Wanneer is een kunstwerk klaar?
Beeldhouwer Iwan verwey werkt aan solo-expositie
Eenmaal tentoongesteld, is een kunstwerk af. Maar als je een kunstenaar in zijn werkplaats opzoekt, daar mooi werk ziet en dat wil fotograferen, dan hebben ze dat liever niet. Want het blijkt niet af te zijn, terwijl wij dachten van wel. Zo ging het in elk geval bij beeldhouwer Iwan Verwey. “We hebben wel iets dat je erbij kan zetten”, stelde PRmedewerkster Astrid ons gerust. “Neem Intimate Kiss maar, dat is mijn favoriet.”
Een kunstenaar met een PR-beleid maak je niet vaak mee. Het heeft zijn voordelen – de foto werd terstond gemaild – maar toch frustreert het een beetje. Het voelt als bij veel voorlichters die ons het bos in willen sturen, want wat moeten we met Intimate Kiss? We maken toch zelf wel uit wat we mooi vinden? Maar het kwam goed. Het werd zelfs een boeiend inkijkje in hoe kunst tot stand komt. Dat de kunstenaar zelf beslist wanneer iets af is, zal zo zijn. Net zoals de kunstminnaar beslist het al dan niet te kopen. Na een week kwam de verrassing: we mochten toch een foto plaatsen van recent werk. Dat beeld zal af zijn.
We stoorden hem dus eigenlijk, want Iwan Verwey werkt in stilte aan een grote solotentoonstelling, hopelijk over een jaar. “Pin me er niet op vast,” zegt hij, “want het kan lang duren. Ik moet het werk om me heen hebben. Ik kijk er steeds naar en dan verander ik er weer iets aan. Het is soms alleen de technische afwerking. Dan is de compositie wel klaar, maar moet ik de afzonderlijke delen nog bewerken.” Hij doelt op de hoge, gestapelde beelden, van verschillende soorten steen en hout. En dat komt precies, want wat afgehakt is, plak je er niet weer aan.
Erg bekend is Iwan Verwey niet in Suriname, hij is te lang weggeweest. Van 1983 tot 2009, zoals zovelen, maar de eerste twintig – vaak bepalende – jaren van zijn leven was hij in Suriname. Ging na zijn schooltijd werken op Binnenlandse Zaken en had niks met kunst, helemaal niks. Totdat hij er door een buurman enthousiast voor werd. “Ik hoorde steeds ‘tiktiktik’. Ik ben toen een keertje gaan kijken, was hij bezig een stuk hout te bewerken. Een paar dagen later heb ik zelf een stuk hout genomen en ben ik begonnen. Zo is het gegaan, ik vond het heerlijk. Mocht zelfs meedoen aan een expositie in Kersten. Iemand had me op straat ontdekt.”
p straat ontdekt.” Toch een Surinaamse kunstenaar dus, deze Iwan Verwey. Begonnen met hout, vooral mahonie, kreeg complimenten en voelde zich heel wat. Toch is hij in 1983 naar Nederland vertrokken om zich verder te ontwikkelen. “Daar kwam ik erachter dat ik eigenlijk nog nergens was. Ik leerde voor het eerst met steen werken, dat was liefde op het eerste gezicht. Ik was nota bene illegaal in Nederland, maar de Rijksakademie van beeldende kunsten is borg voor me gaan staan, dat lukte onder de voorwaarde dat ik na de opleiding terug naar Suriname zou gaan. Maar ik had een vriendin gekregen en er was een kindje gekomen. Ik kreeg later zelfs een Nederlands paspoort, waar ik nooit om had gevraagd, het werd me gewoon aangeboden. Voor mijn definitieve terugkeer in 2009 was ik trouwens al heen en weer gaan pendelen. Ik zat in een donkere periode in Nederland toen; mijn oudste zoon was overleden en mijn relatie liep stuk.”
Nu gaat het beter. Hij is alweer vijf jaar thuis in Suriname, woont in de Mariestraat bij de Kwattaweg en heeft een atelier aan huis. De stenen liggen ernaast, kostbaar Belgisch marmer. “Ik had het op een truck gegooid die toch naar Suriname moest, de douane dacht dat ik gek geworden was met die domme stenen achterin. Maar het is hier niet te krijgen, daarom ben ik er zuinig op en ben automatisch kleiner gaan werken.” Hij vindt het jammer dat het traditionele ambachtelijke handwerk hier uitsterft. “Men heeft het tegenwoordig zo vaak over conceptuele kunst, maar ik heb er weinig mee. Ik heb ook een concept: de vrouw. Dat is wat mij boeit.”
Waarmee hij de halve wereldbevolking tot thema heeft gekozen en wel even vooruit kan. “Ik maak eerst schetsjes, maar die laat ik niemand zien omdat ik me er onzeker over voel. Ik hou me er ook niet speciaal aan, want ik richt me meer op het materiaal zelf, daarmee ga ik in dialoog. De laatste jaren ben ik materialen aan het combineren, hout en steen. Bijvoorbeeld een voetstuk van purperhart en dan Belgisch marmer erboven. Als je daar met de puntbeitel op tikt, komt er prachtig wit doorheen. Alles met de hand, dat voel ik wel na dertig jaar.”
Verwey was vijf jaar geleden voor het laatst op de Nationale Kunstbeurs, verkocht goed en kon zo weer jaren verder. Hij verkoopt niet via de Readytex Galerie, want “ik krijg het benauwd als ik me ergens aan moet binden.”
Een vrije vogel dus, afgeschermd door een PR-medewerkster. Zo werkt hij in alle rust aan wat een grote expositie moet worden, straks in De Hal. Het gaat ‘Op de tast’ heten, want de beeldhouwwerken mogen worden aangeraakt, zoals het mismaakte voetje van de heilige maagd Maria in de Sint Pieter, eeuwenlang door miljarden kerkgangers afgesleten. “Dat maakt niet uit, kijk in mijn tuin naar de houten beelden die ook langzaam verweren.” Het wordt een spannende tentoonstelling dus. Maar wanneer? Als het werk af is, en dat was de vraag.