Ston Futu
De pientere Es Louise Gummels wordt op 16 oktober 103 jaar en kent de historie van Suriname heel goed. Ze weet gebeurtenissen tot in detail te vertellen en laat iedereen met de oren gespitst op het puntje van zijn stoel zitten. Ze heeft een passie voor talen, is verzot op lezen en heeft al meer dan twintig jaar een vriendinnengroep die elkaar door dik en dun steunt. “Een vriendin van een van mijn vriendinnen noemde ons eens ‘de heksen’. Die naam hebben we maar overgenomen. We zijn met zijn zevenen en ik ben de opperheks. Op mij na zitten in onze groep alleen vrouwen onder de zeventig. Maar er is nog plaats voor mannen met stevige kuiten – en die mogen ook ouder zijn”, grapt ze.
Es is geboren in Paramaribo en woonde tot haar zesde jaar in Nickerie. Haar vader was directeur van de suikerplantages Hazard en Waterloo. Deze plantages waren eigendom van de Schotse familie Kirk. Haar vader had een Duits-Hollandse vader en een Schotse moeder. Haar moeder had een Joodse vader en een Creoolse ex-slavin tot moeder. Es komt uit een gezin van vier kinderen. Zij is de oudste.
Toen Es zes jaar was, overleed haar moeder aan de Spaanse griep. “Ik was in oktober net vertrokken naar Paramaribo om naar school te gaan, omdat er in Nickerie destijds geen scholen waren. Mijn moeder stierf het jaar daarop in februari. Ik weet nog precies wat ik aanhad op de dag dat ik Nickerie verliet. Het was een wit jurkje van dunne stof met hele kleine donkerblauwe stippeltjes. Speldenknopjes – pina ede – noemden ze die ook wel. Ik liep met mijn vader naar de waterkant om met een roeiboot naar Nieuw-Nickerie te gaan en vanaf daar vervolgens de boot te pakken naar de stad. Mijn moeder stond met de baby bij het raam en toen zei mijn vader: ‘Kijk, je moeder staat bij het raam’. Toen heb ik me omgedraaid en naar haar gezwaaid en dat was de laatste keer dat ik haar heb gezien.”
Lees het hele verhaal in deze editie van Parbode.