Gedumpt in het ziekenhuis
Ze zijn geboren in het ziekenhuis en liggen er al hun hele leven lang. Of ze zijn er jaren geleden achtergelaten door familieleden die hen hebben verstoten. Ze kunnen nergens anders heen. Langliggers, zo worden ze genoemd. En ze zijn met steeds meer.
Remi (fictieve naam) is op het eerste gezicht als elke andere zeventienjarige puber. Hij speelt graag op de computer en houdt van voetbal en zwemmen. Als hij de technische school heeft afgemaakt, wil Remi als landbouwer de kost verdienen, want werken in de tuin vindt hij erg leuk.
Toch leidt Remi een verre van normaal leven. Wanneer hij als opgroeiende kleuter in het binnenland een agressieve huidziekte krijgt, wordt hij door zijn hele familie verstoten. Uiteindelijk komt hij in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) terecht, waar hij nog steeds op de kinderafdeling woont.
Zijn huidziekte, ooit besmettelijk, heeft hij intussen grotendeels overwonnen; medische zorg behoeft hij dus niet meer. Toch blijft Remi noodgedwongen in het ziekenhuis. Een andere plek om naartoe te gaan, bij ouders of familie, die heeft hij namelijk niet. “Wat ik de hele dag doe? Ik eet, ik slaap, ik kijk televisie. Ik loop wat rond in de gangen van het ziekenhuis, of zoek wat speelgoed uit om mee te spelen in de speelkamer.”
Wat het allemaal nog veel erger maakt, is dat Remi lang niet de enige is die buiten het ziekenhuis nergens heen kan. In het AZP alleen al verblijven momenteel vijftien langliggers. Alle andere ziekenhuizen waarmee we contact opnemen, zoals het Diakonessenhuis en het Streekziekenhuis Nickerie, kampen eveneens met het probleem. Kortom, landelijk gaat het over verschillende tientallen mensen die al jarenlang in het ziekenhuis liggen, zonder zicht op een oplossing of een plek om naartoe te gaan. Een maatschappelijke tijdbom.
Lees de reportage in de septembereditie van Parbode. Nu in de winkel!