moet de jeugd wel eropuittrekken om zich te vermaken.
Het is echter geen typisch Surinaams fenomeen dat jongeren meer tijd doorbrengen achter hun computer en met hun mobiele telefoons, in andere landen is dat niet veel anders. Maar de desinteresse in alles wat zich afspeelt buiten de belevingswereld, is wél veel groter dan bijvoorbeeld in Nederland. Langzaam maar zeker kom ik tot de conclusie dat je het de jongeren eigenlijk niets eens kunt verwijten. Ze zitten in een fase waarin ze prikkels nodig hebben, en die krijgen ze niet. Iedereen weet dat, tal van deskundigen hebben daar ook meermalen hun zorgen over uitgesproken. Maar ondertussen gebeurt er niets.
Hier ligt toch een schone taak voor de nieuwe minister van onderwijs. Laat hij of zij het tot een speerpunt maken om onze jongeren te stimuleren en enthousiast te maken, zodat ze het gevoel krijgen dat ze het niet meer alleen moeten zien te rooien. om te beginnen moet het hele, verouderde onderwijssysteem op de schop en moeten er leerkrachten voor de klas worden gezet die capabel zijn en discussies met hun leerlingen niet uit de weg gaan. Dan is een belangrijke eerste stap gezet. onze jongeren verdienen het. en vergeet niet: zij zijn onze toekomst, daar moeten we zuinig op zijn.