Taalwet krijgt doorstart
Kort voor de verkiezingen blies Ashwin Adhin als minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, nieuw leven in twee wetsontwerpen waarmee zijn voorganger Raymond Sapoen al in 2011 de aanzet had gegeven tot een daadwerkelijk taalbeleid. Het ene ontwerp behelst regels voor de erkenning en ordening van de talen in het land en de bescherming van de taalrechten van alle inwoners, het andere de oprichting van een Taalraad. De resterende tijd was te kort om alle ambtelijke raderen weer in beweging te krijgen, maar de keus van Adhin als vicepresident heeft de hoop gewekt dat er nu toch echt iets van dat beleid-op-papier terecht gaat komen.
Wie met de meertaligheid op z’n Surinaams is opgegroeid, weet niet beter dan dat je in de dagelijkse omgang met medeburgers voortdurend moet wisselen van taal om te kunnen communiceren. Dat wil zeggen: een ander min of meer te verstaan en verstaan te worden, zodat je kunt komen tot een afspraak, beslissing of ten minste onderling begrip.
De een heeft daar – om allerlei redenen – meer moeite mee dan de ander, maar iedereen heeft ermee te maken en wordt gedwongen zich te schikken. Als er dan geen duidelijke regels bestaan inzake de positie en de onderlinge verhouding tussen de diverse talen en er geen toezicht wordt gehouden op de handhaving van die regels, wordt op den duur wanorde de regel en lijken alle verwarring, misverstanden, half of niet begrepen boodschappen van overheden en bedrijven, slecht gepresenteerd nieuws, versprekingen en vergissingen, fouten en gehaspel in de ene dan wel de andere taal de gewoonste zaak van de wereld.
In elk dekolonisatieproces komt de onafhankelijkheid van een land of gebied, van één volk of meerdere volken tegelijk, met gebreken. ‘Alles moet anders’, is vaak het uitgangspunt, maar ‘alles kan anders’ blijkt weldra een illusie en in de grote botsing tussen behoudsdrang en vernieuwing geven machtsverhoudingen vaak de doorslag en is planmatigheid zeldzaam. Wat moet of kun je – met de altijd beperkte middelen – het eerst aanpakken, welke sector moet nu op de schop en welke kan wel even wachten?
Lees verder in de Parbode van september.