Argentinië na de Kirchners
Nog ruim een maand te gaan voor de verkiezingen in Argentinië. Het Zuid-Amerikaanse land dat van de ene economische boom in de andere economische crisis valt, dat in de clinch ligt met schuldeisers en regelmatig failliet dreigt te gaan. Het land dat flirt met linkse regimes maar ook China verwelkomt, waar politiek hand in hand gaat met corruptie en populisme en dat een lastige partner is binnen regionale verbanden, zoals de Mercosur. Er is maar één Argentinië, zo veel is zeker.
Veel onzekerder is de toekomst van Argentinië. Het land gaat gebukt onder een torenhoge inflatie, economische groei is er nauwelijks meer, de corruptie tiert welig en de politiek is verdeeld. Wie de verkiezingen op 25 oktober gaat winnen, is nog maar de vraag. Na de heerschappij van het ‘Kirchnerismo’– eerst Néstor Kirchner, de in 2003 aangetreden en op zestigjarige leeftijd aan een hartstilstand overleden ex-president, en daarna zijn vrouw en huidig president Cristina Fernández de Kirchner – ligt de weg open voor meerdere kandidaten van Peronistische huize en van conservatieve zijde.
Het Peronisme heeft wel vaker diverse facties gekend en is ideologisch zeer flexibel. De aanhangers van Cristina Fernández hebben zich verenigd in het Frente para la Victoria (Front voor de Overwinning), dat wordt aangevoerd door Daniel Scioli, die onder het presidentschap van Néstor Kirchner de functie van vicepresident bekleedde en nu gouverneur is van de provincie Buenos Aires.
Een deel van de Kirchner-aanhangers heeft zich afgescheiden in het Frente Renovador (Vernieuwingsfront) onder leiding van Sergio Massa, de voormalige kabinetschef van Fernández. Mauricio Macri, burgemeester van hoofdstad Buenos Aires, is kandidaat voor de partij Propuesta Republicana (Republikeins Voorstel) en is de belangrijkste vertegenwoordiger van de conservatieve oppositie. Volgens peilingen van juli kunnen deze drie kandidaten ieder rekenen op 25 procent van de stemmen.
Lees de uitgebreide analyse in de septembereditie van Parbode.